Inloggen met DigiD
Download de MijnOLVG-app in de App Store of Google Play Store of ga naar www.mijnolvg.nl. Log daarna eenvoudig in met uw DigiD.
Pijn bij kanker kan op verschillende manieren ontstaan. Soms zorgt de tumor of een uitzaaiing voor pijn. De tumor kan bijvoorbeeld druk geven op gezond weefsel waardoor pijn ontstaat.
Ook kan pijn ontstaan door een behandeling. Een bestraling kan bijvoorbeeld gezond weefsel beschadigen, of een litteken na een operatie doet pijn.
Soms ontstaat de pijn snel, dit heet acute pijn. Als de pijn langer dan 6 maanden blijft, heet dit chronische pijn.
De pijn hoeft niet de hele dag aanwezig te zijn. Soms komt de pijn op vaste momenten, zoals bij de verzorging. Dit heet doorbraakpijn.
Het hebben van kanker en pijn heeft ook psychische gevolgen. U kunt zich bijvoorbeeld verdrietig, gestrest, moe of angstig voelen. Door deze gevoelens, kunt u soms meer pijn ervaren.
Bel direct je arts of verpleegkundige als je zoveel pijn hebt dat je het niet meer volhoudt. Of laat iemand anders voor jou bellen.
Bel ook als je pijn hebt en 1 of meer van deze klachten:
Maak een afspraak met de arts of verpleegkundige bij 1 of meer van deze dingen:
Er zijn verschillende behandelingen tegen pijn bij kanker. De pijn gaat niet altijd helemaal weg. Vaak lukt het wel om de pijn minder te maken. Na een behandeling hebben ongeveer 4 van de 5 mensen minder pijn.
Je kunt meestal kiezen voor meer behandelingen na elkaar of tegelijk. Met de arts of verpleegkundige bespreek je welke behandeling het beste bij je past.
Kijk wat je zelf kunt doen tegen pijn bij kanker.
Samen met je arts of verpleegkundige kies je welke pijnstillers je gaat gebruiken.
Je bespreekt met je arts of verpleegkundige hoe je de medicijnen gebruikt:
Heb je pijn doordat de kanker tegen zenuwen of 1 of meer organen drukt? Dan probeert de arts de kankerplek kleiner te maken. Bijvoorbeeld met bestraling, medicijnen of een operatie.
Als je zenuwpijn hebt, helpen gewone pijnstillers meestal niet goed. Je kunt dan andere medicijnen proberen.
Medicijnen tegen zenuwpijnDeze medicijnen zijn er:
Of deze medicijnen jou kunnen helpen, bespreek je met je arts of verpleegkundige.
Neem de medicijnen elke dag op vaste tijden. Dan zit er altijd medicijn in je lichaam. En is de kans kleiner dat je toch pijn krijgt.
Heb je last van bijwerkingen van de medicijnen? Bespreek dit dan ook met je arts of verpleegkundige. Stop niet zelf met de medicijnen.
Prik bij een zenuwBlijf je ernstige pijn houden? Dan kun je soms een prik bij een zenuw krijgen. Die prik verdooft 1 of meer zenuwen. Je voelt dan op die plek minder of geen pijn meer.
Je bespreekt met je arts of verpleegkundige of je deze behandeling kunt krijgen.
Door de kanker kun je je bijvoorbeeld somber, bang of boos voelen. Je kunt ook problemen krijgen, bijvoorbeeld met je relatie of werk. Daardoor slaap je misschien minder goed. Door dit alles voel je vaak meer pijn.
Beter omgaan met gevoelens en problemenJe kunt hulp krijgen van een psycholoog, praktijkondersteuner ggz, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger. Met gesprekken en oefeningen leer je beter om te gaan met je gevoelens en problemen.
Je kunt misschien ook medicijnen gebruiken als je depressief of angstig bent. Hierdoor kun je je beter gaan voelen, waardoor je minder pijn voelt.
Beter slapenGoed slapen helpt om minder pijn te voelen. Kijk bij adviezen om beter te slapen.
Rusten en ontspannen kan helpen tegen pijn bij kanker. En ook gezond leven. Praat ook over je pijn met de mensen om je heen. Lees meer over wat je zelf kunt doen als je pijn hebt bij kanker.
Hulp van anderenJe kunt hulp krijgen van verschillende zorgverleners:
Soms helpt een speciaal pijnteam je. Hierin zitten verschillende artsen. Samen met jou kijken zij welke behandeling het beste bij je past.
Heb je pijn die niet meer weggaat (chronische pijn)? Dan kun je hulp krijgen om met de pijn te leren omgaan.
Vaak wordt de pijn minder door een behandeling. Of helpt de behandeling om beter om te gaan met de pijn. Je kunt ook kijken wat je zelf kunt doen.
Wordt de pijn minder als je de medicijnen een tijdje gebruikt? Dan kun je met de arts of verpleegkundige bespreken of je minder medicijn kunt gebruiken.
Krijg je meer pijn? Vertel dat dan aan je arts of verpleegkundige. Vertel het ook als de behandeling niet goed helpt. Of als je last krijgt van bijwerkingen. Je kunt dan misschien meer medicijnen krijgen. Of andere medicijnen of behandelingen.
Niet meer beterHeb je kanker en word je niet meer beter? Het is goed om in de laatste fase van je leven na te denken over je wensen voor zorg en behandeling. Praat erover met de mensen om je heen en schrijf je wensen op.
Je kunt alles bespreken met je arts of verpleegkundige. Bijvoorbeeld hoe en waar je wilt sterven. Of je vragen en angsten.
In de laatste fase van je leven lukt het soms niet meer om pillen te slikken. Daarom krijg je meestal medicijnen via een pleister of een infuus. Dit zijn vooral sterke medicijnen, zoals fentanyl of morfine. Je kunt extra medicijnen krijgen als je pijn hebt bij bijvoorbeeld bewegen, wassen of plassen en poepen.
Medicijnen waardoor je geen klachten meer voeltIn de laatste weken van je leven kun je soms erge pijn hebben. Of andere klachten zoals moeilijk ademhalen, onrustig of bang zijn. De arts kan je dan een extra medicijn geven. Dat maakt je rustig en zorgt ervoor dat je minder of niet meer bij bewustzijn bent. Daardoor merk je weinig tot niets meer van je klachten. Dit heet palliatieve sedatie.
Er zijn verschillende behandelingen tegen pijn bij kanker.
Soms bestaat de behandeling uit medicijnen.
In OLVG bestaat de behandeling daarnaast vaak uit een blokkade van een zenuw of zenuwknoop. Zenuwen geven signalen aan uw hersenen. Zo zorgen zenuwen ervoor dat u dingen kunt voelen, zoals warmte, maar ook pijn. Bij een blokkade zorgt de arts dat de zenuw of zenuwknoop minder signalen doorgeeft aan uw hersenen. Dit kan zorgen voor minder pijn.
Welke zenuw of zenuwknoop uw arts behandelt, hangt af van de plek waar u pijn heeft.
Met uw arts bespreekt u wat voor u de beste behandeling is.
Het hebben van kanker kan zorgen voor psychische klachten.
Het is belangrijk om hierover te praten met uw naasten. Ook ontspannen en leuke dingen doen helpt.
Als het nodig is, kunt u via een psycholoog hulp krijgen bij uw psychische klachten. U bespreekt dit met uw arts.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Pijncentrum, locatie Oost, A4
020 599 25 13 (op werkdagen van 8.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Pijnbestrijding, locatie West, route 5
020 510 81 63 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Een deel van de informatie op deze pagina komt van Thuisarts.nl. Thuisarts.nl wordt gemaakt door het Nederlands Huisartsen Genootschap. De Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland en Akwa GGZ werken mee aan Thuisarts.nl.