home

Gebroken middenhandsbeentje : metacarpale breuk

Bij een gebroken middenhandsbeentje heeft u een breuk midden in uw hand. Voor de behandeling krijgt u gips of een operatie. Het herstel van de breuk duurt ongeveer 6 weken. Het kan 3 maanden duren voor u uw hand weer goed kunt gebruiken.

Over het middenhandsbeentje

Uw hand bestaat uit veel kleine botten. In het midden van uw handen zitten 5 middenhandsbeentjes. Als u uw hand hard stoot of er bijvoorbeeld een zwaar voorwerp op uw hand valt, dan kunnen de middenhandsbeentjes breken.

Op de Spoedeisende Hulp onderzoekt de arts uw hand. U krijgt hiervoor een röntgenfoto. Met een röntgenfoto zijn de botten goed zichtbaar.
Soms is ook een CT-scan nodig. Een CT-scan is een soort 3D-röntgenfoto van de binnenkant van uw lichaam.

Er zijn 2 behandelingen mogelijk: een operatie of een behandeling met gips. Welke behandeling u nodig heeft, hangt af van het aantal breuken en de stand van de botdelen. De arts bespreekt met u wat de beste behandeling is voor u. 

Behandeling met gips

Na de Spoedeisende Hulp

  • Als een operatie niet nodig is, krijgt u meestal 4 weken gips.
  • U krijgt op de Spoedeisende Hulp eerst tijdelijk gips om de hand.
  • Het is belangrijk dat u uw hand rust geeft. Houd de hand ook hoog. Houd uw hand boven de pols en de pols boven de elleboog.

1 week na de breuk

  • Na ongeveer 1 week heeft u een afspraak op de Gipskamer. Uw gips wordt dan gewisseld. U krijgt nieuw gips, waarin u de vingers beter kunt bewegen.
  • Dit gips houdt u nog 3 weken om.
  • Uw arts bepaalt of er nog een röntgenfoto nodig is om de botten te controleren. Als de botten verplaatst zijn, kan een operatie nodig zijn.

 4 weken na de breuk

  • Na ongeveer 4 weken heeft u weer een afspraak op de Gipskamer. Het gips wordt hier verwijderd.
  • Er is geen röntgenfoto nodig.
  • Als het gips van uw hand is, kunt u meteen starten met oefenen. Door te oefenen zorgt u dat uw hand niet stijf en dik wordt. Wij adviseren u om te oefenen met een fysiotherapeut. U krijgt een verwijzing voor de fysiotherapeut mee.
  • U mag de hand weer gebruiken. Dit mag niet te veel pijn doen.

Behandeling met operatie

Als een operatie nodig is, dan wordt u meestal binnen 7 dagen na de breuk geopereerd. De operatieplanner belt u binnen 2 dagen na uw bezoek aan de Spoedeisende Hulp om de afspraak voor de operatie te maken.

Bij een operatie aan het middenhandsbeentje zet de arts de botten vast met stevige ijzerdraadjes of met een metalen plaatje met schroeven. Soms zijn er meerdere plaatjes of schroeven nodig om alle stukken vast te zetten. De arts bespreekt vooraf met u welke operatie u nodig heeft.

Tot de operatie houdt u uw hand in het gips.

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.

Na de operatie

Als de arts ijzerdraadjes heeft gebruikt om de botstukken vast te zetten, verwijdert de arts deze na 4 weken. Dit gebeurt op de Gipskamer. Er is geen nieuwe operatie voor nodig.

Als er plaatjes of schroeven gebruikt zijn, blijven deze meestal zitten. De arts haalt plaatjes en schroeven alleen weg als u er last van krijgt. 

Uw arts bespreekt met u of u na de operatie nog gips of een brace nodig heeft. Na de operatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk begint met oefeningen voor de hand om stijfheid te voorkomen. Hierover staat meer onder het kopje ‘oefeningen voor thuis’.

  • Als u zich goed voelt, mag u de dag van uw operatie naar huis. Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • Afhankelijk van de operatie krijgt u gips of een drukverband om de hand. Als er ijzerdraadjes zijn gebruikt, krijgt u ook 4 weken gips.
  • Als er een plaatje met schroeven is gebruikt, krijgt u een drukverband. Dit drukverband moet u 48 uur laten zitten.
  • Na de operatie heeft u een wond. De arts doet hier hechtpleisters op. Dit zijn doorzichtige pleisters. Laat deze pleister op de wond zitten. Ze vallen er vanzelf vanaf.
  • Lekt uw wond bloed of vocht? Doe dan een schone pleister op de wond. De wond mag 3 dagen na de operatie niet meer lekken. Als uw wond niet lekt hoeft u geen schone pleister op uw wond te plakken.

Litteken

  • Hoe lang het litteken wordt, hangt af van de operatie.
  • Hoe mooi het litteken herstelt, hangt vooral af van uw type huid, de plek van het litteken en van de spanning die op het litteken staat. Het soort hechting heeft minder invloed op het uiteindelijke resultaat.
  • Als de wond dicht en helemaal droog is, kunt u crème smeren op de huid. Bijvoorbeeld een crème met vitamine E. Dit kan helpen bij het herstel van het litteken.
  • Bescherm uw litteken minstens 12 maanden tegen direct zonlicht. Dit kunt u met kleding doen of met zonnebrandcrème met beschermingsfactor 50.

Adviezen voor thuis

  • Houd uw hand en pols de eerste week na de breuk hoog. Dat betekent dat uw hand en pols hoger dan de elleboog houdt. Als u zit of ligt kunt u uw arm bijvoorbeeld op een kussen leggen.
  • Als het geen pijn doet, mag u uw vingers, hand en pols voorzichtig bewegen en een vuist maken. Beweeg ook uw schouder en strek en buig uw elleboog. Zo worden uw gewrichten niet stijf.

Zwelling

  • Het is normaal dat uw hand dik is na een botbreuk of operatie aan de hand.
  • Houd uw hand zo veel mogelijk hoog om zwelling te verminderen.
  • Blijft uw hand meer dan 3 weken dik of wordt uw hand dikker? Neem dan contact op met uw arts.

Pijnstilling

  • Een gebroken middenhandsbeentje kan pijnlijk zijn. Uw arts adviseert welke pijnstilling u kunt gebruiken.
  • Als het nodig is, krijgt u medicijnen of een recept voor medicijnen mee naar huis.
  • De pijn wordt meestal na 1 tot 2 dagen minder.

Herstel

  • Het herstel van de breuk duurt ongeveer 6 weken. Na 6 weken kunt u nog wel pijn hebben. Ook is het vaak nog niet mogelijk alle bewegingen te maken.
  • U kunt uw hand meestal pas na 3 maanden weer zonder pijn bewegen.
  • Soms is uw hand erg beschadigd. Uw hand geneest dan nooit helemaal.

Fysiotherapie

Hulp van een fysiotherapeut kan nodig zijn om de beweging in de hand weer zo goed mogelijk terug te krijgen. Wij adviseren iedereen met een gebroken middenhandsbeentje om naar een handtherapeut of fysiotherapeut te gaan. U krijgt hiervoor een verwijzing van ons mee.

Oefeningen voor herstel

  • Om uw hand goed te laten genezen is het belangrijk dat u de hand en de pols blijft bewegen. Het is belangrijk dat u met deze oefeningen begint meteen nadat het gips of het drukverband eraf is.
  • Probeer de oefeningen 5 tot 10 keer per dag te doen. Herhaal de stappen 10 tot 15 keer.
  • Uw hand kan stijf voelen. Dit is normaal. Stop de oefeningen als u veel pijn heeft.
  • Soms kan uw hand dik worden na het oefenen. Houd de hand dan hoog.
  • Als u na het oefenen langer dan 10 minuten pijn heeft, dan heeft u te veel gedaan. Herhaal de stappen dan minder vaak bij uw volgende oefening.
  • Het is normaal dat u niet elke oefening meteen volledig kunt doen. Probeer elke dag een klein stukje verder te komen.
  • U kunt de eerste dagen de pols tijdens het oefenen in warm water houden om de spieren te ontspannen.
  • Als het niet lukt om de oefeningen te doen, vraag dan aan uw arts een verwijzing voor handtherapie.

Oefeningen

Oefening 1: Beweeg de pols rustig op en neer.

Oefening 2: Buig en strek de pols met hulp van uw andere hand. Doe dit zo ver als het gaat. De oefening mag geen pijn doen.

Oefening 3: Leg uw hand plat op een tafel. Beweeg de hand naar rechts en links met een zwaaibeweging. Houd de onderarm stil.

Oefening 4: Maak zonder kracht te zetten een vuist van uw hand. Draai daarna rondjes met uw hand. Eerst naar links en dan naar rechts. Doe dit in een rustig tempo.

Oefening 5: Spreid de vingers en doe de vingers dan weer tegen elkaar aan.

Oefening 6: Raak met uw duim 1 voor 1 de vingertoppen van de andere vingers aan.

Oefening 7: Beweeg uw hand zoals op het plaatje is te zien van een gestrekte hand naar een vuist en weer terug. Let op dat u geen kracht zet.

Wanneer moet u ons bellen?

  • Uw vingers zijn paars of blauw. Ook als u uw hand goed hoog houdt.
  • U heeft een tintelend gevoel in de vingers. Ook als u uw hand goed hoog houdt.
  • U heeft langer dan 3 dagen pijn of pijn die steeds erger wordt.
  • Het gips doet pijn of zit te strak.
  • Het gips is gebroken, nat of slap.

Bel na een operatie ook bij deze klachten:

  • Als u denkt dat de wond ontstoken is: de wond is rood en warm, ook kan de plek rond de wond gezwollen zijn.
  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • De wond gaat plotseling open.
  • De wond lekt pus of vocht: de wond hoort na 3 dagen dicht en droog te zijn.
  • De pijn in de wond wordt plotseling erger.
  • De wond gaat plotseling bloeden. Start eerst zelf met 10 minuten op de wond te drukken zonder stoppen. Gebruik voor het drukken op de wond bijvoorbeeld een steriel gaas of een schone, gestreken theedoek of zakdoek. Bel OLVG als het bloeden niet stopt.

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79  (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Traumachirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: