home

MS medicijn Ponesimod - Ponvory : behandeling bij multiple sclerose

Als u MS heeft, kan het medicijn Ponesimod helpen om geen nieuwe klachten en ontstekingen te krijgen. Het is belangrijk dat u het medicijn op de juiste manier gebruikt.

Over Ponesimod

Ponesimod zorgt dat een deel van uw witte bloedcellen in de lymfeklieren blijft. De witte bloedcellen bewegen dan niet meer vrij door uw lichaam. Ze kunnen de hersenen en het ruggenmerg dan minder vaak aanvallen. Hierdoor ontstaan er minder snel ontstekingsplekjes door MS. 

Wanneer innemen?

U slikt 1 tablet per dag. 
De eerste 2 weken bouwt u de dosering op. U begint met een tablet van 2 mg. Elke dag wordt het tablet iets zwaarder. Na 2 weken slikt u tabletten van 20 mg. Deze tabletten blijft u gebruiken.   

Zwangerschap en borstvoeding

Als u Ponesimod gebruikt, is het belangrijk dat u niet zwanger wordt. Gebruik daarom een anticonceptiemiddel, zoals een condoom of de pil.
Als u stopt met Ponesimod, gebruik dan minimaal 1 week nog een anticonceptiemiddel. Hierna kunt u proberen om zwanger te worden.
Als u Ponesimod gebruikt, kunt u beter geen borstvoeding geven.

Bijwerkingen

Elk medicijn kan bijwerkingen hebben. Als u Ponesimod gebruikt, zijn de volgende bijwerkingen mogelijk:

  • meer kans op een verkoudheid en andere infecties, zoals het koortslipvirus, ook wel herpes genoemd
  • lage hartslag
  • duizeligheid
  • hoge of lage bloeddruk
  • meer leverenzymen in uw bloed
  • minder witte bloedcellen
  • iets meer kans op huidkanker
  • slecht slapen, angstige of sombere gevoelens
  • macula-oedeem
    Vocht achter het netvlies in uw oog kan niet weg. Dit heet macula-oedeem.
    Om te kijken of er vocht achter uw netvlies blijft zitten, krijgt u een afspraak bij de oogarts.  

Uw afspraken en onderzoeken

U krijgt afspraken voor controles en onderzoeken. Gebruik MijnOVLG voor meer informatie over uw afspraken en ziekte.

Na 1 maand

  • U laat uw bloed onderzoeken.
  • U heeft een telefonische afspraak met de physician assistant. U bespreekt hoe deze maand met het medicijn is geweest en de uitslagen van het bloedonderzoek.
  • U laat uw bloeddruk meten. Dit kan thuis met een bloeddrukmeter of bij de huisarts.

Na 2 maanden

  • U laat uw bloed onderzoeken.
  • De arts of physician assistant bekijkt de uitslag van uw bloedonderzoek. Als de arts of physician assistant u niet belt, is de uitslag van uw bloedonderzoek goed. 

Na 3 maanden

  • U laat uw bloed onderzoeken. Doe dit voor de afspraak in het ziekenhuis, dan bespreekt u de uitslag tijdens de afspraak.
  • U heeft in het ziekenhuis een afspraak met de physician assistant. U bespreekt hoe de eerste 3 maanden met het medicijn zijn geweest. 
    Tijdens deze afspraak laat u uw bloeddruk meten. 
    De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek.

Na 4 maanden

  • U heeft een afspraak op de polikliniek Oogheelkunde om uw ogen te laten controleren.

Na 6 maanden

  • U laat weer uw bloed onderzoeken. Doe dit voor de afspraak in het ziekenhuis, dan bespreekt u de uitslag tijdens de afspraak.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, met contrastvloeistof.
  • U heeft een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek en bloedonderzoek.
    Tijdens deze afspraak laat u uw bloeddruk meten.

Na 9 maanden

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U laat uw bloeddruk meten. Dit kan thuis met een bloeddrukmeter of bij de huisarts.
  • De arts of physician assistant bekijkt de uitslag van uw bloedonderzoek. Als de arts of physician assistant u niet belt, is de uitslag van uw bloedonderzoek goed. 

Na 1 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U heeft een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De physician assistant meet ook uw bloeddruk. 

Na 1 jaar en 3 maanden 

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U laat uw bloeddruk meten. Dit kan thuis met een bloeddrukmeter of bij de huisarts.
  • De arts of physician assistant bekijkt de uitslag van uw bloedonderzoek. Als de arts of physician assistant u niet belt, is de uitslag van uw bloedonderzoek goed. 

Na 1,5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U krijgt een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek en bloedonderzoek. De arts meet ook uw bloeddruk. 

Na 2 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De physician assistant meet ook uw bloeddruk. 

Na 2,5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U krijgt een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek en bloedonderzoek. De arts meet ook uw bloeddruk. 

Na 3 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controleafspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De physician assistant meet ook uw bloeddruk.

Na 3,5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De arts meet ook uw bloeddruk. 

Na 4 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controle afspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De physician assistant meet ook uw bloeddruk.

Na 4,5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De arts meet ook uw bloeddruk. 

Na 5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een controle afspraak bij de physician assistant. De physician assistant bespreekt met u de uitslag van het bloedonderzoek. De physician assistant meet ook uw bloeddruk.

Na 5,5 jaar

  • U laat uw bloed weer onderzoeken.
  • U krijgt een MRI-onderzoek van de hersenen, zonder contrastvloeistof.
  • U krijgt een controleafspraak bij de arts. De arts bespreekt met u de uitslag van het MRI-onderzoek en bloedonderzoek. De arts meet ook uw bloeddruk. 

Zo gaat het verder 

U heeft elk jaar een afspraak bij de arts of physician assistant. Als u niet meer last van uw ziekte krijgt, krijgt u minder vaak een MRI-onderzoek.

Bloedonderzoek

Het is belangrijk dat u de eerste 3 maanden elke maand uw bloed laat controleren.
Daarna laat u elke 3 maanden uw bloed controleren.
Na 1,5 jaar laat u elke 6 maanden uw bloed controleren.

U moet uw bloedonderzoeken zelf plannen.
Bloed prikken kan bij OLVG, maar ook op andere locaties. Kijk voor meer informatie op de webpagina: Bloedafname.

U moet een laboratoriumformulier laten zien als u bloed laat prikken. U vindt het laboratoriumformulier in MijnOLVG via 'Menu' > 'Aankomende onderzoeken en verrichtingen'.

Als de uitslag van uw bloedonderzoek goed is, hoort u niets. Als de uitslag niet goed is, belt een zorgverlener u.

Veelgestelde vragen

Als u het medicijn minder dan 4 keer achter elkaar vergeet, hoeft u niets te doen. U neemt de volgende dag gewoon weer het medicijn in.
Als u meer dan 4 keer het medicijn vergeet, bel dan de polikliniek om met uw zorgverlener te overleggen.

Neem contact op met uw neuroloog als de polikliniek Neurologie open is.

Als u ziek bent en het duurt langer dan u gewend bent, bel dan de huisarts. Bel ook de huisarts als u meer dan 38 graden koorts heeft.

Een inenting of vaccinatie is een prik om te zorgen dat u een ziekte niet krijgt.
Het is goed om een inenting of vaccinatie te halen voordat u begint met het medicijn.
Als u het medicijn al gebruikt, kunt u meestal ook een inenting of vaccinatie halen. Dit hangt af van welke vaccinatie het is. U mag geen levend verzwakte vaccins krijgen, zoals bijvoorbeeld vaccins tegen de bof of mazelen. Het kan ook zijn dat de inenting of vaccinatie wat minder goed werkt.
Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen.

Ja, u mag alcohol drinken. Als uw leverwaarden stijgen, kunt u beter stoppen met alcohol drinken.

Nee, dit medicijn heeft geen invloed op de werking van de pil.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Neurologie, locatie Oost, P3
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie West, route 12
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

Polikliniek Neurologie, locatie Spuistraat 239
020 510 88 83 (op werkdagen van 08.15 tot 16.30 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Neurologie van OLVG. Laatst gewijzigd: