Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
OLVG maakt gebruikt van informatie van Thuisarts, die leest u hieronder.
Alleen: u blijft bij OLVG gemiddeld 1 dag in het ziekenhuis. U bent dan snel weer in uw eigen omgeving. Thuisarts geeft een langere duur aan.
Een keizersnede is een operatie waarbij de arts je baby uit je buik haalt via een snee in je buik.
Een arts die veel weet over zwangerschap en bevallen (gynaecoloog) maakt een snee in je buik en baarmoeder. De arts haalt je baby uit je buik via die snee. Je baby wordt meestal binnen 5 minuten geboren na het begin van de operatie.
De operatie duurt ongeveer 40 minuten. Soms iets korter of iets langer. Meestal kun je de dag na de keizersnede al naar huis. Soms blijf je 2 of 3 dagen in het ziekenhuis.
In steeds meer ziekenhuizen laat de arts (gynaecoloog) zien hoe die je baby uit je buik haalt. De arts draait het gezichtje van je baby naar jou toe en haalt je baby dan voorzichtig uit je baarmoeder. Wil jij ook meekijken hoe je baby wordt geboren? Vraag je arts hoe de keizersnede in jouw ziekenhuis gaat.
VerdovingJe krijgt een afspraak bij de arts die jouw verdoving regelt (anesthesioloog). Door een verdoving voel je geen pijn tijdens de operatie.
Je bespreekt met deze arts of een ruggenprik voor jou geschikt is. En wat de risico's zijn. Met een ruggenprik is alleen je onderlichaam verdoofd.
Een ruggenprik is veiliger dan een narcose voor jou en je baby. Bij een narcose word je in slaap gebracht met medicijnen. Ernstige problemen door een ruggenprik komen bijna nooit voor. Een voordeel van de ruggenprik is dat je de geboorte van je baby kunt meemaken.
DatumVia het ziekenhuis hoor je op welke datum jouw keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Dat is meestal het beste voor de baby. Vroeger dan 39 weken kan je baby problemen krijgen met ademhalen.
Het kan gebeuren dat je bevalling eerder al vanzelf begint. Je bespreekt van tevoren met je arts wat er dan gebeurt: een keizersnede of toch een bevalling via de vagina. Zo weet je wat je kunt verwachten.
Wie neem je meeJe mag 1 persoon meenemen bij de keizersnede. Bijvoorbeeld je partner. Of je moeder, vader, een vriend of vriendin.
De dag van de operatieJe moet voor een operatie altijd nuchter zijn. Dat betekent dat je niet meer mag eten en drinken. De arts of verpleegkundige vertelt je vanaf welk moment je niet meer mag eten of drinken.
Gebruik je medicijnen? Meestal kun je die gewoon nemen.
Deze dingen mag je niet dragen op de dag van de operatie:
Lees meer over hoe je je kunt voorbereiden op een operatie.
Op de operatiekamer zijn er 10 mensen die jou helpen. Soms iets meer of iets minder. Bijvoorbeeld de arts die jouw verdoving regelt, de arts die veel over zwangerschap en bevallen weet (gynaecoloog), verpleegkundigen en soms een kinderarts. Soms zijn er ook mensen bij die in het ziekenhuis hun opleiding doen.
RuggenprikWord je misselijk of voel je je niet lekker? Zeg dit direct tegen de arts.
Het kan zijn dat je door de ruggenprik een lage bloeddruk hebt gekregen. En dat je je daardoor niet lekker voelt. Er gaat dan minder bloed naar de baby. Je krijgt medicijnen die je bloeddruk weer goed maken.
Soms lukt het niet om een ruggenprik te geven. Heel soms gebeurt het dat je na een ruggenprik nog steeds pijn voelt. Dan is een volledige verdoving nodig (narcose). De arts brengt je in slaap met medicijnen via een slangetje in je arm (infuus). Je voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.
GeboorteNa de geboorte duurt de operatie nog ongeveer 35 minuten. De arts haalt de moederkoek (placenta) uit de baarmoeder. Daarna maakt de arts je baarmoeder en de huid van je buik weer dicht. De hechting lost vanzelf op en hoeft er niet uit gehaald te worden.
Voor je baby is een keizersnede niet beter of slechter dan een bevalling via de vagina.
Bij een bevalling via de vagina worden de schouders van de baby soms iets moeilijker geboren. Bij een keizersnede heeft de baby vaker problemen met ademhalen. Dit gaat meestal vanzelf over.
Deze problemen komen gelukkig weinig voor.
Krijg je een keizersnede tussen week 34 en week 37 van je zwangerschap? Bespreek dan met je arts de voordelen en nadelen van hormonen krijgen. Deze hormonen worden ook corticosteroïden of longrijpings-prikken genoemd. De arts zet deze prik in je bil of bovenbeen. Binnen een aantal uren krijg je een tweede, derde of vierde prik.
Deze prikken zorgen dat de longen van je baby zo goed mogelijk werken als je baby geboren wordt. Je baby heeft dan na de geboorte een kleinere kans op problemen met ademhalen.
Problemen met ademhalen bij een geplande keizersnedeBij een geplande keizersnede heeft een baby meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms krijgt de baby dan hulp bij het ademhalen (beademing). Als het nodig is, let de arts een paar dagen op de hartslag van je baby. Soms moet de baby een tijdje op de intensive care liggen.
Hoe verder je zwangerschap is, hoe kleiner de kans op deze problemen. Daarom doen artsen een geplande keizersnede het liefst na 39 weken zwangerschap.
Bij een keizersnede heeft de moeder een iets groter risico op problemen dan bij een bevalling via de vagina. Dit zijn de problemen waarop je een iets grotere kans hebt:
Na 1 of meer keizersnedes is de kans groter dat de placenta (moederkoek) voor de uitgang ligt of ingroeit in het litteken. Je verliest dan bij een nieuwe keizersnede vaak veel bloed. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn om je baarmoeder weg te halen.
Grotere kans op deze problemenJe hebt een grotere kans op deze problemen bij 1 of meer van deze dingen:
Andere risico’s voor de moeder zijn:
U kunt een keizersnede krijgen als u niet via de vagina kunt bevallen of als een bevalling via de vagina niet veilig voor u of uw baby is.
Er zijn 2 momenten waarop u kunt horen dat u een keizersnede krijgt.
Tijdens de keizersnede probeert de arts u zoveel mogelijk te laten zien van uw bevalling. U kunt de geboorte van uw baby zien via een doorzichtig doek. Ook krijgt u na de keizersnede zo snel mogelijk de baby op uw borst.
Na de bevalling komt de kraamtijd. Tijdens de kraamtijd herstelt uw lichaam van de zwangerschap en de bevalling.
De periode voor en na een keizersnede kan een moeilijke periode zijn voor u en uw partner. U kunt met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts praten over uw ervaring.
Iedere ingreep heeft risico’s. Bij een keizersnede heeft u een kleine kans op een bloeding of ontsteking.
Bel meteen de afdeling Verloskunde als u de volgende klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.
Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde, 020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.