home

ABVD

Deze informatie gaat over het behandelschema van de chemotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit 4, 6 of 8 kuren. 
  • Elke 4 weken start een nieuwe kuur.
  • De medicijnen adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine worden op dag 1 en 
    dag 15 via een infuus toegediend. Dat duurt ongeveer 3 uur. U blijft dan in OLVG.
  • Voor de toediening op dag 1 van elke volgende kuur, komt u op controle bij uw arts of 
    verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat en hoe de 
    behandeling is gegaan.

Laat een uur voor de controle-afspraak bloed prikken. 
Laat op dag 14 voor 10.30 uur ook bloed prikken.
Afhankelijk van de uitslagen beoordeelt de arts of de toediening door kan gaan.

Behandelschema

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet krijgt toegediend.

Dag

adriamycine, infuus

bleomycine, infuus

vinblastine, infuus

dacarbazine, infuus

1 + + + +
2 - - - -
3 - - - -
4 - - - -
5 - - - -
6 - - - -
7 - - - -
8 - - - -
9 - - - -
10 - - - -
11 - - - -
12 - - - -
13 - - - -
14 - - - -
15 + + + +
16 - - - -
17 - - - -
18 - - - -
19 - - - -
20 - - - -
21 - - - -
22 - - - -
23 - - - -
24 - - - -
25 - - - -
26 - - - -
27 - - - -
28 - - - -

Middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

1 dexamethason 
aprepitant
granisetron 
magnesiumhydroxide
metoclopramide
paracetamol
1x per dag 12 mg
1x per dag 125 mg
1x per dag 2 mg
Zo nodig 2x per dag 724 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
Zo nodig bij koorts maximaal 3x per dag 1000 mg
2 dexamethason
aprepitant
metoclopramide
1x per dag 8 mg
1x per dag 80 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
3 dexamethason
aprepitant
metoclopramide
1x per dag 8 mg
1x per dag 80 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
4 dexamethason
metoclopramide
1x per dag 8 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
5 tot en met 14 metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg
15 dexamethason 
aprepitant
granisetron 
magnesiumhydroxide
metoclopramide
1x per dag 12 mg
1x per dag 125 mg
1x per dag 2 mg
Zo nodig 2x per dag 724 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
16 dexamethason
aprepitant
metoclopramide
1x per dag 8 mg
1x per dag 80 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
17 dexamethason
aprepitant
metoclopramide
1x per dag 8 mg
1x per dag 80 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
18 dexamethason
metoclopramide
1x per dag 8 mg
Zo nodig 3x per dag 10 mg
19 tot en met 28 metoclopramide Zo nodig 3x per dag 10 mg

 

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door chemotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Bijwerkingen diabetes, haaruitval, menstruatiestoornis, smaakverandering of smaakvermindering, verkleuring van urine, vermoeidheid, verstopping (obstipatie)

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Beschadigingen van zenuwen, droge en gevoelige huid, grieperig gevoel/spierpijn, hoofdpijn, irritatie van de ogen, koorts op de dag van toediening, pijn bij toediening, pijnlijke mond en lippen, verandering in seksualiteit, vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie)

Bijwerkingen die soms voorkomen

Benauwdheid/kortademigheid, bloedarmoede (anemie), diarree, misselijkheid en braken, verminderde eetlust, vermindering bloedplaatjes (trombopenie)

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het? 

  • Door het gebruik van het medicijn dexamethason en/of prednison kunnen de bloedsuikers ontregeld raken. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Controleer de bloedsuiker de eerste 3 dagen na de kuur. 
  • Volg de instructie van de diabetesverpleegkundige op.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voorafgaand aan de behandeling verwijzen wij u door naar de diabetesverpleegkundige

Wat is het?

  • Meestal begint het haarverlies geleidelijk, 2 tot 3 weken na de eerste chemokuur.
  • Haaruitval kan samengaan met een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid, te vergelijken met 
    haarpijn (pijn in de wortels).
  • Naast uw hoofdhaar kunnen ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel, lichaams- en 
    schaamhaar uitvallen. Dit is niet altijd het geval. En meestal gebeurt dit later dan het 
    hoofdhaar.
  • Ongeveer een maand na afloop van de behandeling begint uw haar weer te groeien. De 
    snelheid waarmee dit gebeurt, is per persoon verschillend. Meestal is er na enkele 
    maanden weer een goed herstel van de haargroei. 

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.
  • Heeft u vragen over de vergoeding of betaling van een haarwerker? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Wij geven u een pruikmachtiging.

Wat is het? 

  • Er kan een verandering optreden in de menstruatie. Dit kan samengaan met een onregelmatige cyclus. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes vermindert de stolling van het bloed waardoor de menstruatie heviger kan zijn.
  • De menstruatie kan ook stoppen. U kunt hierdoor tijdelijk of blijvend in de overgang komen. Dit is mede afhankelijk van uw leeftijd.
  • Gemiddeld komt u door chemotherapie 5 jaar eerder in de overgang. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige overgangsklachten kunnen wij u doorverwijzen naar de gynaecoloog.

Wat is het? 

  • Uw smaak kan veranderen. Eten wat u eerst lekker vond, smaakt nu niet meer. Eten dat u normaal gesproken niet lekker vond, smaakt u nu misschien juist wel.
  • Na de behandeling herstelt de smaak zich weer.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtiste.

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is dat?

  • De urine rood-oranje verkleuren.
  • De verkleuring is onschadelijk en verdwijnt enkele dagen na de start van de chemokuur spontaan.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Houdt de verkleuring van de urine langer dan 48 uur aan? Dan is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het? 

  • Verstopping (obstipatie) kan ontstaan door gebruik van medicatie om misselijkheid te voorkomen en door bepaalde chemotherapie. 
  • Klachten van verstopping zijn; harde en droge ontlasting buikpijn en krampen, opgezette buik en een verminderde eetlust door een vol gevoel. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Wanneer u bovenstaande klachten langer dan 4 dagen heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het? 

  • De uiteinden van de zenuwen van handen en voeten kunnen beschadigd worden. Dit heet neuropathie. Klachten kunnen zijn een doof/slapend, tintelend of branderig gevoel in vingertoppen, vingers en tenen. 
  • U kunt ook moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen als het dichtknopen van kleding. 
  • Soms treden deze klachten tijdelijk op en verdwijnen dan weer binnen enkele dagen. 
  • In het eerste anderhalf jaar na de behandeling kunnen de klachten verminderen en verdwijnen dan meestal volledig. Zijn er daarna nog neuropathieklachten, dan zullen deze blijvend zijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. 
  • Heeft u klachten? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te passen. 

Wat is het?

  • De behandeling kan uw huid droger en/of schilferig maken.
  • Gedurende de behandeling kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Smeer uw gezicht en andere delen van uw lichaam die in de zon komen in met minimaal factor 30 en vermijd zonnebaden.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen. 
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden. 

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de dermatoloog.

Wat is het? 

  • Het grieperige gevoel begint enige uren na de toediening en kan 1 tot 2 dagen aanhouden. 
  • Klachten die hiermee samen gaan zijn; spierpijn, botpijn, hoofdpijn en een verminderde eetlust krijgen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Gebruik ter bestrijding van de hoofdpijn, spierpijn en botpijn 1000 mg paracetamol.
  • De inname van paracetamol mag u, indien nodig, uitbreiden tot maximaal 3 keer per dag 1000 mg.
  • Heeft u na 2 dagen nog steeds klachten? Dan is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het?

  • Hoofdpijn kan ontstaan door de chemotherapie en door de medicatie om misselijkheid en 
    braken te voorkomen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; een overgevoeligheid voor prikkels als licht en 
    geluid.

Wat kunt u zelf doen?

  • Vermijd een prikkelende omgeving. Zorg voor een rustige ruimte eventueel verduisterd.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Neem 3 keer per dag 1000 mg paracetamol.
  • Houdt de hoofdpijn aan, neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

 

Wat is het? 

  • Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het hoornvlies of doordat de traanklieren onvoldoende traanvocht produceren. Hierdoor worden de ogen droog.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; irritatie, roodheid, pijn en tranen van de ogen.
  • Ook kunt u last krijgen van wazig zien. Dit gaat vanzelf over. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Vermijd het gebruik van lenzen als uw ogen te gevoelig zijn. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij aanhoudende klachten kan uw arts of verpleegkundig specialist oogdruppels voorschrijven.

Wat is het?

  • Er kan verhoging of koorts ontstaan.
  • De koorts verdwijnt spontaan binnen 24 uur na de toediening.
  • Door de koorts en het zweten, verliest u meer vocht dan gewoonlijk. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Drink voldoende: 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers).
  • Gebruik ter bestrijding van de koorts 1000 mg paracetamol
  • Is de koorts na 24 uur nog niet verdwenen? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het?

  • Tijdens het inlopen van de medicijnen kunnen pijnklachten optreden aan de arm waar het 
    infuus zit.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt niets doen om dit te voorkomen.
  • Krijgt u deze klachten tijdens het inlopen van de medicijnen? Waarschuw dan de 
    verpleegkundige.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Een warme pakking op de infuusarm kan de klachten verlichten.
  • Bij ernstige klachten laat de verpleegkundige de medicijnen langzamer inlopen.

Wat is het?

  • U kunt last krijgen van irritatie, beschadiging of ontsteking van het mondslijmvlies 
    (mucositis).

Wat kunt u zelf doen?

  • Spoel 4 tot 6 keer per dag uw mond met zout water. Dit beschermt het slijmvlies.
  • Poets uw tanden 2 keer per dag met een zachte tandenborstel en een medicinale 
    tandpasta zoals Parodontax of Sensodyne F.
  • Probeer wondjes en bloedingen te voorkomen. Wees daarom voorzichtig met floss, 
    ragers of tandenstokers.
  • Houdt de pijnlijke mond aan of lukt het u niet om voldoende te eten of te drinken? Neem 
    dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Chemotherapie kan invloed hebben op uw seksuele gevoelens. 
  • Door een operatie, bestraling en/of haarverlies kan een veranderd zelfbeeld ontstaan.
  • Het is mogelijk dat u minder zin heeft om te vrijen.
  • De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. 
  • Vrouwen kunnen last krijgen van vaginale droogte.
  • Mannen kunnen last hebben van erectiestoornissen en/of ejaculatieproblemen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het bespreekbaar maken van seksuele problemen is belangrijk.
  • Door erover te praten met uw partner leert u elkaar beter te begrijpen. 
  • Ook met uw zorgverleners kunt u problemen rond seksualiteit bespreken.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als u problemen ervaart met uw seksualiteit dan kunnen we u verwijzen naar een seksuoloog. 

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het?

  • De binnenbekleding van de luchtwegen kan worden aangetast. Hierdoor ontstaat een 
    ontstekingsreactie. Dit kan leiden tot bindweefselvorming in de long.
  • Een andere vorm van schade ontstaat door verandering van het longweefsel (de 
    longblaasjes) zelf, waardoor de longfunctie vermindert. Klachten kunnen zijn: hoesten 
    zonder opgeven van slijm, kortademigheid; eerst bij inspanning later ook in rust, snelle 
    ademhaling.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Behandelingen

Lees de behandelwijzer chemotherapie en immunotherapie goed door.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: