home

Ongesteld zijn : menstruatie, cyclus

Als een meisje in de puberteit komt en haar lichaam verandert, wordt ze ook voor het eerst ongesteld. Er komt dan wat bloed uit de vagina. Dit heet ook wel menstruatie. Dit gebeurt ongeveer 1 keer per maand. In zo’n maand gebeurt er nog meer in het lichaam. Zo’n maand heet ook wel een cyclus. Als de eerste cyclus van een meisje begint, kan ze ook zwanger worden.

Over de cyclus

De huid rond de vagina, de schaamlippen en de clitoris zijn samen de uitwendige geslachtsorganen. Dit zijn de delen die u kunt zien. De uitwendige geslachtsorganen heten ook wel de vulva.

Er zijn 2 soorten schaamlippen. Op de buitenste schaamlippen zit haar. Op de binnenste schaamlippen niet. De binnenste schaamlippen liggen tussen de grote schaamlippen. Aan de bovenkant van de binnenste schaamlippen zit de clitoris. 

Tussen de binnenste schaamlippen zit ook de opening van uw plasbuis en de opening van uw vagina. 

Aan het einde van de vagina ligt de baarmoedermond. Dit is de ingang van de baarmoeder. In de buik liggen ook de eileiders en de eierstokken. Dit zijn de inwendige geslachtsorganen. De inwendige geslachtsorganen kunt u niet zien. 

U heeft 2 eierstokken. In de eierstokken zitten eicellen. De eierstokken zorgen dat er vaak 1  eicel per maand rijp wordt. Wanneer de eicel rijp is en er een eisprong is,  gaat de eicel via de eileiders naar de baarmoeder. 

De cyclus

Dag 1 van de cyclus begint altijd op de dag dat u begint met bloeden. Dit is de menstruatie of ongesteldheid. U bent een paar dagen ongesteld. Vaak bent u niet meer dan 7 dagen ongesteld. Vanaf dag 1 van de cyclus groeit er 1 eicel in een blaasje in de eierstokken. Wanneer de eicel rijp is, springt het blaasje open. Dit heet de eisprong of de ovulatie. De eicel gaat dan via de eileiders naar de baarmoeder.   
De eisprong gebeurt ongeveer 2 weken voordat u begon met bloeden. Tijdens de eisprong kunt u zwanger worden. Ongeveer 2 weken na de eisprong begint de volgende bloeding. Als de bloeding dan niet begint, zou u zwanger kunnen zijn.
Als een meisje voor het eerst ongesteld wordt, dan heeft zij al een eisprong gehad voordat zij ongesteld werd. 

Geen bevruchting

Tijdens het groeien van een eicel wordt de  wand van de baarmoederholte dik. Als de binnenkant van de baarmoederholte dik is, dan kan de eicel zich beter vastplakken na de bevruchting. Als de eicel tijdens de eisprong niet bevrucht is, laat een deel van de wand van de baarmoederholte los. Hierdoor krijgt u een bloeding. Deze bloeding heet de menstruatie.
De tijd tussen 2 menstruaties heet de cyclus. Meestal duurt de cyclus 22 tot 35 dagen. 

Bevruchting

Zaadcellen komen via de vagina in de baarmoeder en in de eileiders. Hier kan 1 van de zaadcellen de eicel bevruchten. Als de eicel bevrucht is, plakt de eicel zich vast aan de dikke wand van de baarmoederholte. Dit heet innesteling. U bent dan zwanger. Vaak krijgt u geen ongesteldheid meer. Er groeien ook geen eicellen in uw eierstokken. Uw cyclus stopt totdat u niet meer zwanger bent. 

Leeftijd

De eerste menstruatie begint in de puberteit. Vaak krijgen meisjes tussen 12 en 13 jaar hun eerste menstruatie. Tijdens de puberteit is de cyclus vaak niet regelmatig. Dit betekent dat de cyclus soms langer dan 35 dagen en soms korter dan 22 dagen duurt. Vaak wordt de cyclus regelmatig na de puberteit.
Als u ouder wordt, wordt uw cyclus vaak onregelmatig. Uw cyclus duurt dan vaak langer dan 35 dagen. Dit kan een paar jaar duren. De eierstokken maken dan minder hormonen aan. Hier kunt u klachten van krijgen, zoals slecht slapen of opvliegers. Wanneer de eierstokken langzaam minder hormonen aanmaken, zit u in de overgang. Een ander woord voor overgang is menopauze. Vaak begint de menopauze tussen 40 en 60 jaar. De menopauze kan jaren duren. De menopauze stopt wanneer u 1 jaar niet meer ongesteld bent geworden. U kunt dan niet meer zwanger worden. U kunt nog wel klachten hebben.

Zwanger zijn

Wanneer de eicel bevrucht is, bent u zwanger. Een zwangerschap duurt ongeveer 40 weken. Tijdens de zwangerschap groeit de eicel tot een baby.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen. 

Polikliniek Gynaecologie, locatie Oost, P1
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie Spuistraat
020 599 91 11 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek VEVO, locatie Oost, P1
020 599 34 81 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Gynaecologie van OLVG. Laatst gewijzigd: