Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Als uw eigen nieren niet meer goed genoeg werken om uw bloed schoon te maken, kunt u een donornier krijgen. U kunt een nier krijgen van een donor die is overleden of van een levende donor.
Een andere naam is niertransplantatie.
U krijgt eerst onderzoeken of uw conditie goed genoeg is om een donornier te krijgen.
Sommige mensen met diabetes type 1 kunnen tegelijk een donor-alvleesklier krijgen als ze een donornier krijgen. Ze krijgen dan soms eerst een donornier, en later een donor-alvleesklier. Of ze krijgen in 1 keer een donornier en donor-alvleesklier.
U kunt een donornier krijgen van een levende donor. Dit is meestal iemand uit uw eigen omgeving. Dit hoeft geen familie te zijn. Het kan ook de partner of een vriend of vriendin zijn. De risico’s voor de donor zijn klein.
Voor een nier van een overleden donor komt u op een wachtlijst. Het kan een paar jaar duren voordat u een nier krijgt. De wachttijd hangt bijvoorbeeld af van uw leeftijd en uw bloedgroep.
Als u ook diabetes heeft, kunt u eerder op de wachtlijst komen.
Werken uw nieren tijdens het wachten steeds slechter, dan is dialyse of buikspoeling nodig.
Na de operatie blijft u medicijnen slikken om te zorgen dat uw lichaam de donornier niet aanvalt. Normaal ruimt uw afweersysteem vreemde stoffen op, zoals bacteriën. Als u een donornier krijgt, ziet uw afweersysteem dit ook als iets vreemds. Het wil de donornier dan aanvallen. Dit heet afstoten.
Om te zorgen dat uw afweersysteem de donornier niet aanvalt, krijgt u medicijnen zoals prednison, ciclosporine om in te nemen, mycofenolzuur, tacrolimus of everolimus. Meestal krijgt u 2 of 3 van deze middelen.
Ook komt u regelmatig op controle bij de specialist in nierziektes (internist-nefroloog).
Het kan gebeuren dat u een ander merk medicijn krijgt van de apotheek. Gebruikt u azathioprine, ciclosporine, everolimus of tacrolimus? Dan kan wisselen van merk grote problemen geven. Artsen, apothekers en zorgverzekeraars hebben afgesproken dat je bij deze medicijnen niet zomaar van merk mag wisselen.
Gebeurt dit toch? Bespreek het met de apotheker.
Lees hier meer over de afspraak over wisselen van merk.
Met een donornier kunt u deze klachten krijgen:
Als u een donornier krijgt, heeft u geen dialyse meer nodig. De aanprik-plek of de lijn voor dialyse heeft u dan niet meer nodig.
Een lijn voor dialyse wordt altijd weggehaald als u geen dialyse meer krijgt.
Samen met uw arts beslist u of u de aanprik-plek houdt. Of dat de arts de aanprik-plek dichtmaakt.
U bespreekt bijvoorbeeld deze dingen met uw arts:
Een donornier kan uw leven jaren langer maken.
Hoe lang u met een donornier kunt leven, verschilt per persoon.
Vaak kunt u daarna nog een keer een donornier krijgen.
We hebben de informatie over nierschade gemaakt met:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Afdeling Dialyse, locatie West
020 510 83 90 (op werkdagen van 07.30 tot 16.00 uur)
dialyse.secretariaat@olvg.nl
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.