Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Rondom de schouder zitten spieren en banden. Als de schouder uit de kom is geweest, zijn deze spieren en banden opgerekt.
Een schouderluxatie herstelt vaak goed. Als een schouder uit de kom is geweest, is het risico dat dit nog een keer gebeurt groter.
Virtual Fracture Care app van OLVGU kunt voor informatie over het herstel van deze breuk ook de app Virtual Fracture Care gebruiken. U vindt deze app in de App Store (iPhone) of Google Play Store (Android). |
Om de beschadiging van de schouders en spieren rond de schouder te laten herstellen, is rust belangrijk. U krijgt een draagband voor uw arm. Dit heet een sling. Een sling geeft rust aan de schouder. Ook zorgt een sling ervoor dat u geen verkeerde beweging kan maken.
U mag nadat uw schouder uit de kom is geweest uw arm niet omhoog doen. Ook draaien met de onderarm of schouder mag in het begin niet.
Op de eerste werkdag nadat u op de Spoedeisende Hulp was, neemt een arts contact met u op. U bespreekt dan met de arts het plan voor de verdere behandeling.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4 en 5
Week 6
Wilt u sporten? Bespreek de mogelijkheden met een fysiotherapeut. De fysiotherapeut kan beoordelen wanneer uw schouder weer voldoende stabiel is.
Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol. Wacht niet totdat u te veel pijn heeft. Neem paracetamol verspreid over de dag in. U kunt maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol innemen op vaste tijden.
Door uw spieren te oefenen, maakt u de kans dat de schouder weer uit de kom gaat kleiner. Ook maakt u de kans op pijn en stijfheid van de schouder kleiner.
Belangrijk: bouw het oefenen rustig op. Pijn kan een teken zijn dat u teveel doet. Als u pijn voelt, stop dan met oefenen. U mag wel vermoeidheid of spierpijn voelen.
Oefening 1: Beweeg de vingers en hand in de sling door 10 tot 15 keer per dag een vuist te maken.
Oefening 2: Ga iets gebukt voorover staan en maak kleine cirkelbewegingen met de elleboog. Dit heet een pendelbeweging.
Herhaal oefening 2: Pendelbeweging.
Oefening 3. Druk uw onderarm tegen de buik. Houd dit een paar seconden vol en laat los.
Oefening 4: Druk uw bovenarm tegen de zijkant van uw borstkas. Beweeg daarna uw onderarm tegen uw buik aan. Houd dit een aantal seconden vol en beweeg uw arm weer terug naar de zijkant.
Bespreek met uw fysiotherapeut of uw schouder stabiel genoeg voor extra oefeningen. Soms moet u de oefeningen aan uw persoonlijke situatie aanpassen.
Oefening 5: Druk uw gestrekte arm tegen de zijkant van uw lichaam. Houd dit een aantal seconden vol en laat los.
Oefening 6: Ga iets gebukt voorover staan. Laat uw arm gestrekt naar beneden hangen. Maak kleine cirkelbewegingen linksom en rechtsom.
Oefening 7: Buig en strek de elleboog, terwijl u gebukt voorover staat.
Oefening 8: Beweeg met de hand over uw borstkas naar de gezonde schouder en probeer het schouderblad aan te tikken. Ondersteun uw elleboog met uw andere hand.
Oefening 9: Plaats uw handen tegen elkaar voor uw borstkas en zet ze tegen elkaar. U voelt de spieren aan de voorkant van uw schouder aanspannen.
Oefening 10: Strek uw arm. Breng uw arm naar voren en til omhoog tot de hoogte van uw schouder.
Oefening 11: Til uw gestrekte arm naar opzij tot de hoogte van uw schouder. U kunt met uw andere arm tegen een muur leunen voor steun.
Oefening 12: Beweeg de arm rustig met een gestrekte of gebogen elleboog naar achteren.
Als u de oefeningen niet goed kunt doen doordat u weinig kracht heeft of last van pijn houdt, adviseren wij u naar een fysiotherapeut te gaan. De fysiotherapeut kan u dan begeleiden. U kunt naar een fysiotherapeut gaan met of zonder verwijzing van de huisarts.
Bel de Spoedeisende Hulp bij de volgende complicaties:
Ga meteen naar de Spoedeisende Hulp als uw schouder opnieuw uit de kom gaat. Als de schouder voor langere tijd uit de kom is, kan het lastig zijn om deze weer terug te plaatsen.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Traumachirurgie, locatie Oost, P3
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Traumachirurgie, locatie West, route 6
020 510 88 79 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.
OLVG, locatie Oost
020 599 91 11
OLVG, locatie West
020 510 89 11
Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.