home

Longoperatie : verwijderen van een stuk long

Bij een ziekte aan uw long heeft u soms een operatie nodig. Voor de operatie bent u onder narcose. Uw arts verwijdert het zieke stuk long. Na de operatie blijft u 3 tot 5 dagen in het ziekenhuis. U kunt nog een aantal maanden pijn hebben na de operatie. Na ongeveer 1 jaar heeft u meestal geen klachten meer van de operatie.

Over een longoperatie

U krijgt een longoperatie, omdat u een ziekte heeft in uw long. Dit kunnen verschillende ziektes zijn zoals:

  • longkanker
  • uitzaaiing in de long van kanker ergens anders in het lichaam
  • ernstige ontsteking
  • goedaardige afwijking

Tijdens de operatie haalt uw arts het stuk zieke long weg. U bent tijdens de operatie onder narcose. Narcose is een vorm van verdoving. Bij narcose is uw hele lichaam verdoofd. U bent in een diepe slaap, zodat u niets van de operatie merkt.

Er zijn 2 manieren om een longoperatie te doen:

  • Klassieke operatie
    Een klassieke operatie gebeurt via een snee aan de zijkant van de borstkas. Uw arts spreidt daarna de ribben om bij de longen te komen.
  • Kijkoperatie
    Een kijkoperatie is minder groot, maar niet altijd mogelijk. Soms moet uw arts tijdens een kijkoperatie overstappen op een klassieke operatie.
    De kijkoperatie wordt ook wel VATS genoemd. VATS staat voor video-assisted thoracic surgery.
    Voor uw operatie bespreekt u met uw arts wat de mogelijkheden voor u zijn.

Afspraken in het ziekenhuis

Voor uw operatie heeft u verschillende afspraken op andere afdelingen:

  • Bloedafname
  • Hartfunctie
  • Anesthesiologie
  • Chirurgie

Zo bereidt u zich voor

Thuis voorbereiden

  • Probeer zo fit mogelijk te zijn voor uw operatie. U herstelt dan na de operatie beter. Blijf daarom uw normale activiteiten zo veel mogelijk doen.
  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 

Meenemen op de dag van de operatie

Op de dag van de operatie komt u naar het ziekenhuis. Zorg dat u deze spullen bij zich heeft:

  • kleren die makkelijk zitten
  • ondergoed
  • ochtendjas
  • stevige schoenen
  • toiletspullen
  • alle hulpmiddelen die u thuis ook gebruikt, zoals medicijnen, een looprek of brillenkoker

Zo gaat een longoperatie

Voor de operatie

  • U wast zich de avond of ochtend voor de operatie.
  • U doet uw kunstgebit en contactlenzen uit.
  • U verwijdert uw sierraden, nagellak en make-up.
  • Vanaf de eerste dag in het ziekenhuis krijgt u elke avond een injectie tegen trombose. Hierdoor krijgt u minder snel propjes in uw bloed.
  • Uw arts komt langs om een pijl te tekenen aan de kant die geopereerd gaat worden.
  • Uw zorgverlener geeft u 30 minuten voor uw operatie paracetamol.
  • U trekt speciale operatiekleding aan.
  • Uw zorgverlener brengt u in uw bed naar de operatie.
  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus krijgt u verdoving.
  • Vaak krijgt u een dun slangetje in uw rug. Dit heet een epiduraalkatheter. Dit is om u tijdens en na de operatie makkelijk medicijnen tegen de pijn te geven.

De operatie

  • Tijdens de operatie bekijkt uw arts het zieke stuk long. Uw arts beoordeelt welk stuk long verwijderd moet worden:
    • De hele long, dit heet een pneumonectomie
    • 1 of 2 kwabben van de long, dit heet lobectomie of bilobectomie
    • 1 of meerdere delen van een kwab van de long, dit heet segmentresectie of wigresectie.
    • Soms is het tijdens de operatie niet mogelijk om het weefsel te verwijderen.
  • Het stuk zieke long gaat naar het laboratorium voor onderzoek.
  • Door het weghalen van een stuk long ontstaat er een ruimte in de borstkas. Als uw hele long is verwijderd, vult de ruimte zich met weefselvocht. Dit wordt dan een soort litteken in uw borstkas. Als een deel van een long is verwijderd, vult de ruimte zich met de rest van de gezonde long.
  • Na de operatie krijgt u slangetjes in uw borstkas. Dit heet een thoraxdrain. De thoraxdrain haalt het teveel aan vocht en lucht uit uw borstkas.

Direct na de operatie

Na de operatie brengt een zorgverlener u in een bed naar de uitslaapkamer. Dit heet de Recovery. Soms kunt u daarna terug naar de afdeling Longgeneeskunde. Soms is het nodig dat u na uw operatie eerst naar de Intensive Care gaat. Dit is de IC. Hier kunt u rustig wakker worden.

Als u wakker wordt na de operatie kan het zijn dat er allerlei apparaten en slangetjes aan uw lijf zitten:

  • Beademing
    Tijdens of vlak na de operatie krijgt u een buis in uw mond om u te helpen met ademen. U kunt niet praten met deze buis in uw mond. Als u wakker wordt, haalt uw zorgverlener de buis weg. U krijgt nu zuurstof door een slangetje in uw neus. Met dit slangetje kunt u wel praten.  
  • Monitor
    Met draadjes en plakkers zit u vast aan een monitor. Op een beeldscherm is te zien wat de monitor meet. Dit zijn uw hartslag, bloeddruk en hoeveelheid zuurstof in uw bloed.
  • Urinekatheter
    Tijdens de operatie heeft u een slangetje in uw blaas gekregen. Via het slangetje gaat uw urine naar een zak.
  • Epiduraalkatheter
    Dit is een slangetje in uw rug. Via het slangetje krijgt u medicijnen tegen de pijn.
  • Infuus
    Dit is een slangetje in uw arm. Via het slangetje krijgt u medicijnen en vocht.
  • Thoraxdrain
    Dit zijn slangetjes in uw borstkas. Via de slangetjes gaat het teveel aan lucht en vocht uit uw longen.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Na de operatie

Pijn

U krijgt medicijnen tegen de pijn. De eerste dagen krijgt u dit via een epiduraalkatheter.
Door deze medicijnen verandert tijdelijk het gevoel in uw benen. U mag daarom alleen lopen met begeleiding.
Als u zich beter voelt, krijgt u uw medicatie via tabletten. Meestal is dit na 3 of 4 dagen. Uw zorgverlener verwijdert dan uw epiduraalkatheter. Ook verwijdert uw zorgverlener dan uw urinekatheter en uw infuus.

Fysiotherapie

De eerste dag na de operatie krijgt u fysiotherapie. U krijgt dan oefeningen om het slijm in uw longen goed op te hoesten. Ook krijgt u oefeningen voor uw ademhaling.
Met een speciaal kussentje kunt u uw wond ondersteunen tijdens het hoesten.

Naar huis

  • Als alles goed gaat, kunt u 3 tot 5 dagen na de operatie naar huis.
  • Na ongeveer 1 week bespreekt u de uitslag van dit onderzoek met uw arts.
  • De hechtingen van de operatie lossen vanzelf op.
  • De hechtingen van de thoraxdrain lossen niet vanzelf op. Uw zorgverlener verwijdert deze hechtingen 10 dagen na de operatie. U krijgt hiervoor een afspraak in het ziekenhuis.
  • 2 weken na uw operatie krijgt u een afspraak voor een controle in het ziekenhuis.

Medicijnen

  • Trombose
    Soms krijgt u na een operatie een propje in een bloedvat. Dit heet trombose. Dit kan ernstig zijn. Soms is het nodig dat u medicijnen krijgt tegen trombose. U bespreekt dit met uw arts.
  • Medicijnen tegen pijn
    Uw borstwand kan een aantal maanden pijn doen. U kunt paracetamol gebruiken tegen de pijn en dit langzaam minder gaan doen.
    Gebruik niet meer dan 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg.
    Als u minder pijn heeft, kunt u 4 keer per dag 1 tablet paracetamol van 500 mg gebruiken. Stop alleen met paracetamol in overleg met uw arts.
  • Na de operatie verandert soms tijdelijk het hartritme. Hier kunt u medicijnen voor krijgen.

Verzorgen van de wond

  • 24 uur na het verwijderen van de drain, mag u de pleister verwijderen.
  • Spoel het wondje onder de douche.
  • Als het wondje dicht is, is een pleister niet nodig.
    Als het wondje nog open is, kunt u een nieuwe pleister plakken.

Overige adviezen na de operatie

  • De eerste 6 weken na de operatie mag u niet zwaar tillen. Als u iets oppakt, mag dit geen kracht kosten.
  • De eerste 6 tot 8 weken na de operatie mag u niet fietsen of autorijden.
  • De eerste 3 maanden mag u niet reizen met het vliegtuig.
  • De eerste weken mag u niet sporten of snorkelen. Overleg met uw arts wanneer dit weer kan.

Zo gaat het verder

  • Na ongeveer 1 jaar heeft u meestal geen klachten meer van de operatie. Hoe vaak u op controle komt, hangt af van hoe het met u gaat.
  • Het is goed mogelijk om met minder longweefsel te leven. U kunt zich alleen in het begin minder lichamelijk inspannen.
  • Bij de controles in het ziekhuis bespreekt u met u arts hoe u zich voelt. U bespreekt dan ook welke activiteiten u wel en niet kunt doen.
  • Het is belangrijk dat uw bedrijfsarts weet van uw operatie. De bedrijfsarts begeleidt de terugkeer naar uw werk. Het advies is om afspraken over werken nog voor uw operatie met de bedrijfsarts te bespreken.

Wanneer moet u ons bellen?

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij een longoperatie is er kans op een bloeding, een infectie, trombose of een longontsteking. Enkele andere kleine risico’s kunnen zijn:

  • Soms is bij een ernstige bloeding nog een operatie nodig.
  • Meestal lekt er de eerste dagen na de operatie wat lucht uit uw long. Als dit langer dan 1 week zo blijft, moet het lek dicht gemaakt worden.
  • Via de thoraxdrain kan er wat lucht onder uw huid komen. Dit heet subcutaan emfyseem. Het kan kriebelen, maar het verdwijnt vanzelf.
  • Soms beschadigt een zenuw door de operatie. U kunt dan een blijvende hese stem krijgen.
  • Na de operatie kunt u een prop slijm in uw longen krijgen. Dit heet atelectase. Als dit uw long verstopt, krijgt u hiervoor een behandeling.

Neem direct contact op met polikliniek Longgeneeskunde als u 1 of meerdere van deze klachten heeft:

  • ernstige pijn die niet weggaat als u medicijnen tegen de pijn gebruikt
  • u voelt zich steeds meer benauwd
  • u heeft al 2 dagen koorts van minstens 38,5 graden

Behandelingen

Instructies en adviezen

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Longgeneeskunde, locatie Oost, P2
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Longgeneeskunde, locatie West, route 4
020 510 88 92 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Longgeneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: