Enkel-armindex : onderzoek van de bloedvaten in uw benen

Met een enkel-armindex bekijkt de laborant hoe goed uw bloed stoomt in uw benen. De laborant vergelijkt de bloeddruk van uw armen en benen.
Als de bloedvaten in uw benen te smal zijn of er een verstopping is, kan uw bloed daar niet goed stromen. De bloeddruk in uw benen is dan lager dan normaal.

• Meestal duurt het onderzoek 30 minuten.
• U trekt uw schoenen en sokken uit en gaat op een bed liggen.
• De laborant meet de bloeddruk in uw armen en benen. Hiervoor krijgt u een band om uw bovenarmen en enkels.
• Een laborant smeert koude gel op uw enkels en polsen, net onder de band. Met een dopplerapparaat duwt de laborant zachtjes tegen de gel. Het dopplerapparaat is een soort versterker. Via deze versterker kan uw arts uw bloed horen stromen.
• Om de beurt pompt de laborant de banden om uw armen en enkels op en laat de banden weer leeglopen. Via de versterker hoort de arts uw bloed stromen.
• Soms vraagt de laborant u maximaal 5 minuten op een loopband te lopen. Na het lopen meet de laborant opnieuw uw bloeddruk.
• Soms meet de laborant ook de bloeddruk in uw tenen. Bijvoorbeeld als u suikerziekte heeft.
• Als de laborant klaar is met het meten van uw bloeddruk, mag u de gel weghalen.
• De laborant vergelijkt de bloeddruk van uw armen en benen.

Tijdens uw volgende afspraak bespreekt u de uitslag met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.