Suikertest : glucosetolerantietest bij een kind

De arts onderzoekt wat jouw lichaam doet met suiker. 
De arts onderzoekt je bloed en soms je plas. 

• Voor dit onderzoek moet je nuchter zijn. Dit betekent dat je niet mag eten of drinken vanaf 12 uur in de nacht voor het onderzoek. Je mag ook niet ontbijten voordat je naar het ziekenhuis komt. Water drinken mag wel.
• Op de dag van het onderzoek mag je niet roken. 
• Soms is het nodig dat je tijdelijk stopt met het nemen van medicijnen. Als dit voor jou nodig is, bespreekt de kinderarts dit met je.  
• Tijdens het onderzoek moet je veel wachten. Neem daarom je telefoon, tablet of een boek mee om je te vermaken.  

Het onderzoek duurt ongeveer een halve dag en begint in de ochtend. 
Je ouders of verzorgers mogen de hele tijd bij je blijven.

• Als het nodig is meet een zorgverlener hoe lang je bent en hoeveel je weegt.
• Je krijgt een pleister aan de binnenkant van je elleboog of op je hand. Deze pleister verdooft je huid. Hierdoor voel je meestal niks van het bloedprikken. De verdoving werkt ongeveer 4 uur.
• Een zorgverlener meet je bloeddruk. Dit gebeurt met een band om je arm. 
• Een zorgverlener neemt wat bloed bij je af. Het bloed gaat naar het laboratorium voor onderzoek.
• Je krijgt een drankje met suiker. Dit drankje moet je binnen 10 minuten opdrinken. Na het drinken van het drankje mag je wat water drinken.
• 2 uur na het drinken van het drankje krijg je een vingerprik. Dit is om je bloedsuiker te controleren. 
• Een zorgverlener meet nog een keer je bloeddruk.

Soms is het nodig om je plas te controleren. Als dat zo is, hoor je dat van de zorgverlener. 

Na het onderzoek krijg je iets te eten en te drinken. Daarna mag je naar huis.

De uitslag van het onderzoek is niet meteen bekend. Je krijgt de uitslag van de suikertest tijdens je volgende afspraak. Dit is meestal na 2 weken.