home

Droog blijven tijdens de dag : trainen van de blaas

Het komt vaak voor dat kinderen hun plas niet goed kunnen ophouden. Een training kan helpen om tijdens de dag droog te blijven. Tijdens de training leer je alles over plassen en hoe je kunt oefenen om droog te blijven. Er zijn regelmatig afspraken tijdens de training. De afspraken zijn soms in het ziekenhuis en soms via de telefoon.

Over het trainen van de blaas

Tijdens de training krijg je informatie en oefeningen van een urotherapeut. Een urotherapeut is een zorgverlener die je kan leren om droog te blijven.  
Als het niet goed lukt om je plas op te houden, heet dat incontinentie.

De urotherapeut geeft informatie over het plassen, zoals:

  • Hoe werkt plassen eigenlijk? 
  • Waar komt plas vandaan?
  • Wanneer en hoe vaak moet je plassen?
  • Hygiëne rondom het plassen
  • Wanneer en hoeveel moet je drinken?

Je krijgt oefeningen en speciale opdrachten mee voor thuis bijvoorbeeld meten hoeveel je plast. De opdrachten kunnen voor ieder kind anders zijn. 

Telefonisch contact

De urotherapeut belt je regelmatig om te horen hoe het gaat met de oefeningen. Je kunt dan ook je vragen stellen of de volgende stap bespreken. 

Afspraak op de Kinderpolikliniek 

Kom met een volle blaas op je afspraak op de Kinderpolikliniek. Voor de afspraak is het nodig dat je in het ziekenhuis plast op een speciale wc.
Je krijgt informatie over de blaastraining en over de volgende onderwerpen:

  • Plas heet ook urine. Je 2 nieren maken plas. Je nieren zijn belangrijke organen bij het plassen. De nieren zitten in je buik. 
  • De nieren filteren afvalstoffen uit het bloed. Er moet wel voldoende vocht in je lichaam zitten. Daarom is voldoende drinken erg belangrijk. 
  • De urine blijft in de blaas totdat blaas bijna vol is. 
  • Als de blaas bijna vol is, voel je dat je moet plassen. Dit heet plasdrang. 
  • De sluitspier en de spieren van je bekkenbodem houden de plasbuis dicht. 
  • Bij het plassen duwt de blaas de plas naar buiten via de plasbuis. 
  • Tijdens het plassen moeten de bekkenbodemspieren zich ontspannen, zodat de plas makkelijk in 1 keer naar buiten kan stromen.

De beste manier om te plassen

Neem de tijd om naar de wc te gaan. Hoe rustiger, hoe beter. Gebruik een speciale verkleiner als de wc-bril te groot is.

  • De beste manier om te plassen is zittend plassen.
  • Zit rechtop. Plassen doe je met een holle rug, poepen met een bolle rug.
  • Zet je voeten plat op de grond zodat je bovenbenen recht zijn. Gebruik zo nodig een voetensteun of een krukje.
  • Schuif je onderbroek tot op je enkels. Zorg dat je knieën naar buiten wijzen en zet je voeten en bovenbenen iets uit elkaar.
  • Adem rustig in door je neus en adem uit door je mond en wacht tot de blaas zelf gaat plassen.
  • Luister of de plas er in 1 keer uitkomt.
  • Niet persen tijdens het plassen. Je buik moet slap zijn. Dit lukt het beste als je tijdens het plassen zachtjes uitblaast, fluit of neuriet.
  • Stop niet tijdens het plassen! Blijf zitten tot je echt helemaal klaar bent en er geen plas meer uitkomt.
  • Jongens: knijp niet in je piemel tijdens het plassen. Door te knijpen lukt het soms niet om goed lee te plassen. 

Wanneer en hoe vaak plassen?

Als je blaas bijna vol is, geeft je blaas een seintje. Dit is een waarschuwing. Soms krijg je ook een seintje als je blaas niet vol is.
Je gaat pas naar de wc als je voelt dat je moet plassen. Voordat je naar de wc gaat, vraag je aan jezelf: 1­2­3 moet ik wel of moet ik nie(t)?

  1. Voelen: hoe vol zit mijn blaas eigenlijk?
  2. Denken: zit mijn blaas vol genoeg om naar de wc te gaan?
  3. Beslissen: ga ik naar de wc of wacht ik nog even?

Probeer het verschil te leren voelen tussen een lege blaas en een volle blaas. Als je voelt dat je blaas bijna vol is, ga je naar de wc om te plassen. 

Hoe vaak moet je plassen?

Je gaat ongeveer 7 keer per dag naar de wc om te plassen op de volgende momenten: 

  1. Na het opstaan.
  2. Voor het speelkwartier of eerste pauze.
  3. Voor het middageten.
  4. Direct na school.  
  5. In de middag tijdens het spelen.
  6. Voor het avondeten.
  7. Voor het slapen gaan. 

Als je op een ander moment echt voelt dat je naar de wc moet, ga dan ook. Probeer te voelen of je je blaas echt vol is en denk aan 1, 2, 3, moet ik wel of moet ik nie(t)?
Kijk op de wc in je onderbroek of je nog droog bent.

Hygiëne of schoon en netjes afvegen

Na het plassen op de wc is het belangrijk om je goed af te vegen. 

Meisje

Na het plassen

  • Veeg jezelf droog met een wc-papiertje van voor naar achter vanaf de voorkant tussen je benen.  
  • Neem voor iedere veeg een schoon wc­-papiertje.
  • Was je handen.

Na het poepen

  • Veeg met een wc-papiertje van voor naar achter vanaf achteren.  
  • Neem voor iedere veeg een schoon wc-­papiertje.
  • Was je handen.

Jongen

Na het plassen

  • Dep je piemel met een wc-papiertje droog.
  • Was je handen.

Na het poepen

  • Veeg met een wc-papiertje van voor naar achter.
  • Neem voor iedere veeg een schoon wc-papiertje.
  • Was je handen. 

Genoeg drinken

Genoeg drinken is belangrijk. Vocht zorgt voor: 

  • het opnemen van voedingsstoffen in je darm
  • transport van voedingstoffen en afvalstoffen in het lichaam
  • het regelen van de temperatuur van je lichaam
  • het lenig maken en houden van je blaas

Het is belangrijk om elke dag ongeveer 7 bekers van 200 ml te drinken. Dat is ongeveer 1,5 liter. Je drinkt op de volgende momenten: 

  • Ontbijt: 2 bekers
  • Eerste pauze: 1 beker
  • Middagpauze: 2 bekers
  • Na school: 1 of 2 bekers
  • Avondeten: 1 beker 

Verdeel het drinken over de dag. Stop 2 uur voor het slapen gaan met drinken. Drink zo weinig mogelijk drankjes met prik. Door de prik krijgt je blaas meer prikkels en geeft dan eerder een seintje. 

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Kindergeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: