Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
De enkel bestaat uit:
Het scheenbeen zit aan de binnenkant van de enkel. Het kuitbeen zit aan de buitenkant van de enkel. De enkelbanden houden de botten bij elkaar.
Bij een gebroken enkel is het kuitbeen of het scheenbeen gebroken. Soms zijn beide botten gebroken. Door een breuk ontstaan er 2 of meer losse botstukken. Het kan zijn dat de botstukken zijn verschoven en niet meer goed op elkaar staan.
Er zijn meerdere behandelingen mogelijk bij een gebroken enkel. Welke behandeling u nodig heeft, hangt af van het type breuk.
Als door de breuk de stukken bot van elkaar af staan, zet de arts de stukken bot eerst terug op de goede plek. Het terugzetten van de stukken bot gebeurt meestal op Spoedeisende Hulp. Soms moet u hiervoor naar de operatiekamer.
Als door de breuk de botstukken in de enkel te ver van elkaar staan, is het zetten van de botten niet mogelijk. U heeft dan een operatie nodig. Tijdens de operatie zet de arts de botstukken op de goede plek.
Als een operatie nodig is, gebeurt dit meestal binnen 2 weken nadat u de enkel heeft gebroken. Deze rusttijd is nodig om de spieren en de huid rondom de enkel te laten herstellen voordat u geopereerd kunt worden.
Soms heeft u tot de operatie een fixateur externe nodig. Een fixateur externe is een metalen frame aan de buitenkant van het lichaam. De botstukken kunnen door de externe fixatie niet verplaatsen tijdens het herstel.
Er zijn meerdere soorten operaties mogelijk. Meestal gebruikt de arts 1 of meer metalen plaatjes en schroeven om het bot op de goede plek vast te zetten. De operatie gebeurt met een gehele verdoving of een verdoving in de enkel. De arts bespreekt met u welke soort verdoving het beste bij u past.
Om uw enkel goed te laten genezen is het belangrijk dat u de enkel en de voet blijft bewegen. Begin met deze oefeningen meteen nadat dat het gips eraf is.
Begin met onbelast oefenen. Dit betekent dat u oefent zonder op de voet te staan. Daarna kunt u belast oefenen. Dit betekent dat u op de voet staat. Oefen alleen als het niet te veel pijn doet.
Onbelast oefenen betekent dat u oefent zonder op de voet te staan. Forceer de enkel niet bij rondjes draaien van de enkel.
Als de enkel erg stijf is en u onvoldoende ver komt, kunt u de enkel helpen door met een stugge sjaal de tenen naar u toe te trekken.
Belast oefenen betekent dat u op de voet staat. Begin met oefeningen op de stoel. Ga op een stoel zitten en doe deze 2 oefeningen om uw spieren te rekken.
Oefening 1: Zet uw voet ver van de stoel op de grond en probeer de hiel op de grond te zetten
Oefening 2: Schuif uw voet dichter bij de stoel en probeer de hiel weer op de grond te zetten.
Na het oefenen met de stoel, doet u de oefeningen met behulp van uw lichaamsgewicht. Ga staan en doe deze oefening om uw spieren te rekken.
Als de pijn het toelaat, is het belangrijk om te oefenen met het been. Als u goed op 1 been kunt staan, kunt u proberen kleine stappen te lopen. Probeer de enkel zo normaal mogelijk te gebruiken. Iedere stap is een oefening.
Bel na een operatie ook bij deze klachten:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl
Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl
Als de afdeling niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.
OLVG, locatie Oost
020 599 91 11
OLVG, locatie West
020 510 89 11
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.