home

CT-scan van de dikke darm : CT-scan colon

Om uw dikke darm goed te kunnen onderzoeken krijgt u een CT-scan. Een CT-scan is een onderzoek met röntgenstralen. Met een CT-scan van uw dikke darm kan uw arts zien of er afwijkingen zijn aan uw dikke darm. Dikke darm heet ook wel colon. Voor een CT-scan van de dikke darm moet u zich voorbereiden.

Over een CT-scan

Een CT-scan maakt in 1 keer foto’s van alle kanten van de binnenkant van een lichaamsdeel. Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Met een CT-scan is het mogelijk om ziektes of afwijkingen op te sporen. De hoeveelheid straling is klein en niet gevaarlijk. 

Contrastmiddel

Soms is het nodig dat u tijdens het onderzoek jodiumhoudend contrastmiddel krijgt via een infuus in een bloedvat. Wanneer dit nodig is, controleren wij van tevoren uw nierfunctie. Hiervoor moet u minstens 1 dag voor het onderzoek bloed laten prikken. Als uw nierfunctie niet bekend is, mag u geen contrastmiddel krijgen. Het onderzoek kan dan niet doorgaan. Als er extra maatregelen nodig zijn, nemen wij contact met u op. 

Heeft u een allergische reactie gehad na jodiumhoudend contrastmiddel bij een eerder onderzoek? Meld dit dan voor het onderzoek aan uw arts.

 Op het moment dat u het contrastmiddel krijgt, kunt u het volgende merken:

  • U krijgt een warm gevoel in uw lichaam.
  • U krijgt een vieze smaak in uw mond.
  • U heeft het gevoel dat u aan het plassen bent.

Deze bijwerkingen verdwijnen binnen een paar minuten.

Koolstofdioxide

Tijdens de CT-scan van uw dikke darm krijgt u koolstofdioxide in uw darm. Koolstofdioxide is een soort gas. Het zorgt ervoor dat uw darm goed te zien is op de CT-scan.
Koolstofdioxide verdwijnt na het onderzoek vanzelf uit uw darm.
Koolstofdioxide zorgt voor een opgeblazen gevoel. Dit gevoel verdwijnt meestal op dezelfde dag.

Buscopan

Tijdens de CT-scan krijgt u het medicijn Buscopan. Buscopan zorgt dat de darmen ontspannen. De CT-scan is dan beter te beoordelen. Het gebeurt soms dat uw hartslag een korte tijd verhoogd is. Als u na het onderzoek last krijgt van pijnlijke rode ogen, meld dit dan direct bij uw huisarts of huisartsenpost.

Zo bereidt u zich voor

Bent u zwanger of mogelijk zwanger?

Neem dan voor het onderzoek contact op met uw arts. Bij onderzoek van sommige lichaamsdelen doen we liever geen onderzoek met straling.

Geeft u borstvoeding?

Contrastvloeistof heeft geen invloed op de moedermelk. Na het onderzoek kunt u uw baby gewoon borstvoeding geven.

  • Gebruikt u medicijnen? Dan kunt u deze blijven gebruiken zoals u gewend bent. Als dat niet kan, bespreekt de arts dit met u.
  • Heeft u in de week voor de CT-scan andere onderzoeken van uw maag of darmen gehad? Vertel dit dan voor het onderzoek aan uw arts.
  • Neem een setje schone kleding mee. Het kan namelijk gebeuren dat uw kleren vies worden, omdat u erg dunne ontlasting heeft.

Schone dikke darm

Voor een goed resultaat van het onderzoek, moet uw dikke darm schoon zijn. Dit betekent dat er geen ontlasting in uw dikke darm zit.
Om uw dikke darm schoon te maken, doet u het volgende:

  • 1 dag voor de CT-scan drinkt u 3 flesjes van het medicijn Telebrix Gastro
  • 1 dag voor de CT-scan volgt u vezel-arm dieet
  • op de dag zelf drinkt u 1,5 uur voor het onderzoek 1 flesje Telebrix Gastro

In totaal drinkt u dus 4 flesjes Telebrix Gastro.

U leest meer over de voorbereiding op een CT-scan dikke darm op de webpagina: Voorbereiding CT-scan dikke darm.
Lees de informatie op deze webpagina goed door.

 

Zo gaat de CT-scan

Voor de CT-scan

  • De zorgverlener die de CT-scan maakt is een laborant. De laborant brengt u naar een kleedkamer.
  • In de kleedkamer trekt u al uw kleren uit. U krijgt van de laborant een speciaal jasje dat u aantrekt.
  • Als u bent omgekleed, brengt de laborant u naar de onderzoekskamer met de CT-scan.
  • De laborant geeft u een infuus in een bloedvat in uw arm. Via het infuus krijgt u medicijnen.
  • U gaat op uw zij op de onderzoekstafel liggen.
  • De laborant brengt een dun slangetje in uw anus. Aan het slangetje zit een ballonnetje. De laborant blaast lucht in het ballonnetje. Door het ballonnetje blijft het slangetje goed zitten.
  • Via het slangetje blaast de laborant koolstofdioxide in uw darm.
  • Door koolstofdioxide kunt u een borrelend gevoel of kramp krijgen in uw darmen. U krijgt een medicijn via het infuus om de kramp te verminderen. Dit medicijn heet Buscopan.
  • Soms geeft de laborant u daarna contrastmiddel. Uw arts heeft dit vooraf met u besproken.

De CT-scan

  • Tijdens de CT-scan schuift de onderzoekstafel langzaam door een ring. De ring is ongeveer 70 centimeter breed.
  • Met de röntgenbuis in de ring maakt de laborant foto’s. De röntgenbuis draait tijdens het maken van de foto’s rond. Dat maakt wat lawaai.
  • De laborant maakt verschillende CT-scans van uw darmen: 1 CT-scan terwijl u op uw rug ligt en 1 CT-scan terwijl u op uw buik ligt. De laborant vertelt u wanneer u zich om moet draaien.
  • De laborant vertelt u tijdens het onderzoek wanneer u moet inademen en uitademen.
  • Tijdens het maken van de CT-scan ligt u stil.
  • Via een intercom kunt u praten met de laborant.
  • Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Na de CT-scan

  • De laborant verwijdert het infuus en het slangetje uit uw anus.
  • U kunt na de CT-scan naar de wc.
  • U kunt uw eigen kleding weer aandoen. De laborant geeft u een washandje en handdoek zodat u zichzelf kunt opfrissen.
  • Daarna kunt u naar huis. Zelf autorijden of fietsen raden wij af. Reizen met het openbaar vervoer kan wel.
  • Na de CT-scan mag u weer normaal eten en drinken. Als u wilt, kunt u zelf eten meenemen voor na het onderzoek. 

Uitslag van het onderzoek

De uitslag van het onderzoek is niet meteen bekend.
U krijgt de uitslag van de CT-scan van de arts die de CT-scan voor u heeft aangevraagd.
U kunt de uitslag ook inzien na 7 werkdagen via MijnOLVG.

Veelgestelde vragen

Op een CT-scan kunnen artsen meer details zien dan op een röntgenfoto. Lees hier meer over op Thuisarts.

De CT-scanner maakt met de foto’s een 3D-foto van het lichaam. 3D betekent dat er diepte op te zien is. Hierdoor is duidelijker te zien hoe het lichaam en de organen eruit zien. Dit komt omdat bij een CT-scan de röntgenstralen van alle kanten komen. Bij een gewone röntgenfoto komen de röntgenstralen van 1 kant.

Een CT-scan maken duurt iets langer dan een röntgenfoto maken. Ook wordt meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto.

Bij een CT-scan wordt meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto. Daarom laten artsen alleen een CT-scan maken als het nodig is. Er wordt zo weinig mogelijk straling gebruikt.

U hoeft tijdens de CT-scan geen bescherming te dragen (zoals een loodschort). Ook niet als u vaker een CT-scan krijgt. Als u bescherming draagt, kunnen er geen goede beelden van uw lichaam gemaakt worden.

Soms moet u vaker een CT-scan krijgen. Bijvoorbeeld als de artsen willen weten hoe een ziekte bij u gaat. Hierdoor wordt de kans op schade een klein beetje groter.
Uw arts kan dit met u bespreken. Samen kunt u beslissen wat u gaat doen.

Vertel het aan uw arts als u zwanger bent of zwanger kunt zijn. Bij sommige onderzoeken is de kans een klein beetje groter dat de straling schade veroorzaakt bij uw ongeboren baby. Soms is het beter om dan geen CT-scan te maken. U kunt hier meer over lezen op Thuisarts.

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Radiologie, locatie Oost, C1
020 599 33 25 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologieoosterpark@olvg.nl

Afdeling Radiologie, locatie West, route 15
020 510 88 98 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologie.afdeling@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Radiologie en Nucleaire geneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: