Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
De vingers bestaan uit 3 vingerkootjes. De duim heeft 2 vingerkootjes. Bij een gebroken vinger zit er een breuk in 1 of meerdere vingerkootjes. Een gebroken vinger ontstaat vaak door een slag, stoot of val op de vinger.
Bij een gebroken vinger kunt u een spalk of een operatie krijgen. Welke behandeling u krijgt, ligt aan hoe uw vinger gebroken is.
Tussen de vingerkootjes zitten gewrichten. Zo kunt u uw vingers buigen. Als uw vinger gebroken is in een gewricht, dan kunnen de stukjes bot minder goed aan elkaar groeien. Vaak krijgt u dan een operatie. Als de breuk niet in uw gewricht zit, krijgt u vaak een spalk.
De arts belt u 1 werkdag na uw bezoek op de Spoedeisende Hulp. Samen met de arts maakt u een behandelplan. Bekijk hieronder het filmpje over het behandelplan:
Als de vinger scheef staat, krijgt u een operatie. U krijgt de operatie vaak 1 week na het breken van de vinger. Tijdens de operatie zet de arts uw gebroken vinger vast met metalen draadjes. Dit heet ook wel een K-draad. Ook kan de arts een metalen plaatje en schroeven gebruiken om uw gebroken vinger vast te zetten.
Heel soms is het nodig om uw gebroken vinger vast te zetten met pennen buiten het lichaam. Dit heet een externe fixateur. Lees meer hierover op de webpagina: Fixateur Externe.
De arts bespreekt met u welke operatie het beste voor u is.
Binnen 2 dagen nadat u heeft gehoord dat u wordt geopereerd, bellen de operatie-planner en de anesthesioloog u. De operatie-planner en de anesthesioloog geven u informatie over de operatie. Als u nog vragen heeft, kunt u deze tijdens dit telefoongesprek stellen.
Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie. Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking. Stop als het kan 4 weken voor uw operatie met roken. Rook niet tot minstens 4 weken na de operatie. Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie. |
Om uw vinger goed te laten genezen, is het belangrijk dat u uw vingers en hand blijft bewegen. Begin met deze oefeningen meteen nadat het gips of de spalk eraf is. Blijf ook uw elleboog en schouder bewegen. Zo wordt uw arm niet stijf.
Oefening 1: Beweeg uw hand zoals op het plaatje van een gestrekte hand naar een vuist. Uw duim blijft buiten de vuist. Houd deze stand 5 seconden vast.
Oefening 2: Spreid de vingers en doe de vingers dan weer tegen elkaar aan.
Oefening 3: Ontspan uw vingers en beweeg de pols rustig op en neer. Wacht 5 seconden tussen het buigen en strekken van uw pols.
Soms heeft u hulp van een handtherapeut nodig. Een handtherapeut kan u helpen met oefenen. U krijgt een verwijzing voor de handtherapeut.
Elke operatie heeft risico’s. Bij een operatie aan een gebroken vinger heeft u een kleine kans op een bloeding of een ontsteking.
Bel meteen de polikliniek Traumachirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:
Voor vragen over uw gips of spalk kunt u bellen naar de Gipskamer.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Gipskamer, locatie Oost, P3
020 599 29 63 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl
Gipskamer, locatie West, route 6
020 510 80 28 (op werkdagen van 08.00 tot 16.15 uur)
gipskamer@olvg.nl