home

Botox-behandeling : injectie bij een overactieve blaas

Als u een overactieve blaas heeft, moet u vaker plassen en voelt u daarbij vaak sterke aandrang. Soms lukt het niet de urine op te houden en is er urineverlies. U bent hiervoor al eerder behandeld maar uw klachten zijn er nog. Een behandeling met Botox kan vaak wel helpen.

Over een Botox-behandeling

Botox is een spierontspanner. De aandrang om te plassen wordt er minder door.

De Botox-behandeling kan helpen bij deze klachten:

  • vaak moeten plassen
  • vaak het gevoel dat u heel erg nodig moet plassen
  • verlies van urine

U krijgt eerst een verdoving. Daarna spuit de arts de Botox in de wand van uw blaas.
Door de Botox trekt de spier van uw blaas minder vaak samen en met minder kracht. Hierdoor krijgt u minder aandrang om te plassen. U hoeft dan minder vaak te plassen en u kunt de plas ook beter ophouden.

De behandeling duurt in totaal ongeveer 1 uur.
Het spuiten van de Botox zelf duurt ongeveer 30 minuten.

Na 4 tot 12 maanden is de Botox uitgewerkt en kunnen uw klachten terugkomen. U kunt dan opnieuw behandeling met Botox krijgen. Zo blijven de klachten weg.

Heeft u de laatste 4 maanden Botox om een andere reden gebruikt? Vertel dit dan aan uw arts.

Zo bereidt u zich voor

U heeft een recept voor antibiotica gekregen.
Zorg dat u de antibiotica bij de apotheek heeft gehaald voordat de behandeling met Botox begint.
U start thuis 1 uur voor de behandeling met de antibioticakuur.
Door deze medicijnen heeft u bij deze behandeling minder kans op een blaasontsteking. 

Zo gaat de behandeling

Voor de behandeling

  • De assistent brengt u naar een kleedkamer. U trekt uw ondergoed uit. Uw sokken en bovenkleding houdt u aan.
  • U gaat op de behandelbank liggen. Via de plasbuis brengt de assistent een katheter in uw blaas. Een katheter is een dunne slang.
  • Via de katheter brengt de assistent een verdoving in de blaas. Na ongeveer 10 minuten werkt de verdoving.
  • De assistent laat daarna de verdovingsvloeistof uit de blaas lopen en haalt de katheter weg.

De voorbereiding duurt ongeveer 30 minuten.

De behandeling

  • De arts plaatst een cystoscoop in de plasbuis. Een cystoscoop is een dun buisje met aan het uiteinde een camera.
  • Via de cystoscoop geeft de arts kleine prikjes met Botox in de blaasspier. Dit kan wat pijn doen.

De behandeling duurt ongeveer 30 minuten.

Na de behandeling

  • Als de behandeling klaar is, kunt u gewoon naar huis.
  • Ga door met de antibiotica slikken en maak de hele kuur af. Dat is belangrijk.

Soms is er nog bloed bij de urine. Door veel te drinken gaat dit meestal vanzelf over.
U merkt na ongeveer een week of de Botox werkt. Als de Botox werkt, merkt u dat u minder vaak hoeft te plassen en dat ook andere klachten minder worden.
Helaas werkt de behandeling met Botox niet bij iedereen.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere behandeling heeft risico’s.
Bel de afdeling Urologie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • bloed in de urine
  • meer dan 38,5 graden koorts
  • heel branderig gevoel bij het plassen
  • niet meer plassen of moeilijk plassen

Heel soms kunt u na de behandeling niet meer plassen of moeilijk plassen.
Dit gaat vaak pas over als de Botox is uitgewerkt. Dat kan een paar maanden duren.
Als u niet of moeilijk kunt plassen, heeft u een katheter nodig. Daarmee kunt u zelf uw blaas leegmaken. Dit heet zelfkatheterisatie. U leert hoe u deze katheter zelf moet gebruiken. De continentieverpleegkundige oefent dit samen met u.
Soms komt er na de behandeling bloed in de urine. Dat gaat door veel te drinken meestal na een paar dagen vanzelf over.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Urologie, locatie Oost, P3
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl 

Polikliniek Urologie, locatie West, route 16
020 510 86 94 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
urologie@olvg.nl 

Verpleegafdeling Urologie, locatie Oost, B7
020 599 27 03 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Urologie van OLVG. Laatst gewijzigd: