home

Diabetes type 1 : suikerziekte, diabetes mellitus type 1

Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline meer aan. Insuline zorgt ervoor dat uw lichaam suiker uit voeding op kan nemen. Dit is de energie voor uw lichaam. Diabetes type 1 ontstaat meestal op jonge leeftijd. De ziekte gaat niet meer over. Iemand met diabetes type 1 moet zichzelf insuline geven. Dat kan met een pen of met een pomp.
Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is diabetes type 1?

Bij diabetes type 1 heb je te veel suiker (glucose) in je bloed. En er komt te weinig suiker in de cellen van je lichaam. Dat komt doordat je alvleesklier te weinig of geen insuline maakt.
Insuline zorgt ervoor dat suiker in je cellen komt. Suiker is nodig als brandstof voor je lichaam.

Diabetes type 1 komt niet door ongezond eten of te weinig bewegen.

In sommige families komt diabetes type 1 vaker voor. Bij 1 van de 10 mensen met diabetes type 1 is dit zo.

Wat merk je bij diabetes type 1?

Als je bloedsuiker te hoog is kun je 1 of meer van deze klachten krijgen:

  • veel dorst en een droge mond, waardoor je veel drinkt
  • veel plassen
  • afvallen
  • moe zijn
  • wazig zien

Wanneer je insuline gaat gebruiken worden deze klachten minder.

Hoe gaat de behandeling van diabetes type 1?

Je moet elke dag insuline gebruiken. Hoeveel je nodig hebt, hangt af van hoe hoog je bloedsuiker is. En wat je eet en doet op een dag.

Door de insuline krijg je minder suiker in je bloed en gaat de suiker naar je cellen.

Je kunt op 3 manieren insuline krijgen:

Je krijgt hulp in het ziekenhuis van een diabetes-team. Dit bestaat uit een arts, een verpleegkundige, psycholoog en een diëtist. Zij geven adviezen hoe je het beste met diabetes type 1 om kunt gaan. En adviezen hoe je kunt blijven doen wat je elke dag doet.

Wat merk je als je te veel of te weinig insuline gebruikt?

Dit merk je als je te veel of te weinig insuline gebruikt:

Als je te veel insuline gebruikt

Als je te veel insuline gebruikt, kan je bloedsuiker te laag worden. Dit heet een hypo. Je kunt dan deze klachten krijgen:

  • honger hebben
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • hartkloppingen hebben
  • gapen
  • in de war zijn
  • je onrustig voelen

Je leert van het diabetes-team wat je het beste kunt doen als je een hypo hebt. Het betekent meestal dat je druivensuiker moet nemen.

Als je veel te weinig suiker in je bloed hebt, kun je flauwvallen. Het diabetes-team helpt jou hoe je niet te veel en niet te weinig insuline kunt gebruiken.
Als je toch flauwvalt, moet iemand direct 112 bellen.

Familie, vrienden en je partner kunnen leren hoe ze je het medicijn glucagon moeten geven als je flauwvalt. Daardoor wordt je bloedsuiker weer hoger.

Als je te weinig insuline gebruikt

Als je te weinig insuline gebruikt, kan je bloedsuiker te hoog worden. Dit heet een hyper. Je kunt dan deze klachten krijgen:

  • dorst hebben
  • veel plassen
  • een droge of plakkerige tong hebben
  • nergens zin in hebben
  • moe of slaperig zijn
  • geen zin in eten hebben
  • misselijk zijn of overgeven
  • buikpijn hebben
  • snel ademen
  • wazig zien

Als je veel te veel suiker in je bloed hebt, kun je uitdrogen, flauwvallen of in coma raken. Dit is levensgevaarlijk. Iemand moet dan direct 112 bellen.

Welke andere medicijnen zijn er voor diabetes type 1?

Bij diabetes type 1 kun je ook andere medicijnen krijgen:

Cholesterol-verlagers

Soms krijg je ook medicijnen om je cholesterol lager te krijgen. Je kunt deze medicijnen krijgen als je 1 of meer van deze dingen hebt:

Je krijgt meestal geen cholesterol-verlagers als je zwanger bent of wilt worden.

Griepprik

Je kunt elk jaar een griepprik krijgen als je diabetes hebt. Diabetes maakt namelijk de kans groter dat je problemen krijgt door griep. Bijvoorbeeld een longontsteking. Ook kan griep je bloedsuiker veranderen. Die kan dan te hoog worden.

Wat kun je zelf doen bij diabetes type 1?

Als je diabetes type 1 hebt, kun je deze dingen zelf leren doen:

Bloedsuiker controleren

Je kunt op 2 manieren je bloedsuiker controleren:

  • met een suiker-sensor
    De sensor draag je bijvoorbeeld op je arm. Die meet dan steeds hoeveel suiker er in je cellen zit. Je kunt de waardes zien op een app, insuline-pomp of via een speciale reader. Je moet meerdere keren per dag je bloedsuiker controleren.
  • met een vingerprik
    Je prikt in je vinger zodat je een druppeltje bloed krijgt. Je meet de bloedsuiker in het druppeltje bloed.
Leren waardoor je bloedsuiker verandert

Je moet leren waardoor je bloedsuiker verandert. Het is belangrijk om deze dingen te weten:

  • Je bloedsuiker verandert door wat je eet, doet en voelt.
  • De soorten insuline werken niet allemaal even lang. Hoe lang dit is per soort, moet je leren.
  • Koolhydraten (suikers) in eten en drinken hebben veel invloed op je bloedsuiker. Met Mijn Eetmeter kun je bijhouden hoeveel je binnenkrijgt.
Uitrekenen hoeveel insuline je moet hebben

Je leert om uit te rekenen hoeveel insuline je nodig hebt. Dat doe je door te leren hoeveel koolhydraten er in eten en drinken zitten. En hoe andere dingen ervoor kunnen zorgen dat je bloedsuiker verandert. Bijvoorbeeld lang achter elkaar sporten of stress.

Gezond leven

Gezond leven is voor iedereen belangrijk, ook als je niet ziek bent. Dit betekent veel bewegen, gezond eten en niet roken.

Diabetes type 1 komt niet door ongezond leven. Toch is gezond leven heel belangrijk bij diabetes type 1. Het helpt om de kans op problemen met je gezondheid kleiner te maken. 

Zo kun je gezond leven:

  • niet roken
    Roken en vapen maakt de kans groter op ziektes van hart en bloedvaten.
  • gezond eten
  • genoeg bewegen
    Bewegen helpt om je bloedsuikers lager te krijgen. Bewegen helpt ook om een gezond gewicht te hebben. En om je bloeddruk goed te houden.
  • afvallen als je te zwaar bent
    Een gezond gewicht maakt de kans op problemen met je gezondheid kleiner. En het maakt je gevoeliger voor insuline.

Hoe vaak heb je controles bij diabetes type 1?

Je hebt een aantal controles per jaar als je diabetes type 1 hebt:

Gewone controle: 1 keer per 3 of 4 maanden

1 keer per 3 of 4 maanden heb je een controle bij de verpleegkundige of arts. Dit kan soms ook telefonisch of met beeldbellen. 

De arts of verpleegkundige praat met jou over hoe je je voelt. En over hoe het gaat met bijvoorbeeld werk en sporten. Als je hulp wilt bij het leren omgaan met je gevoelens, kan een psycholoog helpen.

De arts of verpleegkundige controleert ook deze dingen:

  • je bloeddruk
  • je gewicht
  • de plekken op je lichaam waar je de insuline spuit

Vaak moet je ook bloed laten prikken. De arts bekijkt dan hoe het gaat met je nieren en cholesterol. En met je HbA1C. Aan dit getal kan de arts zien hoe je bloedsuiker de afgelopen 2 maanden was.

Uitgebreide controle: 1 keer per jaar

1 keer per jaar kom je in het ziekenhuis voor een uitgebreide controle. De arts let dan extra op problemen met je hart, bloedvaten en voeten. En onderzoekt je bloed en je plas.

Je bespreekt met je arts hoe vaak je je ogen moet laten onderzoeken.

Hoe gaat het verder als je diabetes type 1 hebt?

Diabetes type 1 gaat niet meer over: het is een chronische ziekte. Je moet je hele leven insuline blijven gebruiken. Je krijgt hierbij hulp vanuit het ziekenhuis.

Diabetes verandert veel aan wat je elke dag doet. Je moet gaan zorgen dat je bloedsuiker zo normaal mogelijk is. Zo bescherm je je organen.

Je controleert meerdere keren per dag de hoeveelheid suiker in je bloed. Bij alles wat je doet, moet je letten op je diabetes. 

Problemen die na jaren kunnen ontstaan

Als het niet goed lukt om je bloedsuiker goed te houden, kan diabetes je bloedvaten beschadigen. Na jaren kun je daardoor klachten krijgen, zoals:

  • problemen met je ogen
    Zoals slecht zien.
  • problemen met je zenuwen
    Bijvoorbeeld pijn en tintelingen in je handen en voeten.
  • problemen met je voeten
    Wondjes aan je tenen genezen bijvoorbeeld niet altijd goed.
  • problemen met je nieren
  • ziektes van je hart

Als je diabetes goed wordt behandeld, krijg je meestal geen last van deze problemen. Je bespreekt steeds met het diabetes-team hoe je je bloedsuiker nog beter kunt krijgen.

Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Diabetes, locatie Oost, P2
020 599 30 37 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Diabetes, locatie West, route 14
020 510 88 82 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Diabetescentrum van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.