home

De ziekte van Kienböck : operatie botje in de pols

Bij de ziekte van Kienbock stroomt er minder bloed naar een botje in de pols. Het botje kan dan inzakken of breken. De andere botjes in de pols gaan dan verschuiven. Daarna kunt u uw pols niet meer goed bewegen en heeft u pijn. Als een spalk niet helpt tegen de pijn, is soms een operatie mogelijk.

Over de ziekte van Kienböck

In de pols zitten 8 botjes. Dit zijn handwortelbeentjes. 1 van de botjes is het maanvormig botje. Dit heet ook het lunatum. Als er te weinig bloed naar het maanvormig botje stroomt, kan het botje inzakken of breken. Er komt dan meer ruimte in de pols en de andere botjes kunnen verschuiven.
De ziekte van Kienböck komt het meest voor bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. Het is nog niet duidelijk hoe de ziekte van Kienböck ontstaat.

Als het maanvormig botje inzakt, krijgt u meer klachten. U kunt pijn hebben en u kunt uw pols minder goed bewegen. U krijgt de klachten vooral bij druk en inspanning. Bijvoorbeeld bij het opstaan uit een stoel, bij yoga of opdrukken. 

De arts onderzoekt waar de pijn zit en hoe u uw hand en pols beweegt. Soms is extra onderzoek nodig, zoals een röntgenfoto of een MRI-scan.

De plastisch chirurg bespreekt met u welke behandeling voor u geschikt is. Het dragen van een spalk kan de pijnklachten verminderen. Als dat niet helpt, is soms een operatie mogelijk.
Na de operatie is handtherapie belangrijk.

Mogelijke operaties bij de ziekte van Kienböck

Met een operatie is het mogelijk de aandoening te stoppen of te vertragen. Er zijn verschillende operaties mogelijk. De plastisch chirurg bespreekt met u welke operatie in uw situatie geschikt is. Mogelijke operaties zijn:

Transplantatie van bot uit het spaakbeen

Als het kraakbeen van het botje nog goed is, kan de arts een stukje bot uit het spaakbeen op de plaats van het maanvormig botje plaatsen.

Korter maken van het spaakbeen

Soms kan de druk op het maanvormig botje minder worden door het spaakbeen iets korter te maken.

Verwijderen van de eerste rij van handwortelbeentjes

Dit heet proximale rij carpectomie. Tijdens deze operatie verwijdert de plastisch chirurg het maanvormige botje en de 2 onderste botjes in de pols. Deze operatie is alleen mogelijk als het kraakbeen nog goed is.

Vastzetten van de pols

Dit heet polsartrodese. De plastisch chirurg verwijdert het kapotte kraakbeen en zet het polsgewricht vast. Na de operatie kunt u uw pols niet meer buigen en strekken. Draaien van de pols kan meestal nog wel.

Plaatsen van een kunstgewricht

Dit heet een totale polsprothese. De plastisch chirurg vervangt het beschadigde polsgewricht en het bovenste deel van het spaakbeen door een kunstgewricht. Dit heet een prothese. De prothese bestaat uit 2 delen. Deel 1 komt in het spaakbeen en deel 2 in de polsbotjes.

Zo bereidt u zich voor op een operatie

Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 6 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 6 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.
  • De voorbereiding is afhankelijk van de soort verdoving die u krijgt. U bespreekt dit met uw zorgverlener.
  • Soms is het nodig dat u nuchter bent. Nuchter zijn betekent dat u niets mag eten en drinken vanaf een bepaald moment tot aan uw onderzoek of operatie. Uw zorgverlener vertelt u of het nodig is dat nuchter naar het ziekenhuis komt.
  • Gebruik op de dag van de operatie geen bodylotion of crème.
  • Draag op de dag van de operatie geen sieraden of piercings.
  • Draag op de dag van de operatie geen nagellak.
  • Als u na de operatie naar huis gaat, kunt u nog wat pijn hebben. Zorg daarom dat u voor de operatie paracetamol in huis heeft.
  • Zorg dat iemand u komt ophalen na de operatie.

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

Voor de operatie krijgt u een verdoving. Dit kan een zenuwblokkade of narcose zijn.

De operatie

De techniek van de operatie is bij elke soort operatie anders:

  • De plastisch chirurg maakt een snee van 5 tot 10 centimeter op de bovenkant van uw hand.
  • Bij de operaties van het spaakbeen haalt de plastisch chirurg een stukje bot uit uw spaakbeen. Daarna plaatst de plastisch chirurg het stukje bot in het maanvormig botje. De operatie duurt ongeveer 2 uur.
  • Bij het verwijderen van de handwortelbeentjes verwijdert de plastisch chirurg de 3 onderste polsbotjes. De operatie duurt ongeveer 1 uur tot 1 uur en 30 minuten.
  • Bij het vastzetten van de pols maakt de plastisch chirurg gebruikt de plastisch chirurg een kleine plaat en schroeven. De operatie duurt ongeveer 1 uur en 30 minuten.
  • Bij een totale polsprothese maakt de plastisch chirurg een snee in uw pols en in uw hand. De operatie duurt ongeveer 2 uur.
  • De plastisch chirurg sluit de wond of wonden meestal met oplosbare hechtingen.

Na de operatie

  • U krijgt gips om uw hand en pols. De vingers zitten niet in het gips.
  • Na de operatie gaat u een tijdje naar de uitslaapkamer om wakker te worden. De uitslaapkamer heet Recovery. De zorgverleners controleren uw hart, bloeddruk en ademhaling. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als de controles goed zijn, mag u dezelfde dag naar huis.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

  • Als u zich goed voelt, mag u de dag van de operatie naar huis.
  • U mag na de operatie niet zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer. Vraag of iemand u naar huis brengt.
  • Een verdoving kan nog enkele uren nawerken.

Adviezen voor thuis

  • Beweeg regelmatig uw vingers tegen het stijf worden. Doe 5 keer dag de volgende oefeningen. U kunt uw andere hand gebruiken om uw vingers te helpen.
    • Strek en ontspan de vingers 10 keer.
    • Spreid en sluit uw vingers 10 keer.
  • Vermijd met kracht een vuist te maken.
  • Met een gipsverband mag u niet autorijden. U bent dan niet verzekerd.
  • Wanneer u de pols weer kunt belasten en hoelang gips nodig is, hangt af van welke operatie u heeft gehad. Uw zorgverlener informeert u hierover.
  • U mag gewoon douchen. U mag 2 weken niet in bad of zwemmen. Het gips mag niet nat worden. Tijdens het douchen kunt een plastic zak om uw hand doen.
  • Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Doe dit maximaal 7 dagen.
  • Gebruik de eerste maanden een zonnebrandcrème op het litteken.

Oefeningen voor thuis

  • Het is belangrijk om uw hand te bewegen. Zo worden uw vingers minder stijf.
  • Probeer de oefeningen elk uur te doen. Herhaal elke oefening 10 keer.
  • Als het goed gaat, mag u ook vaker oefenen.
  • U krijgt apart instructies van de plastisch chirurg over welke oefeningen u met uw pols mag doen.

Oefening: Beweeg uw hand zoals op het plaatje is te zien van een gestrekte hand naar een vuist en weer terug. Let op dat u geen kracht zet. Als het nodig is, kunt u de vinger helpen te buigen met uw andere hand.

Zo gaat het verder

  • U krijgt een controleafspraak voor over 1 tot 2 weken.
  • De hechtingen lossen vanzelf op.
  • U krijgt een verwijzing naar een handtherapeut.
  • Houd er rekening mee dat het herstel 3 tot 18 maanden kan duren.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een infectie of een bloeding. Het gebied rond het litteken kan de eerste maanden gevoelig zijn. Na de operatie is de pols vaak stijf en dik. Dit gaat meestal vanzelf weer over. 

Bel meteen met de afdeling Plastische Chirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • U denkt dat uw wond ontstoken is. De wond is rood en warm of de plek om de wond is dik.
  • U heeft veel pijn.
  • De wond geneest niet goed.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar verpleegafdeling B5.

Verpleegafdeling Plastische Chirurgie, locatie Oost, B5
020 599 25 03 (dag en nacht bereikbaar)

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Plastische, reconstructieve, en handchirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: