home

IUI : zaadcellen in de baarmoeder inbrengen

Als u niet vanzelf zwanger wordt, kunt u soms zwanger worden met IUI. IUI is een afkorting voor intra-uteriene inseminatie. Bij IUI brengt de arts zaadcellen in uw baarmoeder. Tijdens IUI gebruikt u hormonen en krijgt u verschillende onderzoeken.

Over de IUI-behandeling

Bij IUI brengt de arts zaadcellen met een slangetje in uw baarmoeder. De arts kiest de meest gezonde zaadcellen uit het sperma voor de behandeling. Via het slangetje komen de zaadcellen in uw baarmoeder. De zaadcellen bewegen zelf naar de eileiders voor de bevruchting.
Met IUI heeft u ongeveer 10 procent kans om zwanger te worden. Uw kans om zwanger te worden hangt ook af van uw leeftijd en hoelang u al probeert zwanger te worden.

Om te zorgen dat u de meeste kans heeft om zwanger te worden, krijgt u de behandeling op de dag van de eisprong. De dag van de eisprong is moeilijk te bepalen. U krijgt vaak hormonen om de eisprong op te wekken. Zo heeft u meer kans om zwanger te worden.
Voor IUI levert de man vlak voor de behandeling sperma in.

U kunt om verschillende redenen IUI krijgen:

  • Uw partner heeft te weinig gezonde zaadcellen.
  • U heeft maximaal 3 jaar onbeschermde seks gehad zonder zwanger te worden.
  • Er is geen oorzaak gevonden waarom u nog niet zwanger bent geworden.

Voorbereiding IUI-hormonen gebruiken

Hormonen gebruiken

Vaak krijgt u hormonen om een eisprong op te wekken. Zo heeft u meer kans om zwanger te worden. U krijgt tabletten of injecties. U geeft uzelf de injecties. De verpleegkundige op de polikliniek Fertiliteit leert u hoe u dit doet.

Moment van eisprong bepalen

Om de kans op zwangerschap zo groot mogelijk te maken, is het belangrijk dat u IUI net voor de eisprong krijgt. Er zijn verschillende manieren om te bepalen wanneer u uw eisprong krijgt. Soms krijgt u meer onderzoeken om te zien wanneer u uw eisprong krijgt. De arts bespreekt dit met u.

Urinetest

Met een urinetest kan de arts meten of u het hormoon LH in uw urine heeft. Dit hormoon komt in uw urine 24 tot 30 uur voor de eisprong. U kunt zelf 2 keer per dag de urinetest doen. Als u het hormoon LH in uw urine heeft, kan de behandeling 20 tot 30 uur later plaatsvinden.
U kunt een urinetest kopen bij de drogist of apotheek.

Echo

De arts maakt een echo van uw baarmoeder en eierstokken. Dit is een inwendige echo. Een inwendige echo gebeurt via de vagina.
De arts bekijkt tijdens de echo hoeveel eiblaasjes u in uw eierstokken heeft en of de eiblaasjes groeien.
U krijgt soms nog 1 of meer echo’s.

Bloedonderzoek

Soms krijgt u ook een bloedonderzoek naar het hormoon estradiol. De arts meet met een bloedonderzoek of er een gegroeid eiblaasje in uw eierstokken zit.

Injectie na de echo

Als de arts op de echo 2 of 3 gegroeide eiblaasjes zien, kunt u de eisprong opwekken met een injectie. U geeft uzelf de injectie. Via de injectie krijgt u het hormoon LH. U geeft uzelf de injectie 38 tot 42 uur voor de IUI-behandeling.

Zaadcellen verzamelen

Voor IUI zijn zaadcellen nodig. Zaadcellen zitten in sperma. In het laboratorium haalt de arts de gezonde zaadcellen uit het sperma. De behandeling kan alleen doorgaan als er meer dan 2 miljoen gezonde zaadcellen in het sperma zitten.

Zo gaat de IUI-behandeling

De behandeling is op de polikliniek Fertiliteit van OLVG, locatie Oost. De behandeling is niet mogelijk in OLVG, locatie West.

De doktersassistent brengt een speculum in uw vagina. Dit is een hulpmiddel voor de doktersassistent om beter naar uw baarmoeder te kunnen kijken. Een speculum heet ook een eendenbek. De doktersassistent brengt een dun slangetje in de baarmoeder. In dit slangetje zitten de zaadcellen. De doktersassistent brengt de zaadcellen in.
Meestal voelt u geen pijn. U kunt wel een krampend gevoel in uw onderbuik krijgen.
U kunt de IUI-behandeling 4 tot 6 keer doen. De IUI-behandeling duurt dan 4 tot 6 maanden. Soms duurt de IUI-behandeling langer.

Na de IUI-behandeling

  • Als u zich goed voelt, mag u na uw behandeling meteen naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.
  • Na de behandeling mag u gewoon seks hebben. Als u toch geen seks mag hebben, bespreekt de arts dit met u.
  • Wacht 2 weken na de behandeling af of u een menstruatie krijgt. Als u 2 weken na de behandeling geen menstruatie krijgt, kunt u een zwangerschapstest doen.
  • Als u na de behandeling een menstruatie krijgt, bel dan de polikliniek Fertiliteit. Soms kunt u de IUI-behandeling opnieuw proberen. De arts bespreekt de mogelijkheden met u.

Naar huis

Als u zich goed voelt, mag u na uw behandeling meteen naar huis. U kunt zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer.

Risico’s van IUI

  • U heeft een grotere kans om zwanger te worden van een tweeling. Als er veel eiblaasjes groeien, bespreekt de arts dit met u. Het is dan beter om bij de seks een condoom te gebruiken tot u ongesteld wordt.
  • Door het gebruiken van hormonen, kunt u last krijgen van misselijkheid, u kunt veel veranderen van stemming en u kunt meer vocht gaan vasthouden. Lees meer over de bijwerkingen in de bijsluiter die u van de apotheek heeft gekregen.
  • Soms worden uw eierstokken te groot door de IUI-behandeling. Dit heet het overstimulatiesyndroom. Tijdens de behandeling controleert de arts regelmatig of u het overstimulatiesyndroom heeft. U kunt last krijgen van buikpijn, misselijkheid en u kunt zwaarder worden. Als u klachten krijgt, bel dan naar de polikliniek Fertiliteit.

Wat u zelf kunt doen

Als u een IUI-behandeling krijgt, kan dat een moeilijke periode zijn. Erover praten kan helpen. U kunt ook steun vinden bij de vereniging voor vruchtbaarheidsproblemen Freya.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere behandeling heeft risico’s. Bij IUI bestaat een kleine kans op een infectie.

Bel meteen de polikliniek Fertiliteit als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • meer dan 38,5 graden koorts
  • buikpijn
  • andere afscheiding
  • misselijk zijn

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek VEVO, locatie Oost, P1
020 599 34 81 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Fertiliteit van OLVG. Laatst gewijzigd: