Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
In de pols zitten 8 botjes. Dit zijn handwortelbeentjes. 1 van de botjes is het maanvormig botje. Dit heet ook het lunatum. Als er te weinig bloed naar het maanvormig botje stroomt, kan het botje inzakken of breken. Er komt dan meer ruimte in de pols en de andere botjes kunnen verschuiven.
De ziekte van Kienböck komt het meest voor bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. Het is nog niet duidelijk hoe de ziekte van Kienböck ontstaat.
Als het maanvormig botje inzakt, krijgt u meer klachten. U kunt pijn hebben en u kunt uw pols minder goed bewegen. U krijgt de klachten vooral bij druk en inspanning. Bijvoorbeeld bij het opstaan uit een stoel, bij yoga of opdrukken.
De arts onderzoekt waar de pijn zit en hoe u uw hand en pols beweegt. Soms is extra onderzoek nodig, zoals een röntgenfoto of een MRI-scan.
De plastisch chirurg bespreekt met u welke behandeling voor u geschikt is. Het dragen van een spalk kan de pijnklachten verminderen. Als dat niet helpt, is soms een operatie mogelijk.
Na de operatie is handtherapie belangrijk.
Met een operatie is het mogelijk de aandoening te stoppen of te vertragen. Er zijn verschillende operaties mogelijk. De plastisch chirurg bespreekt met u welke operatie in uw situatie geschikt is. Mogelijke operaties zijn:
Als het kraakbeen van het botje nog goed is, kan de arts een stukje bot uit het spaakbeen op de plaats van het maanvormig botje plaatsen.
Soms kan de druk op het maanvormig botje minder worden door het spaakbeen iets korter te maken.
Dit heet proximale rij carpectomie. Tijdens deze operatie verwijdert de plastisch chirurg het maanvormige botje en de 2 onderste botjes in de pols. Deze operatie is alleen mogelijk als het kraakbeen nog goed is.
Dit heet polsartrodese. De plastisch chirurg verwijdert het kapotte kraakbeen en zet het polsgewricht vast. Na de operatie kunt u uw pols niet meer buigen en strekken. Draaien van de pols kan meestal nog wel.
Dit heet een totale polsprothese. De plastisch chirurg vervangt het beschadigde polsgewricht en het bovenste deel van het spaakbeen door een kunstgewricht. Dit heet een prothese. De prothese bestaat uit 2 delen. Deel 1 komt in het spaakbeen en deel 2 in de polsbotjes.
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie. Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking. Stop als het kan 6 weken voor uw operatie met roken. Rook niet tot minstens 6 weken na de operatie. Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie. |
Voor de operatie krijgt u een verdoving. Dit kan een zenuwblokkade of narcose zijn.
De techniek van de operatie is bij elke soort operatie anders:
Opleiden zorgverleners in OLVGOLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig. Uitstel van uw operatie of behandelingHeel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan. |
Oefening: Beweeg uw hand zoals op het plaatje is te zien van een gestrekte hand naar een vuist en weer terug. Let op dat u geen kracht zet. Als het nodig is, kunt u de vinger helpen te buigen met uw andere hand.
Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een infectie of een bloeding. Het gebied rond het litteken kan de eerste maanden gevoelig zijn. Na de operatie is de pols vaak stijf en dik. Dit gaat meestal vanzelf weer over.
Bel meteen met de afdeling Plastische Chirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar verpleegafdeling B5.
Verpleegafdeling Plastische Chirurgie, locatie Oost, B5
020 599 25 03 (dag en nacht bereikbaar)
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.