home

Dementie : ziektes van de hersenen

Bij dementie heeft u problemen met het denken, spreken of met uw gedrag. Er zijn verschillende soorten dementie. Vaak heeft u er veel last van. Dementie wordt niet meer beter. De neuroloog of geriater kan u soms medicijnen geven zodat u minder snel last krijgt van nieuwe klachten. De neuroloog of geriater kan u tips geven om met dementie om te kunnen gaan.

Over dementie

Als u ouder wordt, gaat uw geheugen minder goed werken. U vergeet sneller dingen. Dit is normaal. Wanneer u veel last heeft van uw vergeetachtigheid in uw dagelijks leven, of als uw gedrag verandert, kunt u dementie hebben. 
Dementie is een ziekte van de hersenen waarbij u problemen met het denken of uw gedrag heeft. Er zijn verschillende soorten dementie. De bekendste soort is de ziekte van Alzheimer. Andere soorten dementie zijn frontotemporale dementie, vasculaire dementie, Parkinson dementie en Lewy body dementie.  U kunt 1 soort dementie hebben of een combinatie van meer soorten dementie. 


Oorzaak

In uw hersenen zitten cellen die u nodig heeft om te onthouden, te spreken en om dingen te doen. Bij dementie is er schade aan de hersenen, doordat de hersenen zijn gekrompen. Door die schade kunnen de hersencellen niet meer met elkaar ‘praten’. De hersencellen komen niet meer terug. 
Als de hersencellen kapot zijn, kunt u problemen krijgen met onthouden, spreken en dingen doen. Ook kan uw gedrag veranderen. Als u hierdoor steeds meer problemen krijgt tijdens het dagelijks leven, dan heeft u dementie. 
Soms werkt uw geheugen minder goed door een ander probleem dan dementie, bijvoorbeeld:

  • U drinkt te weinig.
  • U krijgt niet genoeg vitamines binnen.
  • U gebruikt alcohol of drugs. 
  • U heeft bijwerkingen van een medicijn.
  • U heeft stress of u heeft een heftige gebeurtenis meegemaakt.
  • U slaapt slecht.
  • U heeft een andere ziekte die u vergeetachtig maakt. 

Klachten

Klachten bij dementie verschillen per persoon. U en mensen om u heen kunnen het volgende merken: 

  • Vergeetachtigheid. U weet namen niet meer, u heeft moeite met afspraken onthouden, u weet niet welke dag het is of u weet niet meer waar uw spullen liggen. 
  • Uw gedrag of persoonlijkheid verandert. U bent bijvoorbeeld vaker of sneller verdrietig, bang of boos.
  • U kunt de weg niet meer vinden. 
  • U heeft geen zin meer om iets te doen, of u wordt juist heel actief.
  • U weet niet meer hoe u dagelijkse dingen doet, zoals eten koken, koffie zetten, of een afstandsbediening gebruiken. 
  • U heeft problemen met taal. U heeft bijvoorbeeld problemen als u iets moet uitleggen of als u een gesprek volgt. 
  • U heeft problemen met rekenen. U heeft bijvoorbeeld moeite om boodschappen af te rekenen of om rekeningen te betalen. 
  • U ziet, hoort of denkt dingen die er niet echt zijn.
  • Uw lichaam wordt zwakker: lopen wordt moeilijker en u valt sneller, u heeft meer pijn en u verliest ongewild urine of ontlasting. Soms kunt u niet meer uit bed komen.

Proces

Dementie kan bij iedereen ontstaan. Vrouwen hebben vaker dementie dan mannen. U krijgt dementie meestal als u ouder wordt. Heel soms kunt u dementie krijgen als u nog jong bent. 
Hoe langer u dementie heeft, hoe meer klachten u krijgt of hoe erger uw klachten worden. Dit kan snel of langzaam gaan. Hoe langer het duurt, hoe meer zorg er nodig is.
Omdat het lichaam steeds zwakker wordt door dementie, kunt u uiteindelijk overlijden. 
Hoe lang iemand met dementie nog zal leven, is moeilijk te zeggen. Dit hangt af van de persoon en het soort dementie. 

Onderzoek naar dementie

De huisarts doet lichamelijk onderzoek en geheugentests. Soms krijgt u een bloedonderzoek.
Soms verwijst de huisarts u naar een arts in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld om te onderzoeken welke soort dementie u heeft. 

Onderzoek bij geriater

U gaat naar de geriater als u wat ouder bent. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen. Soms krijgt u ook een scan van de hersenen.

Onderzoek bij neuroloog

U gaat vaak naar de neuroloog als u jong bent. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen. Soms krijgt u ook een scan van de hersenen.

Onderzoek bij psychiater

U gaat naar de psychiater als u ook psychische klachten heeft. U krijgt een vraaggesprek, geheugentesten en neurologische testen. 

Behandeling bij dementie

Er is nog geen behandeling voor dementie. Er is wel steun om een zo goed mogelijk leven te kunnen leiden. 
Als u dementie heeft, krijgt u een verwijzing naar een casemanager bij u in de buurt. De casemanager geeft u en uw naasten adviezen en tips voor thuis. Ook kan de casemanager u helpen met het regelen van hulp bij u thuis. 
De casemanager en ergotherapeut bespreken met u wat u kan helpen. Bijvoorbeeld beweging, muziek, dagbesteding of leuke dingen doen met andere mensen omgaan. 

Medicijnen

Sommige medicijnen hebben effect op de zenuwen in de hersenen. Ze kunnen tijdelijk zorgen dat u minder last heeft van uw klachten. Ze zorgen er niet voor dat uw geheugen langer goed blijft of dat u langer de dagelijkse dingen goed kunt doen. Vaak hebben medicijnen ook bijwerkingen, zoals duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid, verstopte darmen, diarree, benauwdheid of hoofdpijn.
Of een medicijn kan helpen hangt af van de soort dementie, de klachten en of iemand nog andere ziektes heeft. Het verschilt dus per persoon. De neuroloog of geriater bespreekt met u of een medicijn bij u past.

Wat u en uw omgeving zelf kunnen doen

  • Het is belangrijk om uw hersenen zo gezond mogelijk te houden. Dit doet u door gezond te eten en te drinken en om veel te bewegen. Ook kunt u geheugenoefeningen doen.
  • U kunt afspraken bijhouden in een kalender. U kunt ook hulp vragen aan een naaste.

Mantelzorg 

Dementie kan zwaar zijn voor de patiënt en voor de mensen om hem heen. Vaak krijgen mensen met dementie mantelzorg. Dit is gratis zorg voor langere tijd, meestal door een naaste. Bijvoorbeeld hulp bij wassen, aankleden, eten maken of medicijnen. 
Mantelzorgers ervaren hun zorg vaak als dankbaar, maar het kan ook zwaar zijn om een naaste te zien veranderen. Om hier goed mee om te kunnen gaan, zijn er cursussen, trainingen en mantelzorgbijeenkomsten.
Soms is de zorg even te zwaar voor een mantelzorger, dan is een mogelijke oplossing respijtzorg

Nadenken over de toekomst

Bij dementie komt er veel op u en uw naasten af. Het is goed om over de toekomst na te denken en eventueel al dingen te regelen of vast te leggen.

Dementie is een ziekte die u overkomt. U hoeft zich er niet voor te schamen. Het is goed om anderen te vertellen dat u dementie heeft, zodat ze begrijpen wat er aan de hand is. Vaak willen ze u ook graag helpen.

  • Wensen wie uw geldzaken mag regelen of toegang heeft tot uw banrekening kunt u vastleggen in een volmacht of levenstestament.
  • Wensen over uw medische behandeling kunt u vastleggen in een schriftelijke wilsverklaring of wilsbeschikking.

Meer informatie leest u op de website van Dementie.nl.  

Huishoudelijke hulp kunt u regelen via het Wmo-loket van de gemeente

  • Verpleegkundigen van de wijkverpleging of thuiszorg kunnen helpen met douchen, aankleden en eten maken. Wijkverpleegkundigen kunnen ook helpen met uw medicijnen. Wijkverpleging wordt vergoed vanuit de basiszorgverzekering. U kunt het aanvragen via de huisarts, thuiszorgorganisatie of zorgverzekering. 
  • Als u blijvend thuis veel zorg nodig heeft, of als het beter is dat u naar een zorginstelling gaat, is een aanvraag nodig bij het Centrum Indicatiestelling Zorg.

Het is belangrijk dat u veilig kunt wonen. Denk goed na of u dingen in uw huis aan moet passen, bijvoorbeeld om veilig te koken. U vindt tips op de website van Dementie.nl.
Soms is zelfstandig wonen niet meer mogelijk en is het beter om te verhuizen. 

Om zo lang mogelijk de dagelijkse dingen te kunnen doen, kunt u hulp krijgen van een ergotherapeut. Een ergotherapeut kan u ook tips geven over hulpmiddelen.  
Op de website van Edomah kunt u een ergotherapeut vinden.

Soms mag u geen auto meer rijden als u dementie heeft. U kunt een rijtest bij het CBR doen om te zien of u nog mag rijden. Meer informatie vindt u op de website van Dementie.nl.  

Aandoeningen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen. 

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Geriatrie, locatie Oost, P2
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Geriatrie, locatie West, route 34
020 510 81 75 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Vaak krijgt u een casemanager. Deze komt bij u thuis en helpt u met uw vragen, wensen en mogelijkheden. Voor vragen over uw gezondheid neemt u contact op met uw huisarts.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neurologie van OLVG. Laatst gewijzigd: