home

Herhaalde miskraam : 2 of meer miskramen

Als u 2 of meer miskramen heeft, heet dit een herhaalde miskraam. Er zijn verschillende oorzaken voor een miskraam. De arts probeert de oorzaak bij u te vinden.

Oorzaken

Chromosoomafwijkingen

Een chromosoomafwijking betekent dat er iets mis is met de chromosomen. In chromosomen zit de informatie voor onze erfelijke eigenschappen en over hoe het lichaam groeit en werkt.
Als een van de ouders een chromosoomafwijking heeft, kan de baby deze ook hebben. De baby kan ook een andere chromosoomafwijking krijgen. Wat de gevolgen zijn voor uw zwangerschap en bevalling, verschilt voor elke chromosoomafwijking.

Onderzoek

Tijdens een chromosoomonderzoek bekijkt de arts de chromosomen van u en uw partner. U en uw partner laten hiervoor bloed prikken. De arts kan dan zien of u en uw partner een chromosoomafwijking hebben.

U kunt niet altijd een chromosoomonderzoek krijgen.

  • Als u 2 of meer miskramen heeft gehad voordat u 34 jaar werd, krijgt u een chromosoomonderzoek.
  • Als u 2 of meer miskramen heeft gehad toen u 34 tot 39 jaar oud was, dan bespreekt de arts met u of een chromosoomonderzoek nodig is. De arts vraagt dan naar andere miskramen in uw familie.
  • Als u 2 of meer miskramen heeft gehad nadat u 39 jaar werd, dan is een chromosoomonderzoek niet nodig.

U kunt ook tijdens de zwangerschap een chromosoomonderzoek laten doen bij uw baby. Dit heet de NIPT.

Meestal betaalt uw zorgverzekering een deel van de kosten van het onderzoek.

Uitslag

U krijgt de uitslag na ongeveer 4 weken . De arts bespreekt met u of het nodig is om op de uitslag te wachten voordat u opnieuw probeert zwanger te worden.
Bent u toch opnieuw zwanger? Neem dan contact op met de polikliniek Verloskunde.

 

Antifosfolipidensyndroom

Bij het antifosfolipidensyndroom heeft u stoffen in uw bloed die uw bloed dik en stroperig maken. Als uw bloed dik is, kan het bloed gaan stollen. Er ontstaan dan kleine propjes bloed. Dit heet trombose.
Als u propjes bloed in de placenta heeft, krijgt uw baby niet genoeg voedsel of zuurstof. Hierdoor kunt u een miskraam krijgen.

Onderzoek

Om te zien of u antifosfolipidensyndroom heeft, kunt u een bloedonderzoek laten doen. U doet het onderzoek 10 weken na de miskraam.
Als de stoffen die uw bloed dik maken in uw bloed zitten, krijgt u nog een onderzoek 12 weken later. De arts kijkt dan weer of de stoffen in uw bloed zitten.

Behandeling

U kunt bloedverdunners krijgen. Door de bloedverdunners heeft u minder propjes bloed in uw lichaam en is de kans op een miskraam kleiner.

 

Te veel homocysteïne in uw bloed

Homocysteïne is een stofje dat iedereen in het bloed heeft. Als u te veel homocysteïne in uw bloed heeft, heeft u een grotere kans op een miskraam.  

Onderzoek naar homocysteïne

Om te zien of u te veel homocysteïne in uw bloed heeft, krijgt u een bloedonderzoek. Als u te veel homocysteïne heeft, bekijkt de arts ook hoeveel vitamine B6, B12 en foliumzuur u in uw bloed heeft.

Behandeling

Als u te veel homocysteïne in uw bloed heeft, kunt u dit vaak verlagen met vitamine B6, B12 of foliumzuur. De arts bespreekt met u welke vitaminen u neemt. Zo heeft u een kleinere kans op een miskraam.

 

Erfelijke stollingsafwijkingen

Uw bloed kan stollen. Dit betekent dat het hard wordt. Bijvoorbeeld als u een wondje krijgt.
Bij een stollingsafwijking gaat er iets mis bij het stollen van uw bloed.
Vaak gaat het stollen van uw bloed te snel. Uw bloed vormt dan propjes. Dit heet trombose. Als u propjes bloed in de placenta heeft, krijgt uw baby niet genoeg voedsel of zuurstof. Hierdoor kunt u een miskraam krijgen.

Onderzoek

De arts stelt een paar vragen om te kijken of er een stollingsafwijkingen in uw familie zit. U krijgt dan een bloedonderzoek.

Behandeling

De arts bespreekt met u of u een behandeling krijgt.

 

Schildklier

Soms kan uw schildklier tijdens de zwangerschap te langzaam of te snel gaan werken.

Onderzoek

U krijgt een bloedonderzoek om te kijken of uw schildklier goed werkt.

Behandeling

U kunt medicijnen krijgen om te zorgen dat de schildklier weer goed gaat werken. Uw arts verwijst u hiervoor naar een  internist.

 

Een afwijkende vorm van de baarmoeder

Bij sommige vrouwen heeft de baarmoeder een andere vorm. Dit kan komen door een ziekte waar u mee geboren bent, zoals een dubbele baarmoeder. Het kan ook komen door een probleem wat u later heeft gekregen, zoals een vleesboom.

Onderzoek

U kunt een echo of een onderzoek via de vagina krijgen. De arts bekijkt dan de binnenkant en buitenkant van de baarmoeder.

Behandeling

Er is meestal geen behandeling nodig bij een afwijkende vorm van de baarmoeder.

Wat u zelf kunt doen

Gezond leven

Als u zwanger wilt worden is het belangrijk om gezond te leven. Dit betekent dat u gezond eet, genoeg sport, geen alcohol drinkt en niet rookt.
Iedereen kan een miskraam krijgen. Soms kan een gezond leven de kans op een miskraam wel kleiner maken.

Foliumzuur

Als u zwanger wilt worden, gebruik dan elke dag 0,4 mg foliumzuur. U kunt foliumzuur bij de drogist kopen. Ook tijdens de zwangerschap gebruikt u foliumzuur.
Door het slikken van foliumzuur heeft u geen kleinere kans op een miskraam.

Praten

Een miskraam kan zwaar zijn voor u en uw partner. Erover praten kan helpen. U kunt ook praten met lotgenoten. Lees hier meer over op de website van de Patiëntenvereniging Freya.

Opnieuw zwanger

Als u meer dan 2 miskramen heeft gehad, betekent dit niet dat u weer een miskraam gaat krijgen. Hoe vaker u een miskraam heeft, hoe hoger de kans is op een volgende miskraam.
Hoeveel kans u heeft op een miskraam, is voor iedereen anders. De gynaecoloog bespreekt de mogelijkheden met u.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: