home

Bewegen na borstamputatie, okselkliertoilet of borstamputatie met een reconstructie : oefeningen

Als u een borstoperatie heeft gehad, kunt u soms uw schouder minder goed bewegen. Het is belangrijk dat u oefeningen doet om uw arm en schouder weer beter te kunnen bewegen. U krijgt een oefenprogramma van 6 weken. Na 6 weken mag u weer alles doen zolang het geen klachten geeft.

Oefenprogramma's

Er zijn 3 verschillende borstoperaties:

  1. Borstamputatie zonder een directe borstreconstructie
  2. Borstamputatie met een directe borstreconstructie
  3. Verwijderen okselklieren

 

Na een borstamputatie zonder directe borstreconstructie

Als u een borstamputatie heeft gehad zonder borstreconstructie, kunt u het volgende schema volgen:

  • De eerste week na de operatie: U mag de arm functioneel gebruiken. Dit betekent dat u uw arm mag bewegen bij dagelijkse activiteiten, bijvoorbeeld bij uw lichamelijke verzorging en lichte huishoudelijke taken. U mag geen kracht gebruiken en u mag geen pijn hebben.
  • 1 week na de operatie: starten met alle oefeningen.
  • 6 weken na de operatie: u mag alles weer doen, u mag ook sporten. Bouw uw activiteiten voorzichtig op. Let erop dat u geen klachten krijgt.

Na een borstamputatie met directe reconstructie

Als u een borstamputatie met een directe borstreconstructie heeft gehad, kunt u het volgende schema volgen:

  • De eerste week na de operatie: U mag de arm functioneel gebruiken. Dit betekent dat u uw arm mag bewegen bij dagelijkse activiteiten, bijvoorbeeld bij uw lichamelijke verzorging en lichte huishoudelijke taken. U mag geen kracht gebruiken en u mag geen pijn hebben. Beweeg uw arm naar voren en naar de zijkant binnen de grenzen van 90 graden: zie oefening 1.
  • 1 week na de operatie: starten met oefening 1 en 2.
  • 5 weken na de operatie: starten met alle oefeningen.
  • 6 weken na de operatie: u mag alles weer doen, zolang u geen klachten heeft. U mag ook weer beginnen met sporten. Bouw uw activiteiten voorzichtig op. Let erop dat u geen klachten krijgt.

Na het verwijderen van okselklieren

Als u een operatie heeft gehad waarbij uw okselklieren zijn verwijderd, kunt u volgende schema volgen:

  • De eerste week na de operatie: U mag de arm functioneel gebruiken. Dit betekent dat u uw arm mag bewegen bij dagelijkse activiteiten, bijvoorbeeld bij uw lichamelijke verzorging en lichte huishoudelijke taken. U mag geen kracht gebruiken en u mag geen pijn hebben.
  • 1 week na de operatie: starten met alle oefeningen.
  • 6 weken na de operatie: u mag alles weer doen, u mag ook sporten. Let erop dat u geen klachten krijgt.

Oefeningen

Het is belangrijk dat u oefent, zodat u uw schouder of arm weer helemaal kunt gebruiken.

  • Probeer elke dag de oefeningen te doen.
  • U kunt beter vaker op 1 dag kort oefenen, dan 1 keer lang.
  • Probeer elke oefening 5 tot 10 keer te herhalen. Zorg dat u hierbij geen pijn heeft. Het doel is om elke dag iets verder te komen met de oefeningen.
  • Als u een oefening doet, mag u uw spieren rekken. U mag het rekken 4 tot 5 seconden vasthouden. Adem rustig door. U mag geen pijn krijgen tijdens het rekken.
  • Na de oefeningen mag u geen pijn hebben. Als u wel pijn heeft na de oefeningen, adviseren wij om de volgende keer de oefeningen minder intensief te doen.
  • Overleg met uw arts, uw fysiotherapeut of uw casemanager mammacare als u klachten krijgen van de wond zoals wondlekkage, pijn, roodheid, zwelling en warmte.
  • Als er vocht bij de wond ontstaat of als u een pijnlijke streng in uw oksel voelt, kunt u contact opnemen met uw casemanager mammacare. U kunt ook contact opnemen met uw casemanager mammacare als u niet meer vooruitgaat met de oefeningen. Eventueel kunt u een verwijzing krijgen voor een fysiotherapeut.

Oefening 1

  • U kunt op een stoel zitten of u kunt staan.
  • Laat uw arm langs uw lichaam hangen.
  • Beweeg uw arm gestrekt naar voren.
  • Beweeg uw arm niet hoger dan uw schouder.
  • Laat uw arm weer zakken.

Oefening 2

  • U kunt op een stoel zitten of u kunt staan.
  • Laat uw armen langs uw lichaam hangen.
  • Trek uw schouders op.
  • Ontspan uw schouders weer.

Oefening 3

  • Ga ongeveer 15 centimeter van de muur staan.
  • Leg uw handen op de muur. Ongeveer op de hoogte van uw schouders.
  • Beweeg langzaam uw beiden handen naar boven over de muur. Doe dit door met uw vingertoppen over de muur te lopen.
  • Probeer uw handen zo hoog mogelijk op de muur te brengen.
  • Laat uw armen weer naar beneden zakken.

Oefening 4

  • U kunt op een stoel zitten of u kunt staan.
  • Leg uw handen achter uw oren tegen uw achterhoofd.
  • Strengel dan uw vingers in elkaar.
  • Houd uw ellebogen eerst ontspannen naar voren. Breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.

Oefening 5

  • U kunt op een stoel zitten of u kunt staan.
  • Vouw uw handen in elkaar voor uw borst.
  • Breng uw armen zo ver mogelijk omhoog boven uw hoofd.

Oefening 6

  • Laat uw armen langs uw lichaam hangen.
  • Beweeg allebei uw armen zo hoog mogelijk opzij.
  • Houd uw armen zo veel mogelijk gestrekt.

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Fysiotherapie, locatie Oost, A8
020 599 30 13 (op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur)
fysiotherapie-oost@olvg.nl

Afdeling Fysiotherapie, locatie West, route 11
020 510 83 67 (op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur)
fysiotherapie-west@olvg.nl 

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Fysiotherapie van OLVG. Laatst gewijzigd: