Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Bij diabetes type 1 heb je te veel suiker (glucose) in je bloed. En er komt te weinig suiker in de cellen van je lichaam. Dat komt doordat je alvleesklier te weinig of geen insuline maakt.
Insuline zorgt ervoor dat suiker in je cellen komt. Suiker is nodig als brandstof voor je lichaam.
Diabetes type 1 komt niet door ongezond eten of te weinig bewegen.
In sommige families komt diabetes type 1 vaker voor. Bij 1 van de 10 mensen met diabetes type 1 is dit zo.
Als je bloedsuiker te hoog is kun je 1 of meer van deze klachten krijgen:
Wanneer je insuline gaat gebruiken worden deze klachten minder.
Je moet elke dag insuline gebruiken. Hoeveel je nodig hebt, hangt af van hoe hoog je bloedsuiker is. En wat je eet en doet op een dag.
Door de insuline krijg je minder suiker in je bloed en gaat de suiker naar je cellen.
Je kunt op 3 manieren insuline krijgen:
Je krijgt hulp in het ziekenhuis van een diabetes-team. Dit bestaat uit een arts, een verpleegkundige, psycholoog en een diëtist. Zij geven adviezen hoe je het beste met diabetes type 1 om kunt gaan. En adviezen hoe je kunt blijven doen wat je elke dag doet.
Dit merk je als je te veel of te weinig insuline gebruikt:
Als je te veel insuline gebruiktAls je te veel insuline gebruikt, kan je bloedsuiker te laag worden. Dit heet een hypo. Je kunt dan deze klachten krijgen:
Je leert van het diabetes-team wat je het beste kunt doen als je een hypo hebt. Het betekent meestal dat je druivensuiker moet nemen.
Als je veel te weinig suiker in je bloed hebt, kun je flauwvallen. Het diabetes-team helpt jou hoe je niet te veel en niet te weinig insuline kunt gebruiken.
Als je toch flauwvalt, moet iemand direct 112 bellen.
Familie, vrienden en je partner kunnen leren hoe ze je het medicijn glucagon moeten geven als je flauwvalt. Daardoor wordt je bloedsuiker weer hoger.
Als je te weinig insuline gebruiktAls je te weinig insuline gebruikt, kan je bloedsuiker te hoog worden. Dit heet een hyper. Je kunt dan deze klachten krijgen:
Als je veel te veel suiker in je bloed hebt, kun je uitdrogen, flauwvallen of in coma raken. Dit is levensgevaarlijk. Iemand moet dan direct 112 bellen.
Bij diabetes type 1 kun je ook andere medicijnen krijgen:
Cholesterol-verlagersSoms krijg je ook medicijnen om je cholesterol lager te krijgen. Je kunt deze medicijnen krijgen als je 1 of meer van deze dingen hebt:
Je krijgt meestal geen cholesterol-verlagers als je zwanger bent of wilt worden.
GriepprikJe kunt elk jaar een griepprik krijgen als je diabetes hebt. Diabetes maakt namelijk de kans groter dat je problemen krijgt door griep. Bijvoorbeeld een longontsteking. Ook kan griep je bloedsuiker veranderen. Die kan dan te hoog worden.
Als je diabetes type 1 hebt, kun je deze dingen zelf leren doen:
Bloedsuiker controlerenJe kunt op 2 manieren je bloedsuiker controleren:
Je moet leren waardoor je bloedsuiker verandert. Het is belangrijk om deze dingen te weten:
Je leert om uit te rekenen hoeveel insuline je nodig hebt. Dat doe je door te leren hoeveel koolhydraten er in eten en drinken zitten. En hoe andere dingen ervoor kunnen zorgen dat je bloedsuiker verandert. Bijvoorbeeld lang achter elkaar sporten of stress.
Gezond levenGezond leven is voor iedereen belangrijk, ook als je niet ziek bent. Dit betekent veel bewegen, gezond eten en niet roken.
Diabetes type 1 komt niet door ongezond leven. Toch is gezond leven heel belangrijk bij diabetes type 1. Het helpt om de kans op problemen met je gezondheid kleiner te maken.
Zo kun je gezond leven:
Je hebt een aantal controles per jaar als je diabetes type 1 hebt:
Gewone controle: 1 keer per 3 of 4 maanden1 keer per 3 of 4 maanden heb je een controle bij de verpleegkundige of arts. Dit kan soms ook telefonisch of met beeldbellen.
De arts of verpleegkundige praat met jou over hoe je je voelt. En over hoe het gaat met bijvoorbeeld werk en sporten. Als je hulp wilt bij het leren omgaan met je gevoelens, kan een psycholoog helpen.
De arts of verpleegkundige controleert ook deze dingen:
Vaak moet je ook bloed laten prikken. De arts bekijkt dan hoe het gaat met je nieren en cholesterol. En met je HbA1C. Aan dit getal kan de arts zien hoe je bloedsuiker de afgelopen 2 maanden was.
Uitgebreide controle: 1 keer per jaar1 keer per jaar kom je in het ziekenhuis voor een uitgebreide controle. De arts let dan extra op problemen met je hart, bloedvaten en voeten. En onderzoekt je bloed en je plas.
Je bespreekt met je arts hoe vaak je je ogen moet laten onderzoeken.
Diabetes type 1 gaat niet meer over: het is een chronische ziekte. Je moet je hele leven insuline blijven gebruiken. Je krijgt hierbij hulp vanuit het ziekenhuis.
Diabetes verandert veel aan wat je elke dag doet. Je moet gaan zorgen dat je bloedsuiker zo normaal mogelijk is. Zo bescherm je je organen.
Je controleert meerdere keren per dag de hoeveelheid suiker in je bloed. Bij alles wat je doet, moet je letten op je diabetes.
Problemen die na jaren kunnen ontstaanAls het niet goed lukt om je bloedsuiker goed te houden, kan diabetes je bloedvaten beschadigen. Na jaren kun je daardoor klachten krijgen, zoals:
Als je diabetes goed wordt behandeld, krijg je meestal geen last van deze problemen. Je bespreekt steeds met het diabetes-team hoe je je bloedsuiker nog beter kunt krijgen.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Diabetes, locatie Oost, P2
020 599 30 37 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Diabetes, locatie West, route 14
020 510 88 82 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.