Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Uw huisarts heeft u doorgestuurd naar OLVG, omdat u misschien baarmoederkanker heeft. U krijgt hier uw onderzoeken. En als het nodig is vaak ook de behandeling. De onderzoeken en behandelingen heten samen een zorgpad. U heeft 1 vast contactpersoon. Daar kunt u altijd terecht met vragen over uw ziekte of behandeling. Hier leest u stap voor stap wat er gebeurt.
U gaat naar OLVG voor onderzoeken. Daarvoor maakt u eerst een afspraak. Het is fijn als u daar goed op voorbereid bent.
Eerst krijgt u onderzoeken. Zo zoekt de arts uit of u baarmoederkanker heeft. Na de onderzoeken bespreekt u met de arts de uitslag. De arts vertelt of het baarmoederkanker is of niet. Dit heet een diagnose.
De arts maakt een behandelplan voor u. En werkt hiervoor samen met artsen en verpleegkundigen van andere afdelingen of ziekenhuizen. U beslist samen welke behandeling voor u het beste is.
Soms heeft u na uw behandeling zorg nodig. Omdat u lang moe blijft, of angstig of somber bijvoorbeeld. Ook voor zorg na kanker of als u leeft met kanker helpen we u.
Na uw behandeling komt u een paar keer op controle bij uw arts of verpleegkundig specialist. Tijdens de controle bespreken jullie de uitslag van onderzoeken. En hoe het met u gaat.
Bij baarmoederkanker zitten de kankercellen in het slijmvlies van de holte in de baarmoeder. Baarmoederkanker is een kankersoort die meestal snel ontdekt wordt.
Vrouwen na de overgang kunnen kanker krijgen van de baarmoeder. Baarmoederkanker heet ook wel endometriumkanker. De kans op baarmoederkanker is groter bij vrouwen die geen kinderen hebben gekregen, of vrouwen die laat in de overgang zijn. Elk jaar krijgen ongeveer 1900 vrouwen in Nederland baarmoederkanker.
De behandeling is vrijwel altijd een operatie om de baarmoeder en eierstokken te verwijderen. Soms is ook bestraling nodig. De kans op genezing is afhankelijk van het moment waarop de ziekte wordt ontdekt.
Uw lichaam maakt steeds nieuwe cellen aan. Soms gaat er bij het maken van nieuwe cellen iets mis. Er kunnen dan kwaadaardige cellen ontstaan: een tumor.
Baarmoederkanker kan meerdere klachten geven. De klachten hoeft u niet allemaal tegelijk te hebben.
Mogelijke klachten bij baarmoederkanker:
Als u een verandering merkt bij uzelf, is het belangrijk om naar de huisarts te gaan. Als het nodig is, kan de huisarts u doorverwijzen naar een gynaecoloog in OLVG.
ma t/m vrij 8.15 - 16.15 uur
ma t/m vrij 8.15 - 16.15 uur
Om te onderzoeken of u baarmoederkanker heeft, is altijd bloedonderzoek en lichamelijk onderzoek nodig.
Ook 1 of meer van de volgende onderzoeken kunnen nodig zijn:
Als de uitslagen van de onderzoeken bekend zijn, bespreekt een team zorgverleners de uitslagen van de onderzoeken. Het team overlegt over de beste behandeling in uw situatie. De arts bespreekt het advies voor uw behandeling met u. U beslist samen met de arts welke behandeling u wilt.
Het team zorgverleners bestaat uit artsen, verpleegkundig specialisten en verpleegkundigen van verschillende afdelingen. Dit heet een multidisciplinair team. De artsen in het multidisciplinair team zijn artsen van de afdelingen Gynaecologie, Radiologie en Pathologie. De artsen van OLVG werken samen met artsen van het Centrum voor Gynaecologische Oncologie Amsterdam.
Het overleg van het multidisciplinair team heet een multidisciplinair oncologisch overleg, ook wel MDO genoemd.
Om meer over kanker te weten, verzamelen artsen en onderzoekers zoveel mogelijk gegevens over patiënten met kanker. Het Integraal Kankercentrum Nederland verzamelt de gegevens van alle patiënten met kanker in Nederland.
U kunt hier meer over lezen in de folder van het Integraal Kankercentrum Nederland.
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij baarmoederkanker. Vaak is een operatie de beste behandeling. Het hangt af van uw situatie hoe de operatie wordt gedaan. Bij een operatie verwijdert de gynaecoloog meestal de baarmoeder, eierstokken, eileiders en lymfeklieren in het bekken. Andere behandelingen bij baarmoederkanker kunnen zijn: bestraling, chemotherapie en hormoontherapie. Vaak is een combinatie van deze behandelingen nodig.
Vrouwen met baarmoederkanker krijgen de behandeling meestal in OLVG. Soms gebeurt de behandeling in samenwerking met het Centrum Gynaecologische Oncologie Amsterdam. Een deel van de behandeling is dan in Amsterdam UMC of Antoni van Leeuwenhoek.
Kanker en de behandeling van kanker kan veel invloed hebben op uw dagelijks leven. U kunt moe zijn, psychische klachten krijgen of uw uiterlijk verandert. Misschien heeft u vragen over bewegen of sporten of over gezond en lekker eten. Ook kan kanker invloed hebben op uw relatie en op uw gezin.
Er zijn vele organisaties en websites die informatie en hulp bieden tijdens en na uw behandeling van kanker. U kunt in OLVG hulp krijgen, maar er zijn ook plekken buiten OLVG waar u hulp en informatie kunt krijgen. U kunt de mogelijkheden met uw zorgverlener bespreken.
In samenwerking met Stichting Ook ontwikkelde OLVG een magazine voor oncologie patiënten en hun naasten. In het magazine staat een deel van het aanbod van ondersteunende zorg die we binnen OLVG geven. Ook staat in het magazine wat onze partners van buiten het ziekenhuis bieden om patiënten te ondersteunen tijdens en na de behandeling. Verder staan er ervaringen in van patiënten die te maken krijgen met kanker.
Na een behandeling kan baarmoederkanker terugkomen. In het eerste jaar heeft u meestal elke 3 maanden een afspraak. In het tweede jaar heeft u 2 keer een afspraak. De 3 jaren daarna komt u 1 of 2 keer per jaar naar OLVG. De zorgverlener bespreekt dit met u.
U kunt kiezen of u een afspraak op de polikliniek of een afspraak via de telefoon wilt.
U kunt na uw behandeling nog klachten hebben. U kunt bijvoorbeeld erg moe zijn. U kunt ook last hebben van klachten zoals somber zijn, angst of problemen met seks.
Tijdens de controle kunt u deze klachten bespreken met uw arts of casemanager. Uw arts of casemanager kan u advies en tips geven hoe u het beste met de klachten om kunt gaan. Als het nodig is kan uw arts of casemanager u doorverwijzen naar een andere zorgverlener, zoals een fysiotherapeut of een psycholoog.
Als u zich zorgen maakt of klachten heeft tussen de controles, kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek of uw huisarts.