Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Uw huisarts heeft u doorgestuurd naar OLVG omdat u misschien borstkanker heeft. Of u heeft meegedaan aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. En als uit het bevolkingsonderzoek blijkt dat meer onderzoek nodig is.
U krijgt hier uw onderzoeken. En als het nodig is vaak ook de behandeling. De onderzoeken en behandelingen heten samen een zorgpad. U heeft 1 vast contactpersoon. Daar kunt u altijd terecht met vragen over uw ziekte of behandeling. Hier leest u stap voor stap wat er gebeurt.
Eerst krijgt u onderzoeken. Zo zoekt de arts uit of u borstkanker heeft. Na de onderzoeken bespreekt u met de arts de uitslag. De arts vertelt of het borstkanker is of niet. Dit heet een diagnose.
De arts maakt een behandelplan voor u. En werkt hiervoor samen met artsen en verpleegkundigen van andere afdelingen of ziekenhuizen. U beslist samen welke behandeling voor u het beste is.
Soms heeft u na uw behandeling zorg nodig. Omdat u lang moe blijft, of angstig of somber bijvoorbeeld. Ook voor zorg na kanker of als u leeft met kanker helpen we u.
Na uw behandeling komt u een paar keer op controle bij uw arts of verpleegkundig specialist. Tijdens de controle bespreken jullie de uitslag van onderzoeken. En hoe het met u gaat.
Hoe gaat een controle-afspraak
Bij borstkanker is er een kwaadaardige tumor in uw borst. Deze tumor heet ook wel mammacarcinoom. De tumor kan overal in uw borst ontstaan.
1 op de 7 vrouwen krijgt te maken met borstkanker. Vooral bij vrouwen boven de 50 jaar. Ook mannen kunnen borstkanker krijgen: 1 op de 150 borstkankerpatiënten is een man.
Uw lichaam maakt steeds nieuwe cellen aan, hierdoor kan uw lichaam groeien. Soms gaat er bij het maken van nieuwe cellen iets mis. Er kan dan een kwaadaardig afwijking ontstaan: een tumor.
Door borstkanker kunt u afwijkingen in uw borst krijgen. Uw borst kan er dan anders uit gaan zien. U heeft bijvoorbeeld:
Als u zo’n verandering merkt bij uzelf, is het belangrijk om naar de huisarts te gaan. Als het nodig is, kan de huisarts u doorverwijzen naar het ziekenhuis.
Uw borst kan er anders uitzien of anders aanvoelen dan u gewend bent. Uw borst kan dikker aanvoelen, u voelt een knobbeltje of er is een verandering van de huid of tepel. De meeste veranderingen zijn normaal en kunnen geen kwaad. Soms komt een verandering door borstkanker.
Lees meer over het borstonderzoek via deze webpagina.
Als u een biopt of punctie heeft gehad, belt een verpleegkundig specialist van de Mammapoli u met de uitslag van het weefselonderzoek. De verpleegkundig specialist vertelt u of u borstkanker heeft. De verpleegkundig specialist kan vaak nog niet vertellen hoe erg de borstkanker is. Vaak is hiervoor extra onderzoek nodig.
De verpleegkundig specialist geeft u informatie over de volgende stappen. Bijvoorbeeld over onderzoeken of andere afspraken in het ziekenhuis.
ma t/m vrij 8.15 - 16.15 uur
ma t/m vrij 8.15 - 16.15 uur
In het team zitten artsen, verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen, pathologen en radiologen. Dit heet een multidisciplinair team. Allemaal weten ze veel van kanker. De artsen van OLVG werken samen met artsen van Antoni van Leeuwenhoek.
Het overleg van artsen en verpleegkundigen heet een multidisciplinair overleg of MDO.
Tijdens het MDO bespreekt het team de uitslagen van de onderzoeken die bij u zijn gedaan. Het team kan adviseren wat voor u de beste behandeling is. Het team kijkt ook naar uw persoonlijke omstandigheden, zoals uw conditie.
Soms is het nodig dat u eerst meer onderzoek krijgen voordat de artsen uw behandeling kunnen bespreken. U krijgt onderzoeken om te kijken of u uitzaaiingen heeft. Welke onderzoeken u krijgt hang taf van het soort tumor en de grootte van de tumor. U kunt bijvoorbeeld een MRI-scan of een PET-CT-scan krijgen.
Om kanker te kunnen bestrijden willen we er alles over weten. Artsen en onderzoekers hebben daarom zoveel mogelijk gegevens nodig over patiënten met kanker. De gegevens van alle patiënten met kanker in Nederland worden verzameld.
U kunt hier meer over lezen in de folder van het Integraal Kankercentrum Nederland.
Na het MDO bespreekt de chirurg of verpleegkundig specialist het advies voor een behandelplan met u. De artsen willen ook graag weten wat u zelf wilt. Als u bijvoorbeeld een borstamputatie krijgt, kunt u met de artsen overleggen of u wel of geen borstreconstructie wilt krijgen. U beslist samen met de artsen wat u belangrijk vindt en welke gevolgen een behandeling kan hebben. U besluit samen met uw zorgverleners wat voor u de beste behandeling is.
Om u zelf goed te informeren kunt u gebruik maken van een keuzehulp. Er zijn verschillende keuzenhulpen. Wij raden de keuzehulp aan van Borstkanker keuzehulp.
Een keuzehulp helpt u om te bepalen wat u wilt:
U kunt verschillende keuzehulpen vinden op de website van borstkanker.nl.
Borstkankervereniging Nederland heeft een handige checklist ontwikkeld om u te helpen bij de voorbereiding op gesprekken met artsen en verpleegkundigen: B-bewust.
De behandeling van kanker kan bestaan uit bijvoorbeeld een operatie, chemotherapie en immunotherapie. U beslist met uw arts welke behandeling of behandelingen u krijgt.
Na uw eerste behandeling bespreken uw artsen in een MDO wat daarna de beste behandeling voor u is.
Meestal krijgt u 2 tot 4 weken na de diagnose een borstoperatie. Als u een borstoperatie krijgt, heeft u verschillende afspraken in OLVG:
Meestal begint u binnen 5 weken na de diagnose met de chemotherapie. U krijgt meestal 4 tot 5 weken na het einde van de chemotherapie een borstoperatie. U heeft verschillende afspraken in OLVG:
Als u bestraling of radiotherapie krijgt, gaat u voor deze behandeling naar een ander ziekenhuis. Het is niet mogelijk om radiotherapie in OLVG te krijgen. U kunt naar het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, maar u mag ook naar een ander ziekenhuis dat uw voorkeur heeft.
Tijdens de radiotherapie blijft uw casemanager uw vast aanspreekpunt. Vragen over radiotherapie kunt u het beste stellen bij het ziekenhuis waar u de radiotherapie krijgt.
De meesten mensen met borstkanker krijgen een borstoperatie. Tijdens de borstoperatie verwijdert de arts de tumor in uw borst. Er zijn verschillende soorten borstoperaties. U kunt een borstamputatie krijgen, of een borstsparende operatie.
Als u een borstamputatie krijgt, kunt u vaak een borstreconstructie krijgen. U bespreekt met uw arts welke borstoperaties mogelijk zijn. En wat uw voorkeur heeft.
U kunt meer lezen over de verschillende borstoperaties en de keuze die hierbij mogelijk zijn op de webpagina Borstoperaties bij borstkanker
Kanker en de behandeling kan veel invloed hebben op uw dagelijks leven. Voor uzelf, maar ook voor uw relatie en gezin.
U kunt zich moe voelen of minder geconcentreerd. Sommige mensen voelen zich somber, angstig of lusteloos. Borstkanker kan ook invloed hebben op uw seksualiteit en op intimiteit. Misschien heeft u minder zin in seks. Of voelt u zich niet meer hetzelfde in uw lichaam als voor de ziekte.
Misschien zoekt u hulp bij het verwerken van wat u heeft meegemaakt. Of heeft u vragen over bewegen of sporten of over gezond en lekker eten. Er zijn vele organisaties en websites die informatie en hulp bieden tijdens en na uw behandeling met kanker. U kunt in OLVG hulp krijgen, maar er zijn ook plekken buiten OLVG waar u hulp en informatie kunt krijgen. U kunt de mogelijkheden met uw casemanager bespreken.
Op de pagina’s hieronder geven wij u meer informatie over hulp bij klachten die u kunt ervaren tijdens of na de behandeling van kanker.
In samenwerking met Stichting Ook ontwikkelde OLVG een magazine voor oncologie patiënten en hun naasten. In het magazine vind je een greep uit het aanbod van ondersteunende zorg die we binnen OLVG verzorgen, maar laten we ook zien wat onze partners van buiten het ziekenhuis bieden om patiënten te ondersteunen tijdens en na de behandeling. Ook staan er ervaringen in van patiënten die te maken krijgen met kanker.
Na een behandeling voor borstkanker kan borstkanker terugkomen. De eerste 5 jaar na het einde van de behandeling is de kans dat de borstkanker terugkomt het grootst. Daarom heeft u de eerste 5 tot 10 jaar na uw behandeling elk jaar een nacontrole. Tijdens de nacontrole onderzoekt de arts of verpleegkundig specialist goed of er nieuwe tumoren in uw borst zitten.
Tijdens de nacontrole kunt u verschillende onderzoeken krijgen:
Voor de uitslag van de onderzoeken kunt u kiezen of u een afspraak op de polikliniek of een afspraak via de telefoon wilt hebben.
U kunt na uw behandeling last hebben van klachten. De klachten kunnen lichamelijk zijn zoals vermoeidheid of een stijve schouder. Maar de klachten kunnen ook psychisch zijn zoals somberheid of angst.
Tijdens de nacontrole kunt u deze klachten bespreken met uw arts of verpleegkundig specialist. Uw arts of verpleegkundig specialist kan u advies en tips geven hoe u het beste met de klachten om kunt gaan. Als het nodig is kan uw arts of verpleegkundig specialist u doorverwijzen naar een andere zorgverlener zoals een fysiotherapeut of een psycholoog.
Als u zich zorgen maakt omdat u klachten heeft tussen de controles in, kunt u altijd contact opnemen met uw huisarts. Als het nodig is, kan uw huisarts u doorverwijzen naar OLVG.
Het komt vaak voor dat iemand die borstkanker heeft gehad, na de behandeling bang is dat de ziekte terugkomt. De controles kunnen spannend zijn. U kunt uw zorgen met uw arts of verpleegkundig specialist bespreken. U kunt bijvoorbeeld afspreken om meer afspraken te krijgen via de telefoon als u dat fijner vindt.
In het eerste jaar na uw behandeling heeft u 3 afspraken met uw casemanager. Tijdens deze afspraken helpt uw casemanager u met uw klachten.
Als u hormoontherapie krijgt, krijgt u tijdens de hormoontherapie ook al de nacontroles.