home

Logopedie bij afasie : taalstoornis na hersenschade

Door schade aan uw hersenen kunt u klachten krijgen. Bijvoorbeeld moeite met praten of moeite met het begrijpen van taal. Dit heet afasie. De oorzaak van afasie kan bijvoorbeeld een beroerte zijn. Na onderzoek door een logopedist krijgt u advies over een mogelijke behandeling.

Over afasie

Afasie is een taalstoornis die kan ontstaan door schade aan de hersenen. De schade aan de hersenen is niet aangeboren. De schade kan ontstaan door een herseninfarct, een hersenbloeding of een ongeluk.
Een persoon met afasie heeft moeite met praten, begrijpen van gesproken taal, schrijven en of lezen. De persoon blijft wie die is, maar heeft moeite met communiceren. 
De veranderingen kunnen klein zijn maar ook heel groot.
Afasie betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Afasie is een oud Grieks woord. A betekent niet, fasie betekent spreken.

Klachten bij afasie

Het gevolg van de schade is voor iedereen anders. Ook de ernst van de afasie is bij iedereen anders. Per moment kunnen er ook verschillende moeilijkheden voorkomen. Dit heeft te maken met de ernst en de plaats van de schade in de hersenen.

Moeilijk op woorden komen

  • Het is moeilijk om op de naam van een persoon of van een voorwerp te komen.
  • Het kost moeite om een zin af te maken.

De woorden ‘dinges’ of ‘Hoe heet het ook al weer’ worden vaak gebruikt. 

Veel en snel praten

  • Gebruik van lange, niet te begrijpen zinnen met woorden die niets met elkaar te maken hebben.
  • Eigen fouten worden niet herkend en niet verbeterd.
  • Niet goed begrijpen van een gesprek of van geschreven informatie.

De luisteraar of gesprekspartner krijgt soms het verwijt het niet te begrijpen.
 

Moeite met praten

  • Het is moeilijk om te beginnen met praten door het zoeken naar de juiste klank of het begin van een woord.
  • Verbeteren bij het zoeken naar de juiste woorden.
  • Praten in korte zinnen met het weglaten van woorden. Dit heet telegramstijl.
  • Moeite met lange en ingewikkelde zinnen maken.
  • Niet goed begrijpen van gesproken en geschreven taal.

Soms is de taalstoornis zo ernstig dat iemand bijna niet kan praten. 

Bijna niet kunnen praten en anderen niet goed begrijpen

  • Begrijpen van maar enkele woorden. 
  • Begrijpen van eenvoudige zinnen die betrekking hebben op de directe situatie. 
  • Praten is bijna niet meer mogelijk, behalve soms woorden als ‘dag’ of ‘ja’ en ‘nee’, ‘gaat wel’ en ’weet ik niet’.

Gebaren, aanwijzen en gezichtsuitdrukkingen kunnen helpen bij een beter begrip.

Afasie in combinatie met andere klachten

Schade aan de hersenen kunnen ook andere klachten of beperkingen geven die invloed kunnen hebben op de communicatie, zoals: 

  • Minder kracht of een verlamming in een arm en been hebben.
  • Minder goed zien of minder aandacht hebben voor een deel van het gezichtsveld. Dit heet hemianopsie.
  • Moeite hebben met dagelijkse activiteiten zoals wassen, aankleden of een pen vasthouden.
  • Niet goed weten hoe om te gaan met gebruiksvoorwerpen zoals kam of telefoon. Dit heet apraxie.
  • Moeite hebben met concentratie en het geheugen.
  • Moeite met duidelijk uitspreken van woorden: dit heet dysartrie.
  • Moeite met kauwen en of slikken: dit heet dysfagie.

Over logopedie

Logopedie is de zorg die nodig is bij 1 of meer problemen of klachten met de stem, spraak, taal, gehoor of slikken.
Een logopedist weet veel van spraak en taal. U kunt bij een logopedist terecht voor:

  • Onderzoek bij klachten van niet aangeboren spraakproblemen en of taalproblemen.
  • Behandeling.
  • Begeleiding en advies.
  • Ondersteuning van patiënt, partner en of naaste.

De logopedist maakt zo snel mogelijk een afspraak met de familie of andere direct betrokkenen. In overleg kan een partner of naaste van de patiënt aansluiten bij de behandeling in het ziekenhuis.
Als een patiënt het ziekenhuis verlaat, draagt neemt een andere logopedist de behandeling zo nodig over. Dit regelt de logopedist van het ziekenhuis. 

Communicatieschrift 

Het communicatieschrift is een hulpmiddel voor familie, naasten en zorgverleners. Iedereen kan dit schrift gebruiken om feiten en bijzonderheden op te schrijven of na te lezen. Het maakt het praten makkelijker, omdat men dan minder hoeft te vragen of te raden wat er is gebeurd.
In dit schrift schrijven bezoekers en zorgverleners bijzonderheden, zoals:

  • wie op bezoek is geweest
  • wat er is gebeurd

Tips om te blijven communiceren

Afasie heeft invloed op gesprekken, op het uitvoeren van opdrachten en op het sociale leven. Het heeft ook invloed op het gebruik van een telefoon en een computer.
Het is belangrijk om manieren te vinden om met elkaar te blijven praten. Dit vraagt veel geduld van de gesprekspartner. Hieronder leest u waar u rekening mee kunt houden.

  • Zorg voor een rustige omgeving om te praten. Zet geluid van radio of tv uit.
  • Neem de tijd voor een gesprek en maak eerst oogcontact.
  • Een persoon met afasie is een volwassen mens. Probeer erop te letten om de persoon met afasie niet op een kinderlijke manier aan te spreken of te behandelen. 
  • Praat duidelijk en praat langzamer dan u gewend bent. U hoeft niet harder te praten.
  • Leg de nadruk op de belangrijkste woorden uit de zin en schrijf deze op.
  • Maak eventueel een eenvoudige tekening. Een tekening helpt de persoon met afasie om uw boodschap beter te begrijpen en te onthouden. 
  • Controleer altijd of de boodschap is begrepen. Herhaal zo nodig de boodschap met behulp van uw tekening of wat u hebt opgeschreven.
  • Gebruik zoveel mogelijk korte en eenvoudige zinnen.
  • Het kan helpen om in het gesprek gebaren te gebruiken of om aan te wijzen waarover u praat. Vraag de persoon met afasie of deze ook zelf gebaren kan maken of aanwijzen.  
  • Stel eenvoudige vragen en breng orde aan in het gesprek. Vraag eerst over wie het gaat, daarna wat er is gebeurd en eventueel waar of wanneer.
  • Wees eerlijk. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik begrijp je nu niet.’ Als het echt niet lukt, kunt u het beter later nog eens proberen. Misschien lukt het dan wel.

Het is belangrijk om manieren te vinden om met elkaar te blijven praten. 

Behandelingen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Logopedie, locatie Oost, A8
020 599 28 73 (op werkdagen van 09.00 tot 16.30 uur)
logopedie-oost@olvg.nl

Afdeling Logopedie, locatie West, route 11
020 510 83 66 (op werkdagen van 09.00 tot 16.30 uur)
logopedie-west@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Logopedie van OLVG. Laatst gewijzigd: