Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Als u ouder wordt, gaat uw geheugen minder goed werken. U vergeet sneller dingen. Dit is normaal. Wanneer u veel last heeft van uw vergeetachtigheid in uw dagelijks leven, of als uw gedrag verandert, kunt u dementie hebben.
Dementie is een ziekte van de hersenen waarbij u problemen met het denken of uw gedrag heeft. Er zijn verschillende soorten dementie. De bekendste soort is de ziekte van Alzheimer. Andere soorten dementie zijn frontotemporale dementie, vasculaire dementie, Parkinson dementie en Lewy body dementie. U kunt 1 soort dementie hebben of een combinatie van meer soorten dementie.
In uw hersenen zitten cellen die u nodig heeft om te onthouden, te spreken en om dingen te doen. Bij dementie is er schade aan de hersenen, doordat de hersenen zijn gekrompen. Door die schade kunnen de hersencellen niet meer met elkaar ‘praten’. De hersencellen komen niet meer terug.
Als de hersencellen kapot zijn, kunt u problemen krijgen met onthouden, spreken en dingen doen. Ook kan uw gedrag veranderen. Als u hierdoor steeds meer problemen krijgt tijdens het dagelijks leven, dan heeft u dementie.
Soms werkt uw geheugen minder goed door een ander probleem dan dementie, bijvoorbeeld:
Klachten bij dementie verschillen per persoon. U en mensen om u heen kunnen het volgende merken:
Dementie kan bij iedereen ontstaan. Vrouwen hebben vaker dementie dan mannen. U krijgt dementie meestal als u ouder wordt. Heel soms kunt u dementie krijgen als u nog jong bent.
Hoe langer u dementie heeft, hoe meer klachten u krijgt of hoe erger uw klachten worden. Dit kan snel of langzaam gaan. Hoe langer het duurt, hoe meer zorg er nodig is.
Omdat het lichaam steeds zwakker wordt door dementie, kunt u uiteindelijk overlijden.
Hoe lang iemand met dementie nog zal leven, is moeilijk te zeggen. Dit hangt af van de persoon en het soort dementie.
De huisarts doet lichamelijk onderzoek en geheugentests. Soms krijgt u een bloedonderzoek.
Soms verwijst de huisarts u naar een arts in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld om te onderzoeken welke soort dementie u heeft.
U gaat naar de geriater als u wat ouder bent. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen. Soms krijgt u ook een scan van de hersenen.
U gaat vaak naar de neuroloog als u jong bent. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen. Soms krijgt u ook een scan van de hersenen.
U gaat naar de psychiater als u ook psychische klachten heeft. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen.
Er is nog geen behandeling voor dementie. Er is wel steun om een zo goed mogelijk leven te kunnen leiden.
Als u dementie heeft, krijgt u een verwijzing naar een casemanager bij u in de buurt. De casemanager geeft u en uw naasten adviezen en tips voor thuis. Ook kan de casemanager u helpen met het regelen van hulp bij u thuis.
De casemanager en ergotherapeut bespreken met u wat u kan helpen. Bijvoorbeeld beweging, muziek, dagbesteding of leuke dingen doen met andere mensen omgaan.
Sommige medicijnen hebben effect op de zenuwen in de hersenen. Ze kunnen tijdelijk zorgen dat u minder last heeft van uw klachten. Ze zorgen er niet voor dat uw geheugen langer goed blijft of dat u langer de dagelijkse dingen goed kunt doen. Vaak hebben medicijnen ook bijwerkingen, zoals duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid, verstopte darmen, diarree, benauwdheid of hoofdpijn.
Of een medicijn kan helpen hangt af van de soort dementie, de klachten en of iemand nog andere ziektes heeft. Het verschilt dus per persoon. De neuroloog of geriater bespreekt met u of een medicijn bij u past.
Dementie kan zwaar zijn voor de patiënt en voor de mensen om hem heen. Vaak krijgen mensen met dementie mantelzorg. Dit is gratis zorg voor langere tijd, meestal door een naaste. Bijvoorbeeld hulp bij wassen, aankleden, eten maken of medicijnen.
Mantelzorgers ervaren hun zorg vaak als dankbaar, maar het kan ook zwaar zijn om een naaste te zien veranderen. Om hier goed mee om te kunnen gaan, zijn er cursussen, trainingen en mantelzorgbijeenkomsten.
Soms is de zorg even te zwaar voor een mantelzorger, dan is een mogelijke oplossing respijtzorg.
Bij dementie komt er veel op u en uw naasten af. Het is goed om over de toekomst na te denken en eventueel al dingen te regelen of vast te leggen.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)
Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)
Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)
Polikliniek Geriatrie, locatie Oost, P2
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Geriatrie, locatie West, route 34
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Vaak krijgt u een casemanager. Deze komt bij u thuis en helpt u met uw vragen, wensen en mogelijkheden. Voor vragen over uw gezondheid neemt u contact op met uw huisarts.