home

MRI-onderzoek van het hart met adenosine : informatie over het onderzoek

Voor sommige klachten krijgt u een MRI-onderzoek van het hart. Een MRI-onderzoek is een onderzoek van de binnenkant van uw lichaam. Met behulp van een magneet, radiogolven en een computer worden beelden van het hart en organen gemaakt. Bij dit onderzoek krijgt u het medicijn adenosine toegediend. Het medicijn adenosine maakt uw vaten wijder. Voor het onderzoek mag u bepaalde dingen niet eten of drinken. Lees de instructies goed door. Een MRI-onderzoek van het hart met adenosine duurt 45 tot 60 minuten.

Over het MRI-onderzoek

MRI is de afkorting van Magnetic Resonance Imaging.

Met een MRI-scanner kunnen we in het lichaam kijken. Een MRI-onderzoek gebeurt met een krachtige magneet, radiogolven en een computer. Er worden geen röntgenstralen gebruikt. Een MRI-onderzoek veroorzaakt geen schade aan uw lichaam.

Als u een MRI-onderzoek nodig heeft, krijgt u een vragenlijst mee voor de MRI-onderzoek. Het is voor uw eigen veiligheid belangrijk dat u de vragenlijst invult. Lees de vragen goed en beantwoord alle vragen. Neem de ingevulde vragenlijst mee naar de afspraak voor het MRI-onderzoek. U kunt de vragenlijst ook digitaal via MijnOLVG invullen.
Heeft u vragen over de vragenlijst of wilt u iets doorgeven? Neem dan contact op met de afdeling Radiologie.

Vragenlijst MRI-onderzoek

MRI-scanner

De MRI-scanner ziet eruit als een lange smalle tunnel.
U ligt stil op een soort tafel. De tafel schuift in de tunnel.

De MRI-scanner maakt geluid. Als de foto’s worden gemaakt hoort u kloppende of ratelende geluiden. U krijgt daarom oordoppen in en een koptelefoon op. U mag ook eigen oordoppen meenemen. Via de koptelefoon kunt u tijdens het onderzoek naar muziek luisteren.

Zo bereidt u zich voor

Bent u zwanger of mogelijk zwanger?

Het is niet aangetoond dat een MRI-onderzoek schadelijk is voor het ongeboren kind.
Toch doen we liever geen onderzoek tijdens een zwangerschap.

Geeft u borstvoeding?

Contrastvloeistof heeft geen invloed op de moedermelk. Na het onderzoek kunt u uw baby gewoon borstvoeding geven.  

  • Bestaat de kans dat u een metaalsplinter in uw lichaam heeft, bijvoorbeeld in uw oog? Zeg dit dan van te voren tegen uw arts. Voor uw veiligheid maken we dan voor het MRI-onderzoek een röntgenfoto ter controle.
  • U mag de MRI-ruimte niet in als er metaal in uw kleren zit. Kies dus voor kleren zonder ritsen of knopen. Een bh heeft vaak metalen beugels of gespjes. Een sport-bh zonder metaal mag wel.
  • Soms vragen wij u om ook een kledingstuk zonder metaal uit te doen. Dit is soms nodig om het onderzoek goed uit te kunnen voeren.
  • Als u een MRI-onderzoek van uw hoofd krijgt, mag u geen make-up op hebben. Er kunnen hele kleine stukjes metaal in de make-up zitten.
  • U mag geen sieraden dragen tijdens het MRI-onderzoek. Laat uw sieraden daarom thuis. Lukt het niet om een sieraad af te doen? Bespreek dit dan vooraf met de laborant.
  • Metalen voorwerpen laat u achter in een afsluitbare kleedkamer. Bijvoorbeeld: uw bankpas, horloge, sleutels, munten, aansteker, sieraden, gehoorapparaat, gebitsprothese, telefoon en andere metalen voorwerpen.
    Metalen voorwerpen mogen niet mee naar de MRI-ruimte omdat ze de MRI-scanner kunnen beschadigen, of zelf beschadigd kunnen raken.

Het onderzoek kan gewoon doorgaan bij: een kunstgewricht, kunstgebit, vulling of kroon in uw gebit.

Gehoorapparaat

Draagt u een gehoorapparaat? Doe dit dan uit voor het MRI-onderzoek. U mag uw gehoorapparaat niet in hebben tijdens het MRI-onderzoek.

Neem zo weinig mogelijk mee

Laat persoonlijke voorwerpen zoveel mogelijk thuis. Metalen voorwerpen zoals bankpas, horloge, sleutel, munten, aansteker, gehoorapparaat, gebitsprothese en telefoon kunnen schade veroorzaken aan u of aan de MRI-scanner. Deze voorwerpen laat u achter in een afsluitbare kleedkamer.

Eten en drinken

U krijgt een MRI-onderzoek van het hart. Voor het onderzoek mag u bepaalde producten niet eten of drinken. Let op de volgende punten:

  • Stop 24 uur voor het onderzoek met het gebruiken van producten met cafeïne of theïne. Dit zijn producten zoals koffie, thee, cola, chocolade, cacao, banaan of energydranken. Als u deze producten wel gebruikt dan kan het onderzoek niet
  • Stop 6 uur voor het onderzoek met roken en met het gebruiken van tabak.
  • Als u het onderzoek in de ochtend heeft, mag u op de dag van het onderzoek licht ontbijten. Eet bijvoorbeeld 2 beschuiten met jam zonder boter of een schaaltje yoghurt met muesli. Gebruik geen producten met cafeïne of theïne.
  • Als u het onderzoek in de middag heeft, mag u op de dag van het onderzoek normaal ontbijten en licht lunchen. Eet bijvoorbeeld 2 beschuiten met jam zonder boter of een schaaltje yoghurt met muesli. Gebruik bij het ontbijt en bij de lunch geen producten met cafeïne of theïne.

Medicijnen

Om een duidelijk beeld te krijgen, is het soms nodig om te stoppen met uw medicijnen. Uw arts bespreekt met u of u moet stoppen met uw medicijnen en wanneer u moet stoppen. Stop nooit zomaar met uw medicijnen.

  • Stop 24 uur voor het onderzoek met medicijnen die cafeïne bevatten. Dit zijn medicijnen zoals Viagra, Persantin, Asasantin en Theophylline.
  • Neem uw medicijnen mee naar het onderzoek. U kunt deze dan eventueel na het onderzoek innemen.
  • Neem contact op met uw arts als u vragen heeft over het gebruik van uw medicijnen.

Claustrofobie

Voelt u zich niet prettig in een kleine ruimte? Bespreek dit dan met uw behandelend arts. U mag dan eventueel de MRI-scanner voor het onderzoek bekijken. Als het nodig is, kunt u rustgevende medicijnen krijgen.
Soms mag u een begeleider meenemen in de MRI-ruimte. Ook de begeleider moet zich houden aan de regels over metaal, kleding en zwangerschap.

Zo gaat het MRI-onderzoek

De persoon die het MRI-onderzoek doet heet een laborant.

Voor het onderzoek

  • De laborant haalt u op uit de wachtruimte en brengt u naar de kleedkamer. De laborant vertelt u welke kleding u uit moet doen.
  • De laborant bespreekt het onderzoek met u. U krijgt dan ook instructies voor uw ademhaling.
  • De laborant plakt stickers met elektroden op uw borst. Hiermee meet de laborant hoe uw hart klopt tijdens het onderzoek.

Contrastmiddel

Voor dit onderzoek krijgt u contrastmiddel. Met contrastmiddel zijn weefsels en organen nog beter te zien. U krijgt contrastmiddel via een infuus. Een infuus is een dun slangetje in een bloedvat in uw arm. MRI-contrastmiddel heeft geen kleur of geur. U plast dit contrastmiddel vanzelf weer uit.

Adenosine

Voor dit onderzoek krijgt u ook adenosine. Adenosine maakt de vaten wijder. Zo kan bloed beter van en naar uw hart stromen. U krijgt adenosine via een infuus. Dit is een ander infuus dan u krijgt voor het contrastmiddel. U krijgt dus 2 infusen.
Adenosine zorgt dat bloed sneller door uw vaten stroomt terwijl u op de onderzoekstafel ligt. Daarom kunt u klachten krijgen, zoals:

  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • warm en opgeblazen gevoel in uw lichaam
  • pijn op uw borst
  • kortademigheid

Dit is normaal. De klachten verdwijnen vanzelf wanneer u geen adenosine meer krijgt.

Het onderzoek

  • U gaat op uw rug liggen op een onderzoekstafel voor de MRI-scanner.
  • De onderzoekstafel schuift langzaam in de tunnel.
  • De MRI-scan maakt foto’s van uw hart. Uw bovenlichaam schuift naar het midden van de tunnel.
  • Probeer niet te bewegen als de foto gemaakt wordt. Voor een goede kwaliteit van de foto is het belangrijk dat u zo stil mogelijk ligt.
  • Tijdens het onderzoek is de laborant niet in de onderzoeksruimte. U krijgt een balletje in uw hand. Tijdens het onderzoek kunt u in het balletje knijpen om aandacht te vragen van de laborant.
  • De laborant maakt meerdere series van foto’s. Elke serie duurt ongeveer 10 tot 20 seconden. Tijdens elke serie houdt u uw adem in.
  • Het onderzoek duurt 45 tot 60 minuten.

Na het onderzoek

Na het onderzoek mag u meteen naar huis. Als u een middel heeft gehad om rustig te worden, raden wij het af om zelf te rijden, te fietsen of te reizen met het openbaar vervoer. Vraag of iemand u met de auto naar huis brengt.

De uitslag

De uitslag van het onderzoek is niet meteen bekend. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd, bespreekt de uitslag met u.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Afdeling Radiologie, locatie Oost, C1
020 599 33 25 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologieoosterpark@olvg.nl

Afdeling Radiologie, locatie West, route 15
020 510 88 98 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
radiologie.afdeling@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Radiologie en Nucleaire geneeskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: