home

Keizersnede : bevallen via een snee in uw buik

Soms kunt u niet via de vagina bevallen. U krijgt dan een bevalling via een keizersnede. Bij een keizersnede haalt de arts uw baby uit uw buik. Uw baby is dan geboren. Een keizersnede duurt ongeveer 45 minuten. Na de keizersnede blijft u gemiddeld 1 dag in het ziekenhuis.

OLVG maakt gebruikt van informatie van Thuisarts, die leest u hieronder. 
Alleen: u blijft bij OLVG gemiddeld 1 dag in het ziekenhuis. U bent dan snel weer in uw eigen omgeving. Thuisarts geeft een langere duur aan.

Thuisarts logo Onderstaande informatie is afkomstig van Thuisarts.nl

Wat is een keizersnede?

Een keizersnede is een operatie waarbij de arts je baby uit je buik haalt via een snee in je buik.

Een arts die veel weet over zwangerschap en bevallen (gynaecoloog) maakt een snee in je buik en baarmoeder. De arts haalt je baby uit je buik via die snee. Je baby wordt meestal binnen 5 minuten geboren na het begin van de operatie.

De operatie duurt ongeveer 40 minuten. Soms iets korter of iets langer. Meestal kun je de dag na de keizersnede al naar huis. Soms blijf je 2 of 3 dagen in het ziekenhuis. 

Hoe bereid je je voor op een (geplande) keizersnede?

In jouw ziekenhuis

In steeds meer ziekenhuizen laat de arts (gynaecoloog) zien hoe die je baby uit je buik haalt. De arts draait het gezichtje van je baby naar jou toe en haalt je baby dan voorzichtig uit je baarmoeder. Wil jij ook meekijken hoe je baby wordt geboren? Vraag je arts hoe de keizersnede in jouw ziekenhuis gaat.

Verdoving

Je krijgt een afspraak bij de arts die jouw verdoving regelt (anesthesioloog). Door een verdoving voel je geen pijn tijdens de operatie.

Je bespreekt met deze arts of een ruggenprik voor jou geschikt is. En wat de risico's zijn. Met een ruggenprik is alleen je onderlichaam verdoofd.

Een ruggenprik is veiliger dan een narcose voor jou en je baby. Bij een narcose word je in slaap gebracht met medicijnen. Ernstige problemen door een ruggenprik komen bijna nooit voor. Een voordeel van de ruggenprik is dat je de geboorte van je baby kunt meemaken.

Datum

Via het ziekenhuis hoor je op welke datum jouw keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Dat is meestal het beste voor de baby. Vroeger dan 39 weken kan je baby problemen krijgen met ademhalen.

Het kan gebeuren dat je bevalling eerder al vanzelf begint. Je bespreekt van tevoren met je arts wat er dan gebeurt: een keizersnede of toch een bevalling via de vagina. Zo weet je wat je kunt verwachten.

Wie neem je mee

Je mag 1 persoon meenemen bij de keizersnede. Bijvoorbeeld je partner. Of je moeder, vader, een vriend of vriendin.

De dag van de operatie

Je moet voor een operatie altijd nuchter zijn. Dat betekent dat je niet meer mag eten en drinken. De arts of verpleegkundige vertelt je vanaf welk moment je niet meer mag eten of drinken.

Gebruik je medicijnen? Meestal kun je die gewoon nemen.

Deze dingen mag je niet dragen op de dag van de operatie:

  • sieraden of piercings
  • make-up of bodylotion
  • nagellak op je vingers
  • kunstnagels

Lees meer over hoe je je kunt voorbereiden op een operatie.

Hoe gaat een keizersnede?

Op de operatiekamer

Op de operatiekamer zijn er 10 mensen die jou helpen. Soms iets meer of iets minder. Bijvoorbeeld de arts die jouw verdoving regelt, de arts die veel over zwangerschap en bevallen weet (gynaecoloog), verpleegkundigen en soms een kinderarts. Soms zijn er ook mensen bij die in het ziekenhuis hun opleiding doen.

Ruggenprik
  • Je krijgt eerst een verdoving van je huid. Dit gaat met een korte prik en geeft even een scherpe pijn.
  • Je moet je rug bol maken. Zo kan de arts de prik met verdoving tussen je ruggenwervels spuiten. Meestal doet dit geen pijn. Soms voel je even een schok in een been. Dat is normaal.
  • Als de arts de verdoving heeft ingespoten, krijg je een warm gevoel in je benen en billen.
  • Je krijgt een slangetje in je plasbuis (blaas-katheter). Dit is om plas op te vangen.

Word je misselijk of voel je je niet lekker? Zeg dit direct tegen de arts.
Het kan zijn dat je door de ruggenprik een lage bloeddruk hebt gekregen. En dat je je daardoor niet lekker voelt. Er gaat dan minder bloed naar de baby. Je krijgt medicijnen die je bloeddruk weer goed maken.

Soms lukt het niet om een ruggenprik te geven. Heel soms gebeurt het dat je na een ruggenprik nog steeds pijn voelt. Dan is een volledige verdoving nodig (narcose). De arts brengt je in slaap met medicijnen via een slangetje in je arm (infuus). Je voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.

Geboorte
  • De arts controleert of je geen pijn meer voelt. Je voelt dat de arts aan je buik trekt of duwt, maar je voelt geen pijn. De operatie begint als de verdoving werkt.
  • De arts maakt een snee vlak boven je schaambeen, onderin je buik. De blaas ligt voor een deel voor de baarmoeder. De arts schuift de blaas opzij.
  • Daarna maakt de arts een snee in de onderkant van je baarmoeder. De arts haalt de baby uit je baarmoeder. Meestal wordt er even op je buik geduwd voor de geboorte. Als je wilt, kun je vaak meekijken als je baby uit de buik komt.
  • De arts of assistent knipt de navelstreng door.
  • Als het goed gaat met je baby, legt de verpleegkundige je baby bloot op je borst. Als je borstvoeding wilt en kunt geven, kan dat al meteen.
Hechten

Na de geboorte duurt de operatie nog ongeveer 35 minuten. De arts haalt de moederkoek (placenta) uit de baarmoeder. Daarna maakt de arts je baarmoeder en de huid van je buik weer dicht. De hechting lost vanzelf op en hoeft er niet uit gehaald te worden.

Wat zijn de risico's voor je baby bij een keizersnede?

Voor je baby is een keizersnede niet beter of slechter dan een bevalling via de vagina.

Bij een bevalling via de vagina worden de schouders van de baby soms iets moeilijker geboren. Bij een keizersnede heeft de baby vaker problemen met ademhalen. Dit gaat meestal vanzelf over.
Deze problemen komen gelukkig weinig voor.

Hormonen

Krijg je een keizersnede tussen week 34 en week 37 van je zwangerschap? Bespreek dan met je arts de voordelen en nadelen van hormonen krijgen. Deze hormonen worden ook corticosteroïden of longrijpings-prikken genoemd. De arts zet deze prik in je bil of bovenbeen. Binnen een aantal uren krijg je een tweede, derde of vierde prik.

Deze prikken zorgen dat de longen van je baby zo goed mogelijk werken als je baby geboren wordt. Je baby heeft dan na de geboorte een kleinere kans op problemen met ademhalen.

Problemen met ademhalen bij een geplande keizersnede

Bij een geplande keizersnede heeft een baby meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms krijgt de baby dan hulp bij het ademhalen (beademing). Als het nodig is, let de arts een paar dagen op de hartslag van je baby. Soms moet de baby een tijdje op de intensive care liggen.
Hoe verder je zwangerschap is, hoe kleiner de kans op deze problemen. Daarom doen artsen een geplande keizersnede het liefst na 39 weken zwangerschap.

Wat zijn de risico's voor de moeder bij een keizersnede?

Bij een keizersnede heeft de moeder een iets groter risico op problemen dan bij een bevalling via de vagina. Dit zijn de problemen waarop je een iets grotere kans hebt:

  • veel bloed verliezen tijdens de operatie
    Bij een keizersnede verlies je meestal meer bloed dan bij een bevalling via de vagina. Daarom krijg je vaak een medicijn om de baarmoeder goed te laten samentrekken. Als je veel bloed verliest, kun je bloedarmoede krijgen. Soms krijg je dan extra bloed (bloedtransfusie).
  • veel bloed verliezen na de operatie
    Na de operatie kan er veel bloed in je buik terechtkomen. Of je verliest veel bloed via je vagina. Dit komt soms voor.
  • trombose
    Bij trombose gaat een bloedvat dicht zitten door een bloedprop. Je kunt trombose krijgen in een been of in je longen (longembolie). Trombose in je longen kan gevaarlijk zijn. Je krijgt daarom meestal prikken met een medicijn dat je bloed dunner maakt tot je naar huis gaat. Hierdoor is de kans op trombose kleiner. Heb je een grotere kans op trombose? Dan krijg je de prikken tot 6 weken na je keizersnede. 
  • ontsteking van de wond
    Bij sommige vrouwen gaat de wond ontsteken. Om de kans hierop kleiner te maken, krijg je tijdens de keizersnede medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).
  • schade aan je darmen en urinewegen
    Dit komt heel weinig voor.
  • problemen bij een volgende bevalling
    Als je bij een volgende zwangerschap via de vagina bevalt, is er een kans dat het litteken van de keizersnede scheurt. Dit komt voor bij ongeveer 8 van de 1000 vrouwen.

Na 1 of meer keizersnedes is de kans groter dat de placenta (moederkoek) voor de uitgang ligt of ingroeit in het litteken. Je verliest dan bij een nieuwe keizersnede vaak veel bloed. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn om je baarmoeder weg te halen.

Grotere kans op deze problemen

Je hebt een grotere kans op deze problemen bij 1 of meer van deze dingen:

  • Je krijgt een ongeplande keizersnede.
  • Je bent te zwaar (overgewicht).
  • Je hebt diabetes.
  • Je hebt al 2 keer een keizersnede gehad.
Andere risico's

Andere risico’s voor de moeder zijn:

  • Bijwerkingen van de ruggenprik of verdoving (narcose). Bijvoorbeeld misselijk zijn, hoofdpijn of pijn in je rug op de plek van de prik. Meestal gaan deze klachten na een paar dagen over.
  • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens. De kans daarop is groter bij een ongeplande keizersnede.
Thuisarts logo Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.

Keizersnede in OLVG

U kunt een keizersnede krijgen als u niet via de vagina kunt bevallen of als een bevalling via de vagina niet veilig voor u of uw baby is.

Er zijn 2 momenten waarop u kunt horen dat u een keizersnede krijgt.

  • Tijdens de bevalling.
  • Voor de bevalling. Dit heet een geplande keizersnede. U krijgt dan een afspraak voor een keizersnede.

Tijdens de keizersnede probeert de arts u zoveel mogelijk te laten zien van uw bevalling. U kunt de geboorte van uw baby zien  via een doorzichtig doek. Ook krijgt u na de keizersnede zo snel mogelijk de baby op uw borst.

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 
  • Maximaal 1 week voor de keizersnede belt de planner u. U hoort dan de datum en tijd van de keizersnede.
  • 1 of 2 dagen voor de keizersnede moet u laten prikken. De arts of verloskundige zet hiervoor een aanvraag in MijnOLVG. Maak een afspraak en gebruik het digitaal laboratoriumformulier in MijnOLVG.
  • In de week na de keizersnede kunt u pijn hebben. Zorg daarom dat u paracetamol en ibuprofen in huis heeft.

Zo gaat de keizersnede

Dag van de keizersnede

  • Draag geen make-up, haarspelden of sieraden op de dag van uw keizersnede.
  • U doet uw gebitsprothese of contactlenzen uit in het ziekenhuis.
  • Soms krijgt u een echo. Bijvoorbeeld om te kijken of uw baby nog in stuitligging ligt.
  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus kunt u vocht of medicatie krijgen tijdens de keizersnede.
  • U krijgt een urinekatheter. Meestal is dit nadat u een ruggenprik heeft gekregen.
  • U krijgt medicijnen tegen maagzuur en u krijgt paracetamol. Hierdoor werken de medicijnen na de keizersnede beter.

De keizersnede

  • De verpleegkundige brengt u in bed naar de operatiekamer.
  • Uw naaste loopt mee en mag bij de keizersnede aanwezig zijn.
  • Als u foto’s of video’s wilt laten maken, vergeet dan geen camera of telefoon mee te nemen.
  • De kinderarts controleert meteen na de geboorte de gezondheid van uw baby.
  • De arts hecht de wond met oplosbare hechtingen. De arts hoeft de hechtingen dus niet meer te verwijderen.

Na de keizersnede

  • Na het hechten brengt de verpleegkundige u en uw baby naar de uitslaapkamer.
  • Als de ruggenprik of narcose uit gaat werken, brengt de verpleegkundige u naar de kraamafdeling.
  • Na de operatie houdt u nog even de blaaskatheter en het infuus Meestal is dit tot de volgende ochtend. De blaaskatheter en infuus worden meestal de volgende ochtend verwijderd.

Na de keizersnede

  • Na de keizersnede blijft u gemiddeld 1 dag in het ziekenhuis.
  • 4 uur nadat de urinekatheter is verwijderd moet u hebben geplast.
  • De zorgverleners letten goed op u. Ze kijken regelmatig hoe het met u gaat en hoeveel bloed u verliest.
  • Soms krijgt u een bloedonderzoek om te kijken of u bloedarmoede heeft. Als u bloedarmoede heeft, krijgt u ijzertabletten of een ijzerinfuus. Soms is donorbloed nodig.
  • Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn.
  • U krijgt injecties tegen trombose.
  • U mag zelf naar de wc en douchen.

Partner of naaste

  • Uw baby moet binnen 3dagen aangegeven zijn bij de gemeente. Uw partner of naaste kan u hierbij helpen.
  • Uw partner mag dag en nacht bij u blijven. Uw partner kan ook bij u in de kamer slapen en helpen bij de verzorging van uw baby.
  • Andere bezoekers zijn tot 20.00 uur welkom op de kraamafdeling.

Naar huis

  • Als u zich goed voelt, mag u naar huis. Fietsen, autorijden of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.
  • Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn.
  • Ook krijgt u instructies voor thuis.
  • De verpleegkundige maakt een telefonische afspraak of een afspraak op de polikliniek Verloskunde bij een arts of verloskundige voor over 5 weken.
  • U krijgt via MijnOLVG een digitale vragenlijst toegestuurd om voor de afspraak alvast te kijken hoe het met u gaat.

Adviezen voor thuis

Na de bevalling komt de kraamtijd. Tijdens de kraamtijd herstelt uw lichaam van de zwangerschap en de bevalling.

Wat u zelf kunt doen

De periode voor en na een keizersnede kan een moeilijke periode zijn voor u en uw partner. U kunt met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts praten over uw ervaring.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere ingreep heeft risico’s. Bij een keizersnede heeft u een kleine kans op een bloeding of ontsteking.
Bel meteen de afdeling Verloskunde als u de volgende klachten heeft:

  • meer dan 38,5 graden koorts
  • hevig bloedverlies: u verliest meer bloed dan u gewend bent als u ongesteld bent
  • krampen in uw buik die niet overgaan

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd:

Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.