home

Staar en de staaroperatie : een troebele ooglens vervangen

Veel mensen krijgen staar als ze ouder worden. Staar zorgt ervoor dat u niet meer scherp kunt zien. De enige behandeling voor staar is een operatie. Tijdens de operatie vervangt de arts de troebele ooglens door een kunstlens.

Over staar

Bij staar is de ooglens van uw oog troebel geworden. De ooglens zit vóór het oog, vlak achter de pupil. Een ander woord voor staar is cataract.
Staar is goed te behandelen. Als het oog verder gezond is, kunt u na een operatie vaak weer helemaal goed zien.

Oorzaken van staar

Staar kan verschillende oorzaken hebben:

  • ouderdom
  • een stofwisselingsziekte zoals diabetes
  • een ongeluk

Heel soms ontstaat staar al op jonge leeftijd. Heel soms is staar ook al bij de geboorte aanwezig. De oorzaak van staar is niet altijd bekend.

Klachten bij staar

Welke klachten u krijgt, is afhankelijk van de plek waar uw ooglens troebel is. Uw klachten zijn ook afhankelijk van de grootte van de troebele plek.
U kunt de volgende klachten krijgen bij staar:

  • U ziet wazig.
  • U ziet dubbel met 1 oog.
  • U ziet kleuren doffer.
  • U heeft last van tegenlicht of schitteringen.
  • U heeft in korte tijd plotseling veel sterkere brillenglazen nodig.

Voorbereiding op uw afspraak op de polikliniek

Heeft u de afspraak op de polikliniek al gehad? Dan kunt u deze informatie overslaan.

U heeft een afspraak op de polikliniek Oogheelkunde.

  • Gebruikt u medicijnen? Neem deze dan mee naar de afspraak. Een lijst van uw medicijnen mag ook.
  • De oogarts onderzoekt uw ogen en bespreekt de uitslag van het onderzoek met u.

Als u in overleg met de arts besluit om uw oog te laten opereren, duurt de afspraak op de polikliniek Oogheelkunde wat langer:

  • De doktersassistent meet uw bloeddruk. De doktersassistent neemt ook een vragenlijst over uw gezondheid met u door.
  • Na de operatie moet u uw ogen druppelen. Als u dat niet zelf kunt en als niemand u kan helpen, kan de thuiszorg uw oog komen druppelen. De doktersassistent kan u ook meer vertellen over hulp van de thuiszorg na de operatie.
  • De oogarts bespreekt met u:
  • De keuze van de kunstlens die in uw oog komt.
  • De verschillende manieren van verdoving.
  • U krijgt een lensmeting.
  • Vul het activiteitenformulier en het toestemmingformulier in.
    U kunt beide formulieren hieronder downloaden.
    Als u al weet dat u een staaroperatie krijgt, kunt u de formulieren thuis alvast invullen. U kunt beide formulieren dan meenemen naar uw afspraak op de polikliniek Oogheelkunde.

Toestemmingsformulier

Activiteitenformulier

Keuze van de kunstlens

We proberen ervoor te zorgen dat u na de staaroperatie zo min mogelijk een bril hoeft te dragen. De keuze van de kunstlens is daarom belangrijk. De oogarts bespreekt met u welke soort kunstlens voor u geschikt is. Een kunstlens heet ook wel implantlens. We zetten de soorten kunstlenzen en de kosten voor u op een rij:

Standaard kunstlens

Een standaard kunstlens is geschikt voor iedereen. Er is 1 soort standaard kunstlenzen. Dat zijn monofocale kunstlenzen.
Of een standaard kunstlens voor u de beste keus is, hangt af van de sterkte van uw bril en hoeveel u leest.
Met een standaard kunstlens kunt u scherp zien op 1 afstand: ver weg of juist dichtbij. Na de operatie heeft u nog wel een bril nodig om op de andere afstand scherp te kunnen zien.
Alle zorgverzekeraars vergoeden standaard kunstlenzen.

Niet-standaard kunstlens

Een niet-standaard kunstlens is niet voor iedereen geschikt. Er zijn 3 soorten niet-standaard kunstlenzen.

  1. Torische implantlens
    Een torische implantlens is geschikt als u een hoge cilinderafwijking heeft. Bij een hoge cilinderafwijking is uw hoornvlies niet overal even rond.
    Met een torische implantlens kunt u veraf scherp zien. U heeft nog wel een leesbril nodig.
    Een nadeel van een torische implantlens is dat het na een tijdje kan draaien. Als dit gebeurt, moet de oogarts een extra ingreep doen.
  2. Multifocale implantlens
    Met een multifocale implantlens kunt u dichtbij en veraf scherper zien. Een leesbril is soms nog wel nodig.
    Sommige mensen kunnen niet goed tegen multifocale implantlenzen. Zij zien dan gekleurde ringen rond lampen of ze zien licht bewegen.
  3. Multifocale torische implantlens
    Een multifocale torische implantlens is een combinatie van een torische implantlens en een multifocale implantlens.

Kosten

Niet-standaard kunstlenzen vallen onder niet-verzekerde zorg. Dit betekent dat u soms zelf een deel van de kosten moet betalen. De oogarts kan u een lijst geven van de prijzen. Informeer zelf bij uw zorgverzekeraar of u de kunstlenzen vergoed krijgt. Als uw zorgverzekeraar de kosten vergoedt, moet u het bedrag eerst zelf betalen. U kunt de rekening na de operatie naar uw zorgverzekeraar sturen.

Lensmeting

Met de lensmeting bepaalt de oogarts de sterkte van de kunstlens die tijdens de operatie in uw oog komt. Een lensmeting heet ook wel biometrie.

Draagt u contactlenzen?

  • Draag geen zachte contactlenzen meer tot 3 weken voor de biometrie.
  • Draag geen harde contactlenzen meer tot 6 weken voor de biometrie.

Alleen dan is de lensmeting betrouwbaar.

Heeft u uw ogen ooit laten laseren?
Neem de meetgegevens van voor het laseren en na het laseren mee naar de afspraak.

Lensmeting standaard kunstlens

Bij een standaard kunstlens is 1 meting voldoende.

Lensmeting niet-standaard kunstlens

Voor een niet-standaard kunstlens krijgt u na de eerste lensmeting nog 1 of meerdere vervolgafspraken voor een meting. Vooral mensen die harde contactlenzen dragen, krijgen vaak meerdere vervolgafspraken. Steeds met enkele weken ertussen, tot de metingen stabiel zijn. Als de metingen stabiel zijn, kan de oogarts de juiste sterkte van de niet-standaard kunstlens berekenen.

Tijdens de vervolgafspraak bespreekt de oogarts met u de wensen, verwachtingen en mogelijkheden. Ongeveer 1 week na uw laatste vervolgafspraak belt de oogarts u om de resultaten van de meting te bespreken. Tijdens dit telefoongesprek kunt u ook nog vragen stellen.

Zo bereidt u zich voor op de staaroperatie

Planning tot de operatie

  • De operatieplanner belt u om een datum voor de operatie af te spreken.
  • Ongeveer 1 week voor de operatie krijgt u een brief. In deze brief staan de datum en tijd van de operatie. Ook leest u waar u zich moet melden voor de operatie. In de brief staan ook de vervolgafspraken.
  • De doktersassistent belt u 1 of 2 werkdagen voor de operatie. Ze vraagt hoe het met u gaat en of u last heeft van een rood oog. Als u vragen heeft over de operatie, kunt u deze aan de doktersassistent stellen.

Dag van de operatie

  • U mag in de ochtend gewoon eten. Houd er wel rekening mee dat u tijdens de operatie 30 minuten plat moet liggen.
  • Neem uw medicijnen op de dag van de operatie gewoon in, tenzij uw arts anders met u heeft afgesproken.
  • Draag schoenen die u makkelijk aan en uit krijgt.
  • Draag geen make-up, gezichtscrème, nagellak of kunstnagels.
  • Draag geen sieraden.
  • Neem iemand mee. Of zorg dat u het telefoonnummer van een contactpersoon bij u heeft.

Zo gaat de operatie

U verblijft enige uren in het ziekenhuis. Dit heeft te maken met de voorbereiding en met de controle achteraf. De operatie duurt 15 tot 45 minuten. 

Voor de operatie

  • De verpleegkundige doet een pilletje onder uw ooglid. Het pilletje maakt uw pupil wijder.
  • De verpleegkundige druppelt uw ogen met 2 soorten oogdruppels:
    • oogdruppels tegen een ontsteking
    • oogdruppels die het oog verdoven
  • Voor de veiligheid vraagt de oogarts uw naam, geboortedatum en aan welk oog u een operatie krijgt.
  • Heeft u aan de kant waar u geopereerd wordt een gehoorapparaat? Doe het gehoorapparaat voor de operatie uit. De oogarts gebruikt vloeistof om uw oog te spoelen. Als u het gehoorapparaat uitdoet, kan het niet nat worden.
  • U gaat op de operatiestoel liggen. Boven de stoel hangt een felle lamp.
  • U krijgt een laken over uw gezicht. In het laken zit een gat, boven het oog waar u de operatie krijgt.

De operatie

  • Tijdens de operatie letten we goed op u.
  • U mag tijdens de operatie niet praten en hoesten. Als u moet hoesten, waarschuw dan de oogarts op tijd. Hij stopt dan even met de operatie.
  • De arts maakt 2 of 3 hele kleine sneetjes in het oog.
  • De oogarts haalt de troebele lens eruit en stopt de kunstlens in uw oog. Een hechting is meestal niet nodig.

Na de operatie

  • U krijgt zalf in uw oog en een oogkapje op.
  • De verpleegkundige geeft u een recept voor oogdruppels. U krijgt ook uitleg over de oogdruppels.
  • Als u bent uitgerust en zich goed voelt, mag u naar huis. U mag niet zelf autorijden of fietsen. Reizen met het openbaar vervoer kan wel.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Resultaat van de operatie

Bijna alle mensen kunnen na een staaroperatie beter zien. Het kan soms zijn dat u daarna nog niet helemaal scherp kunt zien. Dit komt vooral voor als u diabetes, glaucoom of maculadegeneratie heeft.

Meer informatie over de staaroperatie

Na de operatie kunt u wat ongemak hebben.

Na de operatie

  • Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u wat pijn hebben. Dat is normaal. U kunt dan paracetamol gebruiken. Gebruik niet meer dan 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol 500 mg.
  • U kunt een paar dagen last hebben van licht. Uw pupil kan wat groter zijn. U kunt ook wazig zien.
  • De ochtend na de operatie mag het oogkapje af. Blijf 4 weken zoveel mogelijk van uw oog af. U mag niet in uw oog wrijven of op uw oog drukken. Een oogkapje tijdens het slapen kan helpen.
  • U begint met druppelen volgens het schema. De oogdruppels zorgen ervoor dat het oog sneller beter wordt. Ook verkleinen de oogdruppels de kans op een infectie.
  • De doktersassistent belt u de dag na de operatie om te vragen hoe het u gaat. Het kan ook zijn dat u een afspraak met de oogarts heeft op de polikliniek.

3 tot 4 weken na de operatie

  • Uw oog heeft een paar weken nodig om te herstellen.
  • Hierna krijgt u een operatie voor uw andere oog of komt u voor een controle op de polikliniek. Tijdens de controle meten we de scherpte van het oog van de operatie. Als u een bril nodig heeft, meten we ook de brilsterkte.
  • U krijgt druppels in beide ogen. Na het druppelen zijn uw ogen extra gevoelig voor licht. Een zonnebril kan helpen.

Persoonlijke verzorging

  • Als het nodig is, kunt u uw oog of oogleden voorzichtig schoonmaken met een gaasje. Het gaasje kunt u een beetje nat maken met lauw water.
  • Douchen en haren wassen mag vanaf de dag na de operatie. Houd uw ogen dan wel dicht.
  • Gebruik 4 weken geen oog make-up.
  • U mag naar de kapper. Zet in week 1 wel een oogkapje op.
  • Als u last heeft van droge ogen, mag u na 2 weken warme kompressen gebruiken. U mag dan ook uw ooglid masseren.
  • Als u voor de operatie contactlenzen droeg, mag u deze niet meer dragen in het oog van de operatie.

Bril

  • De kunstlens in het oog van de operatie heeft een bepaalde sterkte. Daarom kunt u uw oude (lees)bril meestal niet meer gebruiken.
  • We raden u aan pas een andere bril te nemen na uw laatste vervolgafspraak. Tot deze afspraak mag u zelf weten of u liever met of zonder bril kijkt. Soms kan het prettig zijn om een glas uit de bril te halen. Overleg dit eventueel met uw oogarts.

Activiteiten

  • Autorijden mag alleen als u voldoende ziet. Overleg eventueel met de oogarts. Fietsen mag.
  • Vanaf dag 2 na de operatie mag u bukken en voorwerpen tillen van maximaal 10 kg. Na 1 week mag u weer alles tillen.
  • U mag 4 weken niet zwemmen. Doet u andere sporten? Bescherm uw oog 4 weken met een oogkapje.

Complicaties tijdens operatie

  • Een scheurtje in het lenszakje. Bij een scheurtje is er meer kans op problemen met het netvlies. Soms is dan een tweede operatie nodig.
  • Soms kan een complicatie ervoor zorgen dat de arts geen torische of multifocale implantlens kan plaatsen. Als het kan, plaatst de arts dan een standaard kunstlens. Als u al een eigen bijdrage voor de lens betaald heeft, krijgt u deze terug.

Algemene risico’s na de operatie

  • De (bril)sterkte van het oog is anders dan verwacht. Bij dichte staar is dit lastiger te voorspellen.
  • Het hoornvlies is tijdelijk wat minder helder. U ziet dan nog even wazig.
  • Bij mensen met droge ogen kunnen de klachten na de operatie tijdelijk toenemen. We raden u aan de druppels voor droge ogen vaker te gebruiken. Druppels voor droge ogen heten ook wel kunsttranen.
  • Verzameling van vocht in de gele vlek van het netvlies. U merkt dit doordat u plotseling minder ziet. Meestal is dit tijdelijk. Als u extra druppels gebruikt, en soms tabletten, is het meestal na enkele maanden over.
  • Kneuzing van het oog of de oogleden.
  • Hoge druk in het oog.

Nastaar

  • In uw oog kan na een tijdje tijd een dun, troebel laagje ontstaan. Dit troebel laagje heet nastaar. Bij nastaar kunt u slechter gaan zien of last krijgen van licht. Het lijkt of de staar weer terugkomt. Nastaar is eenvoudig met een laser te behandelen. Dit doet geen pijn.

Zeldzame complicaties

  • Het zien van felle lichtflitsen, een grijze of zwarte vlek in het beeld of een missend deel van het gezichtsveld kan wijzen op een acute netvliesloslating.
  • Ernstige bloedingen.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bel meteen de afdeling Oogheelkunde als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • De pijn wordt niet minder na het gebruik van pijnstillers.
  • Uw oog wordt rood.
  • U gaat waziger zien.
  • U ziet lichtflitsen.
  • U mist een deel van het beeld: u ziet een zwarte of grijze vlek.
  • U bent misselijk.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Oogheelkunde, locatie Oost, P3
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Oogheelkunde, locatie West, route 2
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Oogheelkunde, locatie Spuistraat
020 510 88 87 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van OLVG.

OLVG, locatie Oost
020 599 91 11

OLVG, locatie West
020 510 89 11

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Oogheelkunde van OLVG. Laatst gewijzigd: