home

Enkelprothese : plaatsen van een kunst-enkel

Als uw enkel beschadigd is en u hier veel last van heeft, kunt u een kunst-enkel krijgen. Een kunst-enkel heet een enkelprothese. De operatie duurt ongeveer 2 uur. U blijft meestal 2 dagen in het ziekenhuis. Na de operatie krijgt u hulp van een fysiotherapeut om te herstellen. Het herstel duurt ongeveer 3 tot 6 maanden.

Over de enkelprothese

Het enkelgewricht bestaat uit het scheenbeen, het kuitbeen en het sprongbeen. Op het uiteinde van deze 3 botten zit kraakbeen. Kraakbeen zorgt ervoor dat de botten soepel over elkaar bewegen. Kraakbeen kan slijten, bijvoorbeeld door artrose, reuma of een ongeval.

Door slijtage van het kraakbeen in de enkel kunt u klachten krijgen. De enkel kan stijf zijn en pijn doen. Ook kan de enkel dik worden. Als u erge klachten heeft, kunt u een enkelprothese krijgen.

Een enkelprothese vervangt een deel van het spronggewricht. Het spronggewricht is het gewricht rondom het sprongbeen. Het bovenste spronggewricht wordt vervangen door een enkelprothese. Het onderste spronggewricht wordt vastgezet.

Een enkelprothese ziet er zo uit:

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

1 tot 2 weken voor de operatie

  • U komt op een wachtlijst te staan.
  • Als u weet wanneer u de operatie krijgt, heeft u nog 1 afspraak op de afdeling Orthopedie met uw arts en een verpleegkundige. Deze afspraak is ongeveer 1 tot 2 weken voor uw operatie.
    De arts en de verpleegkundige controleren tijdens deze afspraak of u wondjes of ontstekingen heeft. U bespreekt ook met de arts welke medicijnen u mag blijven gebruiken.
  • Ga 2 weken voor de operatie naar een pedicure om te zorgen dat u een schone voet en enkel heeft.

2 dagen voor de operatie

  • 2 dagen voor de operatie hoort u van de planner van de afdeling Orthopedie het tijdstip van de operatie.
  • Zet de spullen die u iedere dag thuis gebruikt alvast op een plek waar u goed bij kunt. Bijvoorbeeld uw kookspullen en douchespullen.

Andere voorbereidingen voor de operatie

Fit voor de operatie

  • Eet gezond. Hoe gezonder uw lichaam voor de operatie is, hoe sneller u herstelt.
  • Als u te zwaar bent, komt er veel druk op uw enkel. Het kan ook gebeuren dat de wond minder goed geneest of dat u een infectie krijgt. Probeer daarom af te vallen als u te zwaar bent.
  • U mag geen infecties hebben tijdens de operatie. Denk aan infecties in uw mond of aan de huid. Infecties aan de huid zijn bijvoorbeeld likdoorns, wondjes, een krabwond van uw huisdier of wondjes door de huidziekten psoriasis of eczeem.
    Vertel het uw arts zo snel mogelijk als u denkt dat u een infectie heeft. Soms moet de arts uw operatie dan uitstellen.
  • Medische aandoeningen moeten goed onder controle zijn. Heeft u hoge bloeddruk, bloedarmoede of diabetes en is het niet onder controle? Neem dan contact op met uw huisarts.

Bewegen

  • Als u fit bent en sterke spieren heeft, herstelt u sneller na de operatie. Probeer daarom zo lang mogelijk tot de operatie te blijven bewegen. Als het nodig is, kunt u wat pijnstillers gebruiken.
  • Beweeg minimaal 2,5 uur per week, verspreid over verschillende dagen. U kunt wandelen of fietsen. Hoe vaker en langer u beweegt, hoe beter.
  • Doe minimaal 2 keer per week oefeningen die uw spieren en botten versterken. Als u wat ouder bent, doe dan ook oefeningen voor uw balans.
  • Een fysiotherapeut kan u helpen met oefeningen. U kunt ook alvast leren lopen met elleboogkrukken.
  • Zoek voor de operatie een fysiotherapeut bij u in de buurt. De fysiotherapeut helpt u na de operatie met uw revalidatie.

Uw huis aanpassen

De eerste weken na de operatie heeft u krukken, een looprek of een rollator nodig. U moet daarom misschien uw huis aanpassen.

  • Haal losse vloerkleden weg of zorg dat er antislip onder zit.
  • Heeft u verschillende soorten vloeren? Let dan op dat u niet kunt struikelen op de plek waar de ene vloer eindigt en de andere begint.
  • Let op of er geen losse snoeren op de grond liggen waar u over kunt struikelen.
  • Moet u de trap op? Zorg dat de bekleding van de trap en de trapleuning goed vastzit.
  • Zet uw meubels zo neer dat u er goed langs kunt met uw krukken, looprek of rollator.
  • Zet spullen die u veel gebruikt op een plek waar u makkelijk bij kunt.

Herstellen in een zorghotel of hersteloord

Als u niet direct naar huis wilt, kunt u ook naar een hersteloord of zorghotel. Hier werken verpleegkundigen, artsen en fysiotherapeuten. U blijft hier enkele dagen tot weken tot u weer zelfstandig thuis kunt wonen.
Een zorghotel is luxer dan een hersteloord. Er is bijvoorbeeld roomservice en u kunt vaak een eenpersoonskamer krijgen.
U moet een verblijf in een zorghotel of hersteloord zelf regelen. Neem contact op met uw zorgverzekeraar of de kosten vergoed worden.

Hulp bij uw herstel

Opstaan uit lage meubels kan kort na de operatie moeilijk zijn. U kunt verschillende hulpmiddelen in huis halen.
U leest hier meer over op de webpagina: Zorg na operatie enkelprothese.

Zo gaat de operatie

De operatie

  • Voor u naar de operatiekamer gaat, krijgt u een zenuwblokkade. Dit is een verdoving van 1 of meerdere zenuwen. Lees hier meer over op de webpagina: Zenuwblokkade voor een operatie.
  • De operatie voor het plaatsen van de enkelprothese duurt ongeveer 2 tot 2,5 uur.
  • De arts maakt een snee aan de voorkant van uw enkel.
  • Om goed bij het spronggewricht te kunnen, moeten er een paar spieren opzij worden gehouden.
  • De arts vervangt uw beschadigde enkelgewricht voor de enkelprothese.
  • De arts hecht de wond. Daarna dekt de arts de wond af met gaas en verband.
  • Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens en na de operatie antibiotica.

Direct na de operatie

  • Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer.
    Als u pijn heeft of misselijk bent, krijgt u medicijnen.
  • U heeft na de operatie een infuus in uw arm. Via dit infuus krijgt u medicijnen en vocht.
  • Op de uitslaapkamer krijgt u van de gipsmeester een gipsspalk om uw enkel en gips om uw onderbeen.
    Als het kan, helpen we u op de dag van de operatie meteen om uit bed te komen.
  • De eerste 24 uur na de operatie heeft u misschien nog hulp nodig van een verpleegkundige. Samen kijkt u hoe u weer zo snel mogelijk voor uzelf kunt zorgen.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Na de operatie

  • Op de dag na de operatie maken we een röntgenfoto om te controleren of de prothese goed is geplaatst.
  • In de 2 weken na uw operatie krijgt u injecties met de stof fraxiparine. Dit is om een trombose in uw been te voorkomen.
    U krijgt 1 injectie per dag. Thuis geeft u de injectie aan uzelf. Een verpleegkundige leert u hoe u de injectie aan uzelf kunt geven.
  • Het is normaal dat u na de operatie pijn heeft. U krijgt hier medicijnen voor.
    De verpleegkundige legt u uit hoe de medicijnen werken. Laat het altijd aan de verpleegkundige weten als u medicijnen heeft.
  • U kunt last hebben van duizeligheid en misselijkheid na de operatie. Dit is vaak een bijwerking van de verdoving die u heeft gehad tijdens de operatie.
  • In de weken na uw operatie heeft u misschien minder eetlust dan u bent gewend. Probeer toch zo gezond mogelijk te eten en genoeg te drinken. Dit is goed voor uw herstel.
  • Na een operatie kunt u last hebben van obstipatie. Bij obstipatie lukt het tijdelijk minder goed om te poepen. Vaak komt dit door een verandering in leefritme en voeding, gebruik van medicijnen of doordat u minder beweegt.
    Als u merkt dat het minder goed lukt om te poepen, zeg het dan tegen de verpleegkundige.

Fysiotherapie

  • De fysiotherapeut komt bij u langs om kennis te maken, en bespreekt met u wat u wel en niet kunt.
  • Op de dag na de operatie start u met oefeningen. De fysiotherapeut helpt u hierbij.
  • De fysiotherapeut helpt u ook met de dingen die u moet kunnen om zelfstandig te zijn.
    De fysiotherapeut helpt u bijvoorbeeld hoe u zelf in en uit bed komt, hoe u kunt opstaan en kunt zitten en leert u lopen met krukken.
  • Als u wilt, kan de fysiotherapeut u ook leren lopen met een kniekruk of een kniescooter.
  • Door veel zelf te oefenen, werkt u aan uw herstel. Probeer zo actief mogelijk te zijn.

Naar huis

Als u zich goed voelt, mag u 1 dag na uw operatie naar huis. Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.

Als u naar huis gaat krijgt u een aantal dingen mee:

  • Een brief voor de fysiotherapeut.
  • Een brief voor de wijkverpleegkundige, als u een wijkverpleegkundige heeft.
  • Een afspraakbrief voor een afspraak op de polikliniek Orthopedie, 2 weken na de operatie.
  • Een schema met andere afspraken die u heeft na de operatie.
  • Een recept voor de medicijnen die u nodig heeft. U kunt uw medicijnen ophalen bij uw eigen apotheek of de apotheek van OLVG, locatie West.

Tips om sneller beter te worden leest u op de webpagina: Zorg na operatie enkelprothese.

Zo gaat het verder

U heeft na de operatie nog een aantal afspraken in het ziekenhuis:

  • Ongeveer 2 weken na de operatie: De gipsmeester verwijdert het gips en geeft u loopgips. De chirurg controleert de wondjes.
  • Ongeveer 4 weken na de operatie: De gipsmeester verwijdert het loopgips. De chirurg controleert uw enkel. Neemt een level 1 compressiekous mee, daar kunt u nu mee starten.
  • Ongeveer 3 maanden na de operatie: De fysiotherapeut bekijkt hoe goed de enkel is hersteld.
  • Ongeveer 6 maanden na de operatie: U krijgt een röntgenfoto om te controleren of de enkel goed is hersteld.
  • Ongeveer 1 jaar na de operatie: U krijgt een röntgenfoto om te controleren of de enkel goed is hersteld.
  • Ongeveer 2 jaar na de operatie: U krijgt een röntgenfoto om te controleren of de enkel goed is hersteld.

Hoe lang gaat uw enkelprothese mee?

Hoe lang uw enkelprothese mee gaat hangt van een aantal dingen af:

  • Hoe fit u bent
  • Hoe zwaar u bent
  • Hoeveel u beweegt

Dit kunt u zelf doen

U kunt uw nieuwe enkel beschermen. De enkelprothese gaat dan langer mee.

  • Neem contact op met uw huisarts als u denkt dat u ergens in uw lichaam een infectie heeft.
  • Zorg dat u niet te zwaar wordt. Te veel druk op de enkel zorgt dat de enkelprothese minder lang mee gaat.
  • Blijf bewegen. Zo versterkt u uw enkel.
  • Bij sommige sporten staat er veel druk op de enkel. U kunt beter niet gaan hardlopen of contactsporten doen. Contactsporten zijn sporten waarbij de kans dat u anders sporters aanraakt groot is. Denkt u hierbij aan voetbal, vechtsporten of basketbal.

Wanneer moet u ons bellen?

Neem contact op met de polikliniek Orthopedie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • De operatiewond gaat lekken of blijft lekken.
  • De wond begint weet te bloeden.
  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • De huid om de wond wordt rood en dik, vooral uw tenen.
  • U heeft veel pijn aan de kant waar u de enkelprothese heeft.

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij het plaatsen van een enkelprothese bestaat een kleine kans op trombose, een longontsteking, een wondinfectie of tijdelijk verminderde kracht van het heffen van de voet. De volgende complicaties komen heel soms voor:

  • Een wondgenezingsstoornis.
  • Een ontstoken enkelprothese. Bij een ontstoken enkelprothese wordt de wond rood en dik, en heeft u koorts. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • Een nabloeding. Na het aanleggen van een nieuw gipsverband stopt de nabloeding meestal vanzelf. Een kleine bloeding in het gips kan vaak geen kwaad.
  • Wanneer een zenuw tijdens de operatie wordt beschadigd is er kans op zenuwschade. Dit kan ook een nawee zijn van de zenuwblokkade.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Bel de verpleegafdeling als u vragen heeft die niet tot de volgende werkdag kunnen wachten.

Verpleegafdeling Orthopedie, locatie West, B5
020 510 82 35 (iedere dag van 16.15 tot 08.15 uur)

Bel een medewerker van Opnameplanning als u vragen heeft over de datum van de operatie.

Opnameplanning afdeling Orthopedie
020 599 36 50 (op werkdagen van 10.00 tot 12.00 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Orthopedie van OLVG. Laatst gewijzigd: