Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Ivf is een behandeling waarbij de bevruchting in het laboratorium gebeurt.
De arts zuigt de eicellen uit de eierstokken met een holle naald. Dit heet een punctie. De arts haalt de zaadcellen uit de zaadlozing.
De embryoloog zorgt dat een zaadcel de eicel bevrucht. Na de bevruchting plaatst een arts in Amsterdam UMC het embryo in de baarmoeder. Ivf is de afkorting voor in-vitro fertilisatie.
U kunt om verschillende redenen ivf krijgen:
De kans om zwanger te worden met ivf hangt af van uw leeftijd. U kunt geen ivf krijgen als u ouder bent dan 43 jaar. Als u ouder bent dan 38 jaar, krijgt u eerst een bloedonderzoek om te kijken of uw eierstokken nog goed genoeg werken.
Als u ivf 1 keer probeert, heeft u 20 tot 25 procent kans om zwanger te worden.
Als u ivf meer dan 1 keer probeert, heeft u ongeveer 40 procent kans om zwanger te worden.
Als u ivf probeert met ingevroren embryo’s, heeft u ongeveer 15 procent kans om zwanger te worden.
De behandeling kan zwaar zijn voor u en uw partner. Praat erover met elkaar met uw vrienden en met uw familie. Het kan ook helpen om te praten met andere mensen die ivf hebben geprobeerd. Lees hier meer over op de website van Freya.
IVF bestaat uit verschillende stappen:
Voor ivf is het belangrijk dat de zaadcellen gezond zijn. Volg de volgende instructies op:
In de 2 dagen voor de follikelpunctie is het beter om geen zaadlozing meer te hebben.
Het plaatsen van de bevruchte eicellen gebeurt in Amsterdam UMC, locatie VUmc. Laat u en uw partner inschrijven bij de administratie van Amsterdam UMC, locatie VUmc. Meld dat u bij OLVG, locatie West ivf krijgt. U krijgt een VUmc-registratienummer. De verpleegkundige van OLVG bespreekt met u wanneer u zich kan inschrijven bij Amsterdam UMC, locatie VUmc.
Tijdens ivf is het nodig dat u injecties krijgt met verschillende hormonen. U kunt de injecties zelf geven of door iemand anders laten doen. De verpleegkundige laat zien hoe u of een naaste injecties moet geven.
Het is belangrijk om tijdens ivf en tijdens de zwangerschap 0,4 mg foliumzuur per dag te nemen. Lees hier meer over op de webpagina: Foliumzuur.
Soms bekijkt de arts eerst hoe gezond de zaadcellen zijn. Dit is een zaadonderzoek. Het zaadonderzoek gebeurt in Amsterdam UMC, locatie VUmc. De arts bespreekt met u of dit nodig is.
U krijgt hormonen zodat uw eicellen rijp worden. Dit heet een eisprong. Er zijn verschillende manieren om uw eicellen te laten rijpen. De arts bespreekt de mogelijkheden met u.
Het is belangrijk dat u de hormonen op het juiste dag neemt. Begin met tellen vanaf de dag dat u ongesteld bent geworden. De dag dat u begint met bloeden is dag 1.
1 week na het beginnen met andere medicijnen krijgt u een echo. De arts kijkt dan of de eiblaasjes rijp zijn. Als de eiblaasjes rijp zijn, krijgt u een injectie met Ovitrelle. U neemt dan geen andere medicijnen meer.
Vaak krijgt u de injectie tussen 22.00 uur en 01.00 uur in de avond. U prikt de injectie zelf.
Door Ovitrelle krijgt u een eisprong. Dat is nodig voor de punctie. Ongeveer 36 uur na de injectie krijgt u de punctie.
Uw partner krijgt een doos met de eicellen. Dit heet een transportbox. Uw partner brengt deze doos naar Amsterdam UMC, locatie VUmc. Uw partner gebruikt hiervoor een auto of taxi. Fietsen, rijden op de scooter of reizen met het openbaar vervoer is niet toegestaan.
U kunt geen behandeling in OLVG krijgen zonder partner. Als het vervoeren van de transportbox niet gaat lukken, bespreek dit dan met de arts.
Uw partner levert de transportbox meteen in bij de polikliniek Fertiliteit.
Op de dag van de follikelpunctie levert de man sperma in. Dit mag thuis of in het ziekenhuis. Lees meer over het opvangen en inleveren van sperma op de webpagina: Spermaonderzoek.
Soms maakt de arts de zaadcellen gezonder voor de bevruchting. Dit gebeurt in het laboratorium.
U blijft in het ziekenhuis tot uw partner de transportbox heeft ingeleverd. Als u zich goed voelt, mag u na de follikelpunctie naar huis. U kunt wat suf zijn na de follikelpunctie. U mag zelf geen auto of fiets besturen zo kort na de punctie. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
Op de dag van de follikelpunctie begint u met het nemen van het medicijn Utrogestran. In de bijsluiter van Utrogestran staat dat u de capsules via de mond inneemt. Voor deze behandeling brengt u de capsules in uw vagina.
U neemt 3 keer per dag 200mg Utrogestran.
Op dag 3 na de follikelpunctie belt de polikliniekmedewerker van OLVG of van het VUmc u. U hoort dan of de bevruchting en ontwikkeling van de embryo’s is gelukt. U krijgt dan een afspraak voor het plaatsen van de embryo’s.
Als er meer embryo’s zijn dan de arts terugplaatst, kunt u zelf beslissen wat er gebeurt met de extra embryo’s. De arts kan de embryo’s vernietigen of invriezen. Als u de embryo’s laat invriezen, kunt u deze later laten plaatsen in uw baarmoeder. U kunt dan zwanger worden.
Lees hier meer over op de webpagina: Plaatsen van embryo's na invriezen.
Het plaatsen van de embryo’s gebeurt in Amsterdam UMC, locatie VUmc. Lees hier meer over op de webpagina: Plaatsen van een embryo in Amsterdam UMC, locatie VUmc.
Als u nog niet ongesteld bent geweest, mag u 16 dagen na de punctie thuis een zwangerschapstest doen. U kunt een zwangerschapstest kopen bij de drogist. De assistente van de afdeling belt u op de dag van de zwangerschapstest.
Als u zwanger bent, maakt de assistente een afspraak voor een echo. U krijgt de echo als u 7 tot 8 weken zwanger bent. Na de echo krijgt u een verwijzing voor een gynaecoloog of verloskundige.
Tijdens de zwangerschap kunt u extra onderzoeken doen om te kijken of uw kind genetische afwijkingen heeft. Als u ouder dan 36 jaar bent, dan heeft u een grotere kans op een kind met genetische afwijkingen.
Met een bloedonderzoek kijkt de arts of er een kans is op Downsyndroom, Edwardssyndroom of Patausyndroom. Dit onderzoek heet de NIPT-test. Uw arts bespreekt de mogelijkheden met u.
Als u niet zwanger bent, wordt u ongesteld. De assistente van de afdeling maakt een afspraak voor u. Tijdens de afspraak bespreekt de arts de mogelijkheden met u.
Door meerdere keren ivf te proberen, heeft u meer kans om zwanger te worden. Soms lukt het niet om opnieuw ivf te proberen. Bijvoorbeeld door de kosten of omdat de kans op succes klein lijkt. De arts bespreekt met u of u opnieuw ivf kunt proberen.
Als u tijdens de behandeling embryo’s heeft laten bevriezen, kunt u proberen zwanger te worden door het plaatsen van bevroren embryo’s. Lees meer hierover op de webpagina: Plaatsen van embryo’s na invriezen.
Er zijn verschillende redenen waarom de arts uw behandeling stopt:
Soms worden uw eierstokken te groot door de behandeling. Dit heet het overstimulatiesyndroom. Tijdens de behandeling controleert de arts regelmatig of u het overstimulatiesyndroom heeft. U kunt last krijgen van buikpijn, misselijkheid en u kunt zwaarder worden. Als u last heeft van het overstimulatiesyndroom, dan stop de arts uw behandeling.
Sommige zorgverzekeraars vergoeden de medicijnen bij een ivf-behandeling niet. Kijk op de website of uw zorgverzekeraar de medicijnen voor u vergoedt. Lees meer over vergoedingen op de webpagina: Niet-verzekerde zorg.
Iedere behandeling heeft risico’s. Bij een ivf-behandeling bestaat een kleine kans op een infectie.
Bel meteen de polikliniek Fertiliteit als u 1 of meer van deze klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Telefonisch spreekuur verpleegkundige, polikliniek Fertiliteit, locatie West
Voor vragen over de behandeling of medicijnen
020 510 88 72 (op werkdagen van 11.00 tot 12.00 uur)
IVF-centrum Amsterdam UMC, locatie VUmc
Amstelveenseweg 601
1081 JC Amsterdam
020 444 32 69