home

MS medicijn Dimethylfumaraat : behandeling bij multiple sclerose

Als u MS heeft, kan het medicijn Dimethylfumaraat, Tecfidera, helpen om uw klachten te verminderen. Het is belangrijk dat u het medicijn op de juiste manier gebruikt.

Over Dimethylfumaraat

Dimethylfumaraat verandert uw immuunsysteem. Het immuunsysteem zit door uw hele lichaam en beschermt u tegen bacteriën en virussen.
Door Dimethylfumaraat krijgt u minder aanvallen, zoals relapses, schubs of exacerbaties.

Zo gebruikt u Dimethylfumaraat

U krijgt Dimethylfumaraat in de vorm van een capsule. Een capsule is een langwerpig staafje met daarin het medicijn. U slikt de hele capsule door, met water of melk.

Wanneer innemen?

U slikt 1 week lichte capsules Dimethylfumaraat. Daarna slikt u wat zwaardere capsules Dimethylfumaraat. U heeft hierdoor minder last van bijwerkingen.
Zorg dat er minimaal 4 uur voorbij is voor u een volgende capsule neemt. Het advies is om de capsules in te nemen bij het ontbijt of het avondeten. Als u Dimethylfumaraat tijdens het eten inneemt, heeft u soms minder last van bijwerkingen.

Week 1, elke dag

  • In de ochtend 1 capsule van 120 mg
  • In de avond 1 capsule van 120 mg

Na week 1, elke dag

  • In de ochtend 1 capsule van 240 mg
  • In de avond 1 capsule van 240 mg

Bijwerkingen

Elk medicijn kan bijwerkingen hebben. Als u Dimethylfumaraat gebruikt, zijn de volgende bijwerkingen mogelijk.

Opvliegers

Bij een opvlieger wordt uw huid rood en krijgt u het warm. Dit gebeurt meestal 2 uur nadat u het medicijn heeft gebruikt. Na 30 minuten is het vaak weer weg.
Een andere naam voor opvliegers is flushing.
Als u veel last van opvliegers heeft, kan uw arts aspirine voorschrijven.

Klachten van maag of darmen

Soms wordt u misselijk van het medicijn. U kunt ook diarree of maagpijn krijgen. Meestal is dit de eerste maanden dat u het medicijn gebruikt. Het helpt om de capsules tijdens het eten in te nemen.
Als u veel last van uw maag of darmen van heeft, neem dan contact op met de arts of physician assistant.

Veranderingen in uw bloed

Soms kunt u door het medicijn wat minder witte bloedcellen in uw bloed hebben. Als u te weinig witte bloedcellen heeft, kunt u makkelijker griep of een verkoudheid krijgen. Of het duurt langer voor u herstelt.

Er is een heel kleine kans op een ernstige virusinfectie in de hersenen als u Dimethylfumaraat lang gebruikt. Deze infectie heet PML. De kans hierop is er alleen als uw witte bloedcellen erg laag zijn. U kunt door het medicijn ook wat hogere leverenzymen in uw bloed hebben. 
Het is dan ook belangrijk om steeds uw bloed te laten controleren, zodat de zorgverleners goed kunnen letten op de leverenzymen en een kans op PML.

Uw afspraken en onderzoeken

U krijgt afspraken voor controles en onderzoeken. 

Na 1 maand

  • U heeft een telefonische afspraak met de physician assistant. U bespreekt samen hoe deze maand met het medicijn is geweest.

Na 3 maanden

  • U laat uw bloed onderzoeken.
  • U heeft een afspraak in het ziekenhuis met de physician assistant. U bespreekt samen hoe de eerste 3 maanden met het medicijn zijn geweest. Ook bespreekt de physician assistant met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 6 maanden

  • U laat weer uw bloed onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, met contrastvloeistof.
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek.

Na 9 maanden

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • Als de uitslag van uw bloedonderzoek goed is, hoort u niets. Als de uitslag niet goed is, belt een zorgverlener u.

Na 1 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. Als de uitslag goed is, laat u hierna elk halfjaar uw bloed controleren.  

Na 1,5 jaar 

  • U laat weer uw bloed onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek. 

Na 2 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 2,5 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek. 

Na 3 jaar 

  • U laat weer uw bloed onderzoeken.
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 3,5 jaar 

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek.

Na 4 jaar 

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 4,5 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 5 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. 

Na 5,5 jaar

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. 
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek en van het MRI onderzoek.

Zo gaat het verder 

U heeft elk jaar een afspraak bij de arts of physician assistant. Als u niet meer last van uw ziekte krijgt, krijgt u minder vaak een MRI-onderzoek. 

Bloedonderzoek

Het is belangrijk dat u in het eerste jaar elke 3 maanden uw bloed laat controleren. Wanneer de bloedonderzoeken normaal zijn kan er na 1 jaar overgegaan worden naar elke 6 maanden bloedonderzoek.

U moet uw bloedonderzoeken zelf plannen. Bloed prikken kan bij OLVG, maar ook op andere locaties. Kijk voor meer informatie op de webpagina: Bloedafname.

U moet een laboratoriumformulier laten zien als u bloed laat prikken. U vindt het laboratoriumformulier in MijnOLVG via 'Menu' > 'Aankomende onderzoeken en verrichtingen'.

Als de uitslag van uw bloedonderzoek goed is, hoort u niets. Als de uitslag niet goed is, belt een zorgverlener u.

Veelgestelde vragen

Als het volgende moment dat u uw medicijn moet innemen nog minimaal 4 uur duurt, neem uw medicijn dan toch nog in.
Als u uw volgende medicijn binnen 4 uur moet innemen, hoeft u nu niets te doen.
Neem nooit 2 keer zoveel medicijnen.

Neem contact op met uw neuroloog als de polikliniek Neurologie open is.
Meestal is het niet erg als u te veel medicijn heeft ingenomen. U kunt wel meer last hebben van uw maag of darmen. U kunt ook opvliegers krijgen.

Nee. Zodra u weet dat u zwanger bent, moet u direct met het medicijn stoppen.

Nee, u mag geen borstvoeding geven tijdens het gebruik van dit medicijn.

Ja, u mag alcohol drinken.
Als u in het afgelopen uur uw medicijn heeft ingenomen, drink dan maximaal 50 milliliter sterke drank. Sterke drank is drank met meer dan 30 procent alcohol. Als u meer dan 50 milliliter drinkt, kunt u een ontsteking aan de maag krijgen.

Meestal kunt u dit medicijn gewoon met andere medicijnen gebruiken. Bespreek het met uw arts of verpleegkundige als u 1 van de volgende medicijnen gebruikt:

  • een medicijn waar de stof fumaraat in zit
  • een medicijn waar de stof lithium in zit
  • een medicijn voor uw immuunsysteem
  • een medicijn voor uw nieren, zoals plastabletten, antibiotica of pijnstillers

Een inenting of vaccinatie is een prik om te zorgen dat u een ziekte niet krijgt.
Het is goed om een inenting of vaccinatie te halen voordat u gaat beginnen met Dimethylfumaraat.
Als u al Dimethylfumaraat gebruikt, kunt u meestal ook een inenting of vaccinatie halen. Dit hangt af van welke vaccinatie het is. Het kan wel zijn dat de inenting of vaccinatie wat minder goed werkt.
Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neurologie van OLVG. Laatst gewijzigd: