Bloedafname bij kinderen : voorbereiden en algemene informatie

In OLVG vinden we het belangrijk dat uw kind zich op zijn gemak voelt. Op de afdeling Bloedafname in locatie Oost en West zijn speciale ruimtes voor kinderen.
Misschien verwacht u dat uw kind extra begeleiding nodig heeft. Er zijn speciale pleisters die de huid verdoven. Ook een sucrose-oplossing op de speen kan verdoven.. Bespreek dit vooraf met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. De pleisters kunt u vragen aan de arts die het onderzoek aanvraagt, of aan de polikliniekassistente. Er zijn 2 soorten pleisters:

• Een EMLA-pleister voor kinderen van 0 tot 3 jaar. Deze moet minimaal 1 uur voor de bloedafname op de huid zitten.
• Een Rapidan-pleister voor kinderen ouder dan 3 jaar. Deze pleister moet 30 minuten voor de bloedafname op de huid zitten.

• Maak altijd een afspraak voor de bloedafname van uw kind. De afspraken met kinderen zijn altijd voor 15.45 uur in de middag. Op de afdeling Bloedafname in locatie Oost en West is een speciale ruimte voor kinderen.
• U kunt de afspraak eenvoudig online maken via de webpagina van de afdeling Bloedafname.
• Als uw kind jonger is dan 12 jaar, kies dan voor Bloedafname kind <12 jaar.
• Bij kinderen jonger dan 12 jaar nemen we alleen bloed af als er een volwassene bij hen is.
• Neem bij een bezoek aan de afdeling Bloedafname altijd het aanvraagformulier van de arts en een geldig identiteitsbewijs van uw kind mee.

Leg uw kind rustig uit wat er zal gebeuren.  Het helpt om eerlijk te zijn tegen uw kind en met een rustige stem te spreken. Bijvoorbeeld: ‘We gaan naar het ziekenhuis voor onderzoek van je bloed. Hoe zullen we er samen voor zorgen dat het makkelijk gaat?’

Vertel eventueel hoe het onderzoek gaat. Dit kunt u kort vertellen, of juist wat meer uitgebreid. Dat hangt af van de leeftijd en het karakter van uw kind.
Gebruik liever niet de woorden: pijn of prik. Uw kind kan dan juist meer pijn ervaren. Dat is wetenschappelijk onderzocht.
Gebruik bijvoorbeeld de zin: ‘Hoe het voelt is voor iedereen anders. Het ene kind zegt “Ik vind het even vervelend of naar”. De ander zegt: “Hoe stiller je je arm houdt, hoe sneller het voorbij is”.’

Bespreek thuis wat uw kind prettig vindt en bespreek dat met de medewerker Bloedafname. Denk aan:

1. Wil uw kind op schoot zitten of alleen?
2. Wat kan uw kind doen om zich te ontspannen.
3. Wat wil uw kind ondertussen doen?

Voorbeelden om te ontspannen:

• Baby’s: zuigen op een speen eventueel met sucrose, aaien en liedje zingen en op schoot nemen. Soms kan verdoven via de speen helpen. Dit gebeurt met een sucrose-oplossing. U kunt dit bespreken met uw arts. De sucrose-oplossing is ook op de afdeling Bloedafname beschikbaar.
• Peuters en kleuters: een knuffel vasthouden, op schoot zitten, bellenblazen, filmpje kijken, bekend boekje lezen.
• Schoolkinderen: kijken in een zoekboek, een filmpje kijken, een fantasieverhaal vertellen, ademhalingsoefening, een mop laten vertellen of een raadselspel.
• Tieners: ademhalingsoefening, filmpje kijken, kletsen over interesses, mee laten helpen.

Rustig inademen en uitademen zorgt dat zowel u als uw kind zich rustiger voelt. Rustig ademhalen zorgt voor slappere spieren. Dan is het afnemen van bloed makkelijker. U kunt met oudere kinderen samen 3 tellen inademen via de neus en 3 tellen uitademen via de mond.  Met jongere kinderen kunt u bijvoorbeeld zogenaamd een kaars uitblazen. 

Zorg dat uw kind het lekker warm heeft. Het afnemen van bloed gaat dan makkelijker.

• De medewerker Bloedafname vertelt u en uw kind op welke plek een beetje bloed wordt afgenomen. Meestal is dit uit een bloedvat in de arm of op de hand. Bij baby’s wordt bloed afgenomen uit de vinger of de hiel.
• Soms doet de medewerker een band om de bovenarm van uw kind en trekt hij de band wat strak. De medewerker kan nu het bloedvat makkelijker vinden.
• De medewerker maakt een stukje huid schoon.
• De medewerker doet voorzichtig een naald in het bloedvat en vult 1 of meerdere buisjes met bloed.
• De medewerker verwijdert de naald en plakt een pleister op het wondje.

Praat na het onderzoek nog met uw kind over hoe het is gegaan. Dat helpt uw kind met het verwerken van de ervaring van de bloedafname.