Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Vrouwen van 40-plus, die naar de dokter gaan met overgangsklachten en die nog ongesteld worden, krijgen vaak te horen: de overgang kan het niet zijn, want u menstrueert nog. Onterecht. Je laatste menstruatie noemen we de menopauze. De overgang is de weg ernaartoe. Die start soms al een paar jaar voor de menopauze. Je kan dus ook overgangsklachten hebben terwijl je nog menstrueert.
Er kleeft – onterecht – iets negatiefs aan hormoontherapie. In Nederland krijgt maar 5 procent van de vrouwen met overgangsklachten hormoontherapie voorgeschreven. In het buitenland is dat 25 tot 40 procent. En als je van je huisarts medicijnen krijgt is dat vaak maar voor een half jaar. Heb je daarna nog klachten, dan is al snel de conclusie: hormonen werken dus niet. Tuurlijk; je zit als vrouw nog middenin de overgang! Een antibioticakuur moet je ook niet halverwege stoppen. Gemiddeld duren overgangsklachten 4 tot 10 jaar. Logisch dus dat langer behandelen nodig is, anders overbrug je de periode met klachten niet.
Op het moment dat je minder oestrogeen aanmaakt is er een ander hormoon dat stijgt in je bloed: FSH. Sommige mensen denken dat de waarde van dat hormoon iets zegt over waar je zit in de overgang en hoe lang het duurt. Of dat de waarde van oestrogeen in het bloed samenhangt met hoe erg de klachten zijn. Ook niet waar. De diagnose stel je op basis van iemands verhaal, niet op basis van bloedonderzoek. Alleen bij heel jonge vrouwen of vrouwen die niet reageren op behandeling kan aanvullend bloedonderzoek naar andere oorzaken nuttig zijn.
Jarenlang werd dit ook in de medische wereld gedacht. Het kwam voor dat ik een vrouw een recept meegaf en dat ze bij de apotheek zeiden: ‘Weet u wel dat u hier kanker van kunt krijgen?’ Gelukkig zijn we die fase allang voorbij, maar veel vrouwen denken dit wel nog steeds. Ik sprak laatst een mevrouw die zich goed over hormoontherapie had ingelezen, maar haar vriendinnen zeiden: ‘Daar ga ik niet aan beginnen hoor, daar krijg je kanker van.’ Niet waar dus. Er is alleen een licht verhoogd risico bij langdurig gebruik.
De pil is ook hormoontherapie, maar bevat een heel ander soort oestrogeen. De pil heeft ook een ander doel: zorgen dat je niet zwanger wordt. Het heeft niets met overgangsklachten te maken. Dat geldt ook voor de Mirena-spiraal. En andersom werkt hormoontherapie niet als anticonceptie.
De overgang is meer dan opvliegers, maar vrouwen weten vaak niet wat er nog meer bij hoort: stemmingswisselingen, slecht slapen, verminderde concentratie, gewrichtsklachten, hartkloppingen. Weet je dat niet, dan kunnen die klachten heel beangstigend zijn. Bij hartkloppingen denken vrouwen al snel dat ze iets aan hun hart hebben. En als je ineens vergeetachtig bent en je hebt bijvoorbeeld ouders met Alzheimer, dan denk je: ‘Nu ben ik aan de beurt’. Ik merk op mijn spreekuur dat goede voorlichting daarbij heel belangrijk is. Je klachten kunnen plaatsen helpt al. Dat vrouwen weten: het hoort erbij.
Veel vrouwen in de overgang ervaren klachten. Niet allemaal zijn ze ernstig, maar ze belemmeren je wel in je functioneren. Of je nu voor de klas staat, van vergadering naar vergadering rent of een huis vol pubers hebt: de overgang trekt een wissel op je leven. Nog steeds wordt onderschat hoeveel last je hiervan kunt hebben. En krijgen vrouwen nog regelmatig te horen: gewoon even doorbijten en er vooral niet te veel bij stilstaan. Sexy zullen we de overgang nooit krijgen. Maar we krijgen het hopelijk wel bespreekbaar en erkend.
7 misvattingen ontkracht, waarmee ik hopelijk de drempel om iets aan overgangsklachten te doen voor een aantal vrouwen verlaag. Want we zien het elke dag: met de juiste behandeling en informatie maak je mensen zo blij. Ik hoor vaak van vrouwen: ‘Ik heb m’n leven weer terug’. Dat geeft niet alleen mij, maar ons hele team enorm veel voldoening.