home

Scoliose-operatie : operatie aan je rug

Scoliose betekent dat de rug in een bocht is gegroeid. Als de bocht te groot wordt, is er een operatie nodig. Tijdens de operatie zet de arts een deel van je rug vast met metalen staven en schroeven. Je blijft ongeveer 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Je ouders mogen zo veel bij je zijn als je wilt.

Over scoliose

Een scoliose is een kromming in de ruggengraat. Bij scoliose kan je ook een draaiing in je ruggengraat hebben. Door de draaiing kan je een bochel krijgen. De grootte van de kromming in je ruggengraat kan de arts meten met een röntgenfoto.
Als de kromming van je ruggengraat groter is dan 50 graden kan je een operatie krijgen.

Over de scoliose-operatie

Tijdens de operatie zet de arts een deel van je rug vast. Vaak is dit het deel tussen je schouderbladen. Het deel tussen de schouderbladen beweegt het minst van de hele rug. De arts zet je rug zo recht mogelijk, maar je rug wordt nooit helemaal recht.
Soms heb je bij scoliose ook een bult op je rug. De bult op je rug blijft na de operatie nog zichtbaar.
Meestal opereert de arts via de achterkant, maar soms is het nodig om van de zijkant of van de voorkant te opereren. Tijdens het speciale scoliosespreekuur bespreekt de arts met jou en je ouders hoe de operatie gaat. Je kan dan ook vragen stellen aan de arts.

Zo bereid je je voor op de operatie

  • Voor de operatie heb je samen met je ouders een telefoongesprek met een anesthesioloog of een andere medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Tijdens het telefoongesprek bespreekt de anesthesioloog met jou en je ouders welke soort verdoving je krijgt. Ook maak je afspraken over jouw voorbereiding op de operatie.
  • Soms heb je ook nog een telefoongesprek met een medewerker van de Apotheek. Dit telefoongesprek gaat over de medicijnen die je gebruikt.
  • Voor de operatie moet je nuchter zijn. Je krijgt hier van tevoren uitleg over van de anesthesioloog of een andere medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Je kunt voor meer informatie ook alvast kijken op de webpagina: Narcose bij een kind.

De medewerkers van de opnameplanning van de afdeling Orthopedie plannen de datum van de operatie in overleg met jou, je ouders en de arts.

Afdeling Kindergeneeskunde

Je wordt 1 dag voor de operatie opgenomen op de afdeling Kindergeneeskunde. Je blijft meestal 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Je ouders kunnen zo veel bij je zijn als je wilt. Als je het fijn vindt, mag 1 van je ouders ook blijven slapen. 
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Kindergeneeskunde.

Zo gaat de operatie

Dag voor de operatie

  • Je komt 1 dag voor de operatie naar het ziekenhuis.
  • De pedagogisch medewerker en verpleegkundige bereiden je voor op de onderzoeken en de operatie.
  • De verpleegkundige neemt bloed bij je af.
  • De dag voor de operatie moet je jezelf wassen met een speciale zeep. Deze zeep zorgt ervoor dat je geen ontstekingen krijgt na de operatie.
  • Je gebruikt een neusgel en een mondspoeling. De neusgel en de mondspoeling zorgen er ook voor dat je geen ontstekingen krijgt na de operatie.
  • De artsen van de afdelingen Orthopedie, Kindergeneeskunde en Neurologie komen met jou en je ouders praten over de operatie. De artsen onderzoeken ook je rug.
  • Soms krijg je ook medicijnen als je erg zenuwachtig bent voor de operatie.

De operatie

  • De operatie duurt 3 tot 5 uur.
  • Als je onder narcose bent krijg je een slangetje in je blaas. Dit slangetje zorgt ervoor dat je tijdens of vlak na de operatie niet hoeft te plassen. Dit heet een urinekatheter. De urinekatheter blijft meestal tot 2 of 3 dagen na de operatie zitten.
  • De arts zet de wervels van je ruggengraat zo recht mogelijk.
  • De arts zet de wervels van je ruggengraat vast met metalen staven en schroeven.
  • Nadat de rug is vastgezet, plaatst de arts een buisje bij de zenuwen in je rug. Door dit buisje komt vloeistof dat je rug verdooft. Hierdoor voel je na de operatie minder pijn. Dit heet een epidurale katheter.
  • De arts hecht de wond met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen hoeven niet verwijderd te worden. Aan de uiteinden zitten lusjes. Deze lusjes vallen er vanzelf af. Je kan ook 2 weken na de operatie naar de huisarts gaan om ze te laten afknippen.

Tijdens de operatie maken we gebruik van moderne technieken zoals neuromonitoring en driedimensionale navigatie. Hierdoor is er minder schade aan spieren, wervels en zenuwen. Dat is beter voor je herstel.

Na de operatie

  • Na de operatie word je wakker op de uitslaapkamer. Je bent dan vaak nog erg slaperig. 1 van je ouders of verzorgers mag dan bij je zijn. Wanneer je je goed voelt, ga je terug naar de afdeling Kindergeneeskunde.
  • Op de afdeling meet de verpleegkundige regelmatig je bloeddruk, de hartslag en temperatuur.
  • De eerste 6 uur na de operatie moet je op je rug liggen. Als je op je rug ligt komt er genoeg druk op de wond. Hierdoor zal de wond minder nalekken.
  • 1 dag na de operatie verzorgt de verpleegkundige de wond.
  • De dagen na de operatie helpt de fysiotherapeut je om weer te gaan lopen.
  • De verpleegkundige verwijdert het infuus en de andere slangetjes binnen 1 dag.

Oefenen met de fysiotherapeut

Elke dag komt de fysiotherapeut met je te oefenen.

  • 1 dag na de operatie begin je met ademhalingsoefeningen en oefen je met je benen en armen. Als je kan, mag je oefenen met rechtop zitten.
  • 2 dagen na de operatie ga je verder met bewegen. Eerst ga je zitten op de rand van het bed. Als dat goed gaat, mag je staan en lopen. Dit mag je verder gaan oefenen met de verpleegkundige.
  • Als je zelf kan lopen, ga je met de fysiotherapeut traplopen.
  • 1 dag voordat je naar huis mag, krijg je nog tips en uitleg hoe je thuis het beste kan oefenen.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

Meestal blijf je 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Als het beter is om langer te blijven, bespreekt de arts dat met jou en je ouders. Als je naar huis gaat mag je gewoon in een auto zitten. De eerste maand na de operatie kan je vaak nog moe zijn. De arts bespreekt met je hoe je met de vermoeidheid om kan gaan.

  • 2 weken na de operatie heb je een telefonische afspraak met de orthopeed. We vragen dan hoe het met je gaat na de operatie.
  • 3 maanden na de operatie kom je weer op het scoliosespreekuur. We maken een röntgenfoto van je rug. Tijdens het spreekuur kun je alles vragen.

Adviezen voor thuis

  • Als de wond niet meer lekt mag je douchen. 2 weken na je operatie mag je in bad.
  • De meeste kinderen gaan na ongeveer 3 weken weer naar school. Meestal ga je eerst een paar uur per dag om te kijken of het lukt. Vraag of iemand je naar school kan brengen en ophalen. Leg op school uit wat je wel en niet kan:
    • Klasgenoten mogen je niet duwen of aan je trekken.
    • Vraag een klasgenoot om je boekentas de eerste paar weken te dragen. Op het moment dat je geen pijn meer voelt in je rug, kun je zelf je tas weer dragen.
  • Na ongeveer 3 maanden start je met fysiotherapie als dit nodig is voor:
    • het opbouwen van je conditie
    • het trainen van kracht in onder andere je spieren van de romp
    • bespreken welke sporten jij kan doen
  • Doordat je metaal in je rug hebt gekregen kunnen de poortjes op het vliegveld gaan piepen. Het beste kun je gewoon vertellen dat je bent geopereerd aan je rug.
  • Je rug is het eerste jaar na de operatie nog niet maximaal sterk. Daarom is niet goed wanneer de rug plotseling zwaar belast wordt in dit eerste jaar. Doe daarom het eerste jaar geen sporten die je rug plotseling kunnen belasten.

Complicaties

Iedere operatie heeft risico’s. Na een scoliose-operatie kunnen er na klachten ontstaan zoals:

  • Infectie: Je kan een paar dagen na de operatie een infectie krijgt. Je hebt krijgt dan soms een extra kleine operatie. Ook krijg je medicijnen.
  • Pseudoartrose: Soms groeit de wervelkolom niet goed vast. Dit heet een pseudoartrose. Dit komt ook bijna nooit voor. Om dit te voorkomen mag je de eerste 6 maanden geen hele grote en onverwachte belasting op de rug hebben, zoals met wedstrijdsporten.
  • Schouder hoogstand: Je lichaam is gewend aan een bocht in de rug. Na de operatie kan 1 schouder hoger staan dan de andere. Meestal verdwijnt dit binnen 1 jaar.
  • Toch doorgaan van scoliose: Soms kiest de arts ervoor om niet alle wervels vast te zetten. Je rug kan dan zo veel mogelijk bewegen na de operatie. Soms groeien de wervels die niet vast zitten toch weer krom. Je scoliose wordt erger. Je hebt dan een tweede operatie nodig.

Wanneer moet je ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een infectie.
Bel meteen de afdeling Orthopedie als je 1 of meer van deze klachten hebt:

  • Je benen doen veel pijn.
  • Je hebt geen gevoel meer in je benen.
  • De wond lekt, of is rood en dik.
  • De wond doet pijn.
  • Je hebt meer dan 38,5 graden koorts
  • Je hebt klachten die je niet had verwacht en je maakt je zorgen.

Contact

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel je vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kun je ook bellen.

Polikliniek Orthopedie, locatie Oost, P3
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Polikliniek Orthopedie, locatie West, route 5
020 510 88 84 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
mailorthopedie@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Orthopedie van OLVG. Laatst gewijzigd: