home

Folfoxiri en Bevacizumab : thuis

Deze informatie gaat over het behandelschema van de chemotherapie en over de bijwerkingen bij deze behandeling. Niet iedereen krijgt last van deze bijwerkingen. Dit is per persoon verschillend. Voor de start van de behandeling heeft u nog een gesprek met de oncologieverpleegkundige. Uw vragen kunt u tijdens dit gesprek stellen. Lees de informatie goed door.

Informatie over de behandeling

  • De behandeling bestaat uit 6 kuren. 
  • Elke 2 weken (14 dagen) start u met een nieuwe kuur. 
  • U krijgt een centraal infuus; een PICC lijn of een PAC, dit is in overleg. Er wordt thuiszorg aangevraagd om de PICC lijn te verzorgen.
  • De medicijnen folinezuur, irinotecan, oxaliplatin en bevacizumab worden op dag 1 via een infuus toegediend. Dat duurt 5.5 uur. U blijft in OLVG.
  • Het medicijn fluorouracil wordt op dag 1 en 2 via een folfusor toegediend, een draagbaar infuuspompje. De folfusor wordt aangesloten op dag 1 nadat de medicijnen via het infuus zijn toegediend. Dat duurt 3 dagen. 
  • Op dag 3 zal de thuiszorg bij u komen om de folfusor af te koppelen.
  • Voor de toediening op dag 1 van elke volgende kuur, komt u op controle bij uw arts of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak vertelt u hoe het met u gaat, en hoe de behandeling is gegaan.
  • Samen met uw arts bepaalt u of u verder gaat met de behandeling. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

Laat voor uw afspraak uw bloed controleren

  • U moet voor de afspraak op de polikliniek uw bloed laten controleren. Doe dit tussen 1 en 24 uur voor de afspraak. 
  • Maak een afspraak bij de afdeling Bloedafname. U kunt ook op een andere locatie terecht.
  • U moet een laboratoriumformulier laten zien. U vindt dit in MijnOLVG > Menu > Aankomende onderzoeken en verrichtingen.
  • Afhankelijk van de uitslagen beoordeelt de arts of de behandeling door kan gaan.

Behandelschema

Volg het schema hieronder. Een + betekent dat u op die dag het medicijn krijgt toegediend. Een - betekent dat u op die dag het medicijn niet krijgt toegediend.

Dag

Fluorouracil (5-fu)
folfusor

Oxaliplatine, infuus

Folinezuur, infuus

Irinotecan, infuus

Bevacizumab, infuus

1 + + + + +
2 + - - - -
3 - - - - -
4 - - - - -
5 - - - - -
6 - - - - -
7 - - - - -
8 - - - - -
9 - - - - -
10 - - - - -
11 - - - - -
12 - - - - -
13 - - - - -
14 - - - - -

 

De folfusor: draagbaar infuuspompje

  • De folfusor is een draagbaar infuuspompje dat de medicatie geleidelijk en met de juiste snelheid toedient. 
  • Het bestaat uit een flesje, daarin een soort ballon (het elastomeerreservoir), een toedieningslijn en een flowrestrictor.
  • De ‘ballon’ stuwt de medicatie naar de toedieningslijn en daarna door de katheter.
  • Aan het uiteinde van de toedieningslijn zit een kunststof gedeelte: de flowrestrictor. Deze controleert hoe snel de medicatie doorstroomt. 

Gebruik van de folfusor

  • U krijgt een heuptasje voor de folfusor. U kunt zich dan goed blijven bewegen. 
  • De folfusor moet op dezelfde hoogte blijven als de flowrestrictor. Plaats daarom de folfusor nooit op de grond, hang hem niet boven uw hoofd. Ook niet als u slaapt. Veel patiënten vinden het prettig om de folfusor dan onder het kussen te leggen of in het tasje om de heup te houden.
  • Plak de flowrestrictor altijd op de huid.
  • De medicatie in de folfusor is gevoelig voor temperatuur. Leg de folfusor daarom nooit in de volle zon en vermijd temperaturen boven 38°C. Houd in de winter de folfusor tijdens een wandeling dicht tegen het lichaam aan. De flowrestrictor moet altijd contact maken met de huid, het flesje (de folfusor zelf) niet.
  • De toediening van de medicatie kan niet stoppen omdat de folfusor een toedieningslijn heeft die niet kan knikken.
  • Is de folfusor leeg? Het is niet nodig om deze meteen los te koppelen. Er kan geen vloeistof terugstromen in de folfusor. Wij koppelen de folfusor voor u los.

Middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie 

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 Dexamethason 
Granisetron
1x per dag 12 mg
1x per dag 2 mg
Medicatie 1 uur voorafgaand 
aan de behandeling innemen
2 Dexamethason 1x per dag 8 mg  's Morgens met ontbijt
3 Dexamethason 1x per dag 8 mg  's Morgens met ontbijt

Zo nodig

Dag

Medicijn

Hoe vaak gebruikt u het?

Wanneer?

1 tot en met 14 Metoclopramide
Magnesiumhydroxide
(kauwtabletten)
Movicolon/macrogol
Zo nodig 3x per dag 10 mg
Zo nodig 2x per dag 724 mg
Zo nodig 2x per dag sachet
Bij misselijkheid
Bij obstipatie/verstopping
Bij obstipatie/verstopping

Neem contact op met het ziekenhuis als u;
•    Metoclopramide slikt en toch nog misselijk blijft.  
•    5 dagen achter elkaar 3x per dag Metoclopramide slikt. 

U krijgt dan een ander medicijn tegen misselijkheid.

Bijwerkingen

Door chemotherapie kunt u bijwerkingen hebben. Dit verschilt per persoon.

Bijwerkingen die vaak voorkomen

Bijwerkingen bij diabetes, diarree, koude intolerantie, menstruatiestoornis

Bijwerkingen die regelmatig voorkomen

Beschadigingen van zenuwen (neuropathie), droge en gevoelige huid, haaruitval, hoofdpijn, pijn bij toediening, pijnlijke mond en lippen (mucositis), smaakverandering of smaakvermindering, verandering in seksualiteit, vermoeidheid, verstopping (obstipatie)

Bijwerkingen die soms voorkomen

Bloedarmoede (anemie), irritatie van de ogen, koorts op de dag van toediening, leverfunctiestoornissen, misselijkheid en braken, verhoogde bloeddruk, verkleuring van aderen, verminderde eetlust, vermindering bloedplaatjes (trombopenie), vermindering witte bloedlichaampjes (leukopenie)

Meer informatie over bijwerkingen

Wat is het? 

  • Door het gebruik van het medicijn dexamethason en/of prednison kunnen de bloedsuikers ontregeld raken. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Controleer de bloedsuiker de eerste 3 dagen na de kuur. 
  • Volg de instructie van de diabetesverpleegkundige op.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voorafgaand aan de behandeling verwijzen wij u door naar de diabetesverpleegkundige

Wat is het? 

  • Het slijmvlies in de darm kan beschadigd raken. Hierdoor kan diarree ontstaan. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; buikpijn/buikkrampen, vaak aandrang, meer ontlasting, pijn en irritatie van het gebied rond de anus, bloed bij de ontlasting, minder plassen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Drink voldoende om het vochtverlies aan te vullen. Drink daarom in ieder geval 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers). 
  • Gebruik naast water, thee en koffie regelmatig een melkproduct, vruchten- en groentesappen, soep of bouillon om het tekort aan voedingsstoffen en zout aan te vullen. 
  • Voeding is niet de oorzaak van de diarree, daarom is het niet nodig om bepaalde producten te vermijden. Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet.
  • Gebruik geen probiotica (bijv. yakult) bij diarree ten gevolge van beschadigd slijmvlies en bij verminderde afweer. 
  • Probeer gewoon te blijven eten en drinken. 
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • U kunt extra gevoelig zijn voor koude temperaturen.
  • Dit begint meestal tijdens of binnen enkele uren na de behandeling en duurt meestal een 
    paar dagen.
  • Dit kan zich uiten in stekend en prikkend gevoel in de handen wanneer u iets uit de 
    koelkast pakt of u de handen wast.
  • U kunt het gevoel krijgen dat u minder goed kan slikken of dat u stikt zonder dat dit 
    gebeurd (wanneer u koud drinkt of als er koude wind op uw hals komt).
  • De kaak kan tijdelijk vastzitten.
  • Meestal verdwijnen deze klachten na een paar dagen weer.

Wat kunt u zelf doen?

  • Leg handschoenen naast de koelkast voor als u iets uit de koelkast wilt pakken.
  • Was uw handen met lauw/warm water.
  • Vermijd het drinken van koude dranken. Laat het eerst op kamer temperatuur komen.
  • Draag een sjaal en zo nodig een muts als u naar buiten gaat.
  • Gebruik zo nodig een warmtepacking als u klachten heeft.
  • Belangrijk is om eerlijk te vertellen als u deze klachten heeft.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, 
    kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te 
    passen.

Wat is het? 

  • Er kan een verandering optreden in de menstruatie. Dit kan samengaan met een onregelmatige cyclus. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes vermindert de stolling van het bloed waardoor de menstruatie heviger kan zijn.
  • De menstruatie kan ook stoppen. U kunt hierdoor tijdelijk of blijvend in de overgang komen. Dit is mede afhankelijk van uw leeftijd.
  • Gemiddeld komt u door chemotherapie 5 jaar eerder in de overgang. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige overgangsklachten kunnen wij u doorverwijzen naar de gynaecoloog.

Wat is het? 

  • De uiteinden van de zenuwen van handen en voeten kunnen beschadigd worden. Dit heet neuropathie. Klachten kunnen zijn een doof/slapend, tintelend of branderig gevoel in vingertoppen, vingers en tenen. 
  • U kunt ook moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen als het dichtknopen van kleding. 
  • Soms treden deze klachten tijdelijk op en verdwijnen dan weer binnen enkele dagen. 
  • In het eerste anderhalf jaar na de behandeling kunnen de klachten verminderen en verdwijnen dan meestal volledig. Zijn er daarna nog neuropathieklachten, dan zullen deze blijvend zijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. 
  • Heeft u klachten? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als de klachten continu aanwezig zijn en niet meer wegtrekken tijdens de behandeling, kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de dosering van de behandeling aan te passen. 

Wat is het?

  • De behandeling kan uw huid droger en/of schilferig maken.
  • Gedurende de behandeling kan de huid gevoeliger zijn voor zonlicht. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Smeer uw gezicht en andere delen van uw lichaam die in de zon komen in met minimaal factor 30 en vermijd zonnebaden.
  • Gebruik niet-geparfumeerde bodylotions of crèmes op waterbasis (hydraterend).
  • Zeep droogt de huid uit. In plaats daarvan kunt u beter voor olie kiezen. 
  • Wanneer u last heeft van een jeukende huid kan koelzalf of mentholpoeder verlichting bieden. 

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de dermatoloog.

Wat is het?

  • Meestal begint het haarverlies geleidelijk, 2 tot 3 weken na de eerste chemokuur.
  • Haaruitval kan samengaan met een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid, te vergelijken met 
    haarpijn (pijn in de wortels).
  • Naast uw hoofdhaar kunnen ook uw wenkbrauwen, wimpers, oksel, lichaams- en 
    schaamhaar uitvallen. Dit is niet altijd het geval. En meestal gebeurt dit later dan het 
    hoofdhaar.
  • Ongeveer een maand na afloop van de behandeling begint uw haar weer te groeien. De 
    snelheid waarmee dit gebeurt, is per persoon verschillend. Meestal is er na enkele 
    maanden weer een goed herstel van de haargroei. 

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.
  • Heeft u vragen over de vergoeding of betaling van een haarwerker? Neem dan contact op met uw zorgverzekeraar.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Wij geven u een pruikmachtiging.

Wat is het?

  • Hoofdpijn kan ontstaan door de chemotherapie en door de medicatie om misselijkheid en 
    braken te voorkomen.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; een overgevoeligheid voor prikkels als licht en 
    geluid.

Wat kunt u zelf doen?

  • Vermijd een prikkelende omgeving. Zorg voor een rustige ruimte eventueel verduisterd.
  • Probeer met koude kompressen op het hoofd de pijn te verlichten.
  • Neem 3 keer per dag 1000 mg paracetamol.
  • Houdt de hoofdpijn aan, neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

 

Wat is het?

  • Tijdens het inlopen van de medicijnen kunnen pijnklachten optreden aan de arm waar het 
    infuus zit.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt niets doen om dit te voorkomen.
  • Krijgt u deze klachten tijdens het inlopen van de medicijnen? Waarschuw dan de 
    verpleegkundige.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Een warme pakking op de infuusarm kan de klachten verlichten.
  • Bij ernstige klachten laat de verpleegkundige de medicijnen langzamer inlopen.

Wat is het?

  • U kunt last krijgen van irritatie, beschadiging of ontsteking van het mondslijmvlies 
    (mucositis).

Wat kunt u zelf doen?

  • Spoel 4 tot 6 keer per dag uw mond met zout water. Dit beschermt het slijmvlies.
  • Poets uw tanden 2 keer per dag met een zachte tandenborstel en een medicinale 
    tandpasta zoals Parodontax of Sensodyne F.
  • Probeer wondjes en bloedingen te voorkomen. Wees daarom voorzichtig met floss, 
    ragers of tandenstokers.
  • Houdt de pijnlijke mond aan of lukt het u niet om voldoende te eten of te drinken? Neem 
    dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het? 

  • Uw smaak kan veranderen. Eten wat u eerst lekker vond, smaakt nu niet meer. Eten dat u normaal gesproken niet lekker vond, smaakt u nu misschien juist wel.
  • Na de behandeling herstelt de smaak zich weer.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeer verschillende producten uit.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtiste.

Wat is het? 

  • Chemotherapie kan invloed hebben op uw seksuele gevoelens. 
  • Door een operatie, bestraling en/of haarverlies kan een veranderd zelfbeeld ontstaan.
  • Het is mogelijk dat u minder zin heeft om te vrijen.
  • De behoefte aan tederheid en intimiteit kan juist toenemen. 
  • Vrouwen kunnen last krijgen van vaginale droogte.
  • Mannen kunnen last hebben van erectiestoornissen en/of ejaculatieproblemen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Het bespreekbaar maken van seksuele problemen is belangrijk.
  • Door erover te praten met uw partner leert u elkaar beter te begrijpen. 
  • Ook met uw zorgverleners kunt u problemen rond seksualiteit bespreken.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Als u problemen ervaart met uw seksualiteit dan kunnen we u verwijzen naar een seksuoloog. 

Wat is het? 

  • Vermoeidheid is een veelvoorkomende bijwerking die tot een jaar na de behandeling kan aanhouden.
  • Het herstel na iedere kuur kost het lichaam veel energie.
  • Klachten die hiermee samenhangen zijn; gebrek aan energie, lusteloosheid, minder belangstelling voor de omgeving, slapeloosheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Probeert u zich niet te verzetten tegen de vermoeidheid. U er tegen verzetten kost ook energie.
  • Zorg voor een goede afwisseling van uw activiteiten over de dag en bouw rustpunten in.
  • Stel prioriteiten en bepaal zelf waar u de tijd aan wil besteden.
  • Doe aan lichaamsbeweging, bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
  • We raden u aan om na de behandeling deel te nemen aan een fysiek revalidatieprogramma van het Cancer Care Center of stichting Tegenkracht.
  • Het is bewezen dat het herstellen van de conditie een positief effect heeft op het verminderen van de vermoeidheid.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar een fysiotherapeut of psycholoog.

Wat is het? 

  • Verstopping (obstipatie) kan ontstaan door gebruik van medicatie om misselijkheid te voorkomen en door bepaalde chemotherapie. 
  • Klachten van verstopping zijn; harde en droge ontlasting buikpijn en krampen, opgezette buik en een verminderde eetlust door een vol gevoel. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Wanneer u bovenstaande klachten langer dan 4 dagen heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. Hierdoor kan een tekort ontstaan van rode bloedcellen (erytrocyten), dit noemen we bloedarmoede (anemie). 
  • Klachten kunnen zijn; vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • De bloedarmoede is niet het gevolg van ijzertekort. Extra voeding met ijzer zal geen effect hebben. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten.
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Dit wordt veroorzaakt door irritatie van het hoornvlies of doordat de traanklieren onvoldoende traanvocht produceren. Hierdoor worden de ogen droog.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; irritatie, roodheid, pijn en tranen van de ogen.
  • Ook kunt u last krijgen van wazig zien. Dit gaat vanzelf over. 

Wat kunt u zelf doen? 

  • Vermijd het gebruik van lenzen als uw ogen te gevoelig zijn. 

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij aanhoudende klachten kan uw arts of verpleegkundig specialist oogdruppels voorschrijven.

Wat is het?

  • Er kan verhoging of koorts ontstaan.
  • De koorts verdwijnt spontaan binnen 24 uur na de toediening.
  • Door de koorts en het zweten, verliest u meer vocht dan gewoonlijk. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Drink voldoende: 2 liter per dag (16 kopjes of 14 bekers).
  • Gebruik ter bestrijding van de koorts 1000 mg paracetamol
  • Is de koorts na 24 uur nog niet verdwenen? Neem dan contact op met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het?

  • De werking van de lever kan tijdelijk worden beïnvloed.
  • Leverfunctiestoornissen uiten zich vaak het eerste als afwijkingen in het bloed.
  • Bij ernstige leverfunctiestoornissen treden klachten van vermoeidheid, algehele malaise 
    en geelzucht op.

Wat kunt u zelf doen?

Gebruikt u alcohol? Gebruik dan niet meer dan 2 eenheden per dag.

Wat kunnen wij voor u doen?

Bij ernstige leverfunctiestoornissen kan uw arts of verpleegkundig specialist besluiten de 
dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en/of braken. 
  • De mate waarin deze klachten optreden kan verschillen per kuur.
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; kokhalzen, weinig of geen eetlust, maagklachten zoals een vol gevoel of pijn.

Wat kunt u zelf doen? 

  • Neem de medicijnen volgens het schema; middelen tegen misselijkheid, braken en obstipatie.
  • We adviseren u om de Metoclopramide tabletten een half uur voor de maaltijd in te nemen zodat u in staat bent iets te eten.
  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Probeer verschillende producten uit.
  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Dit zijn ongeveer 16 kopjes of 14 bekers.
  • Gemberthee en coca cola kunnen klachten van misselijkheid verminderen.
  • Als u bovenstaande klachten heeft, is het van belang om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten volgt behandeling met andere medicijnen.

Wat is het?

  • U kunt een verhoogde bloeddruk krijgen.
  • Klachten kunnen zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid.

Wat kunt u zelf doen?

  • U kunt zelf niets doen om dit te voorkomen.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Voor iedere toediening controleren we uw bloeddruk.
  • Bij een verhoogde bloeddruk volgt behandeling met medicijnen.

Wat is het?

  • Door de toediening van chemotherapie kunnen de aderen donker verkleuren.
  • Dit herstelt meestal weer naar de chemotherapie, dit kan een aantal maanden duren.

Wat kunt u zelf doen?

  • Voelt de huid warm aan, heeft u pijnklachten en/of koorts? Dan is het belangrijk om 
    contact op te nemen met het ziekenhuis.

Wat kunnen wij voor u doen?

  • Eventueel volgt verder onderzoek.

Wat is het? 

  • Door kanker en de behandeling kan uw eetlust verminderen.
  • Het kost dan moeite om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Hierdoor kan ongewenst gewichtsverlies optreden. 

Wat kunt u zelf doen?

  • Eet meerdere keren per dag kleine beetjes.
  • Maak bij voorkeur gebruik van volle producten in plaats van magere of light varianten.
  • Kies voor dranken die eiwit en energie bevatten zoals zuivelproducten.
  • Als u minder trek heeft in eten, gaan vloeibare voedingsmiddelen zoals vla, yoghurt en pap vaak beter.
  • Weeg uzelf elke week en neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als u meer dan 3 kilo in een maand of meer dan 6 kilo in een half jaar ongewenst bent afgevallen.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Bij ernstige klachten kunnen wij u doorverwijzen naar de diëtist.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan van bloedplaatjes (trombocyten) in uw bloed, dit noemen we trombopenie. 
  • Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. 
  • Een daling van het aantal bloedplaatjes maakt het bloed minder stolbaar. 
  • Klachten die hiermee samengaan zijn; neusbloedingen, blauwe plekken, bloedend tandvlees, bloed in de ontlasting en/of urine, bloed bij braken.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Wat is het? 

  • De aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg kan geremd worden. 
  • Hierdoor kan een tekort ontstaan aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Dit noemen we leukopenie. 
  • Witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties.
  • Bacteriën of ziekten die voor gezonde mensen weinig gevaar opleveren, kunnen bij u tot heftige reacties leiden met hoge koorts.
  • Ongeveer tussen de 10e en de 15e dag na het starten van de kuur is het aantal leukocyten het laagst. Men noemt dit de dip-periode. In deze periode bent u meer vatbaar voor infecties.
  • Klachten van een infectie zijn; een temperatuur van 38,5°C of hoger soms in combinatie met koude rillingen.

Wat kunt u zelf doen? 

  • U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen.
  • Wanneer u bovenstaande klachten heeft is het belangrijk om contact op te nemen met OLVG.

Wat kunnen wij voor u doen? 

  • Voor iedere kuur worden uw bloedwaarden bepaald. Zo kunnen we controleren of u voldoende hersteld bent om met de volgende behandeling te starten. 
  • Uw arts of verpleegkundig specialist kan besluiten de dosering van de behandeling aan te passen of de behandeling uit te stellen.

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie Oost, P2
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Medische Oncologie en Hematologie, locatie West, route 14
020 510 88 78 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Medische Oncologie van OLVG. Laatst gewijzigd: