home

Groeihormoon-stimulatietest : bloedonderzoek

Als een kind te klein is of niet goed groeit, is de oorzaak soms te weinig groeihormoon. Om de hoeveelheid groeihormoon te meten, krijgt uw kind een bloedonderzoek. Dit heet een groeihormoon-stimulatietest. Dit onderzoek bestaat uit 2 testen. Als uw kind jonger is dan 6 jaar, komt u 1 dag extra naar het ziekenhuis voor de tweede test.

Over groeihormoon-stimulatietest

De stoffen clonidine en arginine zorgden dat de hersenen het groeihormoon aanmaakt.

Bij een groeihormoon-stimulatietest krijgt uw kind medicijnen met deze stoffen via een pil en een infuus. Een infuus is een De arts meet daarna in het bloed hoeveel groeihormoon uw kind heeft aangemaakt.

Uw kind krijgt eerst een test met de stof clonidine. Daarna krijgt uw kind een test met de stof arginine. Iedere test duurt 2 tot 3 uur. 

Als uw kind jonger dan 6 jaar is, krijgt uw kind eerst de test met clonidine. U en uw kind komen dan een andere dag terug voor de test met arginine. Als uw kind ouder dan 6 jaar is, krijgt uw kind de test met clonidine en de test met arginine op dezelfde dag.

Zo bereidt uw kind zich voor

  • Voor de veiligheid moet uw kind voor uw onderzoek nuchter zijn. U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie. 
  • Gebruikt uw kind medicijnen? Bespreek dit altijd met de arts. 
  • Als uw kind ouder dan 8 jaar is, is het soms nodig om ook geslachtshormonen te gebruiken voor dit onderzoek. De arts bespreekt dit met u.
  • Een jongen krijgt 5 dagen voor de test een injectie met mannelijke hormonen.
  • Een meisje krijgt 3 dagen voor de test een pil met vrouwelijke hormonen in de avond.  

Uw kind voorbereiden

Vertel uw kind: 

  • Waarom dit onderzoek gebeurt. 
  • Dat het nodig is om voor het onderzoek naar het ziekenhuis te gaan. 
  • Wat bloedonderzoek is, en hoe onderzoek van bloed gaat.  
  • Het onderzoek duurt 2 tot 3 uur per test en papa of mama zijn er ook bij. 
  • Dat uw kind voor en tijdens het onderzoek niets mag eten of drinken, behalve een klein slokje water als het echt niet gaat. Na het onderzoek mag uw kind weer alles eten en drinken. 
  • Dat uw kind een pleister krijgt op hand of arm om te verdoven. Daarna krijgt uw kind een infuus. 
  • Tijdens het onderzoek ligt uw kind op een bed.
  • Uw kind kan zich een beetje duizelig kan voelen, omdat uw kind niet heeft gegeten. 
  • De verpleegkundige komt een paar keer bloed afnemen zonder dat uw kind hier veel last van heeft. Na de test gaat u samen weer naar huis. Voor de uitslag van de test heeft u een afspraak met de kinderarts. 

Handige tips voor de voorbereiding vindt u op de webpagina: Onderzoek en behandeling bij een kind.

Zo gaat het onderzoek

Voor het onderzoek

  • U meldt u met uw kind op de kinderafdeling om 08.00 uur.
  • Een verpleegkundige brengt u en uw kind naar een kamer waar u kunt blijven tijdens de test.
  • Op de plek van het infuus krijgt uw kind verdovende zalf met een speciale pleister. Zo voelt uw kind weinig van het infuus.
  • 1 uur na het plakken van de pleister, verwijdert de verpleegkundige de pleister en plaatst de arts of verpleegkundig specialist het infuus.

Test met clonidine

  • Uw kind krijgt medicijnen met clonidine. 
  • Via het infuus neemt de verpleegkundige meerdere keren bloed af, tot 2,5 uur na het innemen van de medicijnen met clonidine. 
  • Tijdens de test kan uw kind duizelig worden. Daarom ligt uw kind op een bed.
  • De test met clonidine duurt 2 tot 3 uur.

Test met arginine

  • Als uw kind jonger dan 6 jaar is, krijgt uw kind de test met arginine op een andere dag dan de test met clonidine. Uw kind krijgt dan opnieuw een infuus. 
  • Uw kind krijgt arginine via het infuus.
  • Via het infuus neemt de verpleegkundige meerdere keren bloed af, tot 2,5 uur na het krijgen van arginine.
  • Tijdens de test kan uw kind duizelig worden. Daarom ligt uw kind op een bed.
  • De test met arginine duurt 2 tot 3 uur. 

Na het onderzoek

Na de test verwijdert de verpleegkundige het infuus. Uw kind mag na de test weer gewoon eten en drinken.

Zo gaat het verder

Na 4 tot 5 weken belt de arts u om de uitslag te bespreken.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Kinderdagbehandeling, locatie West, route 24
020 599 22 08 (op werkdagen van 07.30 tot 16.00 uur)

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Kindergeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: