Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
‘Ja, heel goed. Ik zie haar nog voor me: het was een voldragen kindje, een meisje. Haar zal ik nooit vergeten, als ik 80 jaar ben zie ik haar nog voor me. Het maakte zo’n indruk. Ik had zelf jonge kinderen en dacht: ik weet niet of ik hier wel geschikt voor ben. Ik had de neiging om de ouders te troosten, het verdriet weg te nemen. Nu weet ik: niks kan de situatie veranderen, er zijn geen woorden die het goed kunnen maken. Wel kan ik ouders helpen bij de eerste stappen in hun rouwproces.’
‘Dat is heel verschillend. Ik zie partners die hun vrouw willen steunen en het verdriet samen aangaan, maar ik zie ook partners die het liefst weg zouden rennen. En alles ertussenin. Soms willen ouders hun kindje ook niet zien en willen ze dat ik het weghaal van de kamer. Voor het verwerkingsproces is het belangrijk dat ouders kennis maken met hun dode kindje, maar ik kan natuurlijk niemand dwingen.’
‘Ik herinner me een situatie waarin er een schoonzus aanwezig was in de kamer. Ik wikkelde de baby in doeken, pakte het op en vroeg aan de ouders: “Mag ik jullie vertellen hoe jullie baby eruit ziet?” De ouders knikten, maar in hun ogen zag ik angst. De schoonzus sloeg het doek open en zei: “Wat een mooie handjes, zeg. En wat een mooie voetjes.’ Voorzichtig keek de vader op. “Mag ik alleen de voetjes zien? En de handjes?” Maar hij bekeek steeds meer. En toen wilde zijn vrouw ook. Toen hebben ze samen heel hard gehuild en namen ze afscheid.’
‘Het is heel heftig. In het begin stond ik soms stiekem mee te huilen. Nu niet meer. Ik heb geleerd: het is het verdriet van de ouders. Als mens raakt het me, maar het is niet mijn verlies. Daarin probeer ik mezelf ook te beschermen. Het kan niet gebeuren dat ik ’s avonds huilend in bed lig omdat er een kindje is overleden. Dan kan ik mijn werk niet meer doen.’
‘Ja. We kunnen ook bij elkaar terecht om te praten of te huilen. Alleen zwangere collega’s proberen we te ontlasten. Je kunt moeilijk iemand begeleiden die een kind met 28 weken verliest als je zelf 28 weken zwanger bent. Zelf vind ik het begeleiden van een stilgeboorte een dankbare taak. Het doet ertoe. Je wil het voor de ouders zo prettig mogelijk maken, want dit is de enige herinnering die ze zullen maken met hun kindje. Er komen, verdrietig genoeg, geen herinneringen meer bij.’
‘Jazeker. Stichting Make a Memory komt bij geboortes vanaf 24 weken zwangerschap. Stichting Still komt ook bij bevallingen voor die termijn. De fotoreportage is een tastbare herinnering voor de ouders. Op het moment zelf twijfelen ze soms of ze een fotograaf erbij willen, maar na afloop blijkt het heel waardevol.’
‘Ouders kunnen het beste onderdeel zijn van het proces. Ze mogen hun kindje aankleden, of - als het nog veel te klein is – in een sjaal of doek wikkelen. Maar ze mogen ook kiezen voor wateropbaring. Dit is een methode om overleden baby’s langer toonbaar te houden. Het kindje wordt – liefst niet al te lang na de geboorte – in koud water gelegd. Vooral de hele kleintjes hebben nog onvoldoende bescherming van echte huid en het lijfje kan daardoor snel vervormen. In het water gaat het baby’tje vanzelf weer in de natuurlijke foetushouding liggen. Veel fijner om te zien voor de ouders en voor familie en vrienden die afscheid willen nemen.’
‘Ouders mogen hun kindje begraven of cremeren, maar het is niet verplicht. Je mag het ook in je eigen tuin begraven, of op een mooie plek in het bos. Ouders mogen hun kindje ook in het ziekenhuis achterlaten, om het collectief te laten cremeren. Eén keer in de paar maanden cremeert OLVG alle overleden kindjes die voor 24 weken zwangerschap zijn geboren. De as daarvan wordt uitgestrooid op het Engeltjesveld van begraafplaats de Nieuwe Ooster. Een mooie plek, waar ouders altijd naar terug kunnen.’