Cryochirurgie : behandeling van huidaandoeningen door bevriezing

• De dermatoloog moet goed bij de plek kunnen. Als het nodig is, kleedt u zich uit.
• U gaat op de behandeltafel liggen. Soms kunt u beter blijven staan.
• Soms geeft de dermatoloog u een plaatselijke verdoving. Dit gebeurt met een injectie.
• Als de huidaandoening erg dik is, krabt de dermatoloog eerst wat huid weg. U voelt hier niets van.
• De dermatoloog bevriest de huidaandoening 20 tot 30 seconden. Dit doet de dermatoloog 2 keer. Door de verdoving voelt u hier niets van. Door het bevriezen krijgt u een blaartje.
• U krijgt soms een pleister.

Als u zich goed voelt, mag u na de behandeling meteen naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. De dermatoloog bespreekt het vervolg met u.

• U mag gewoon douchen.
• De eerste dagen na de behandeling kan er wat vocht uit het blaartje komen.
  Gebruik dan een pleister. U moet de pleister 2 tot 3 keer per dag vervangen. Zorg dat u pleisters in huis heeft.
• Als er geen vocht meer uit de blaar komt, vervangt u de pleister 1 keer per dag.
• Na ongeveer 2 weken is de blaar genezen.
• Soms is de plek waar u behandeld bent een beetje dik. Dit komt vooral voor als u cryochirurgie rond de ogen heeft gehad. Het gaat vanzelf weer weg.

De huid geneest meestal heel goed. Soms blijft er een wit vlekje achter op de plek waar u behandeld bent.