home

TFCC-letsel in de pols : schade aan kraakbeen en banden

Een beschadiging van het TFCC in de pols kan pijn doen. Het TFCC bestaat uit banden en kraakbeen. Het TFCC zorgt voor stevigheid en kracht in pols. Bij klachten zijn er verschillende behandelingen mogelijk.

Over het TFCC

De banden en het kraakbeen in de pols vormen samen het TFCC. TFCC betekent Triangular FibroCartilage Complex.
Het TFCC zorgt voor stevigheid en kracht in de pols.
Het TFCC verbindt de uiteinden van de botten van de onderarm met de botjes in de pols. Deze botjes heten de handwortelbeentjes. Het TFCC heet ook wel de meniscus van de pols.
Het TFCC ondersteunt de pols bij kracht zetten, bijvoorbeeld bij het openmaken van een deksel.
Door ouderdom slijt het TFCC, maar niet iedereen krijgt klachten.

Het TFCC kan beschadigen door een breuk, slijtage of bij een te lange ellepijp. De beschadiging geeft klachten aan de pols aan de kant van de pink. De klachten kunnen zijn:

  • pijn aan de pols bij kracht zetten, bij opdrukken uit een stoel of bij het draaien van de pols
  • aan de kant van de pink kan het bot iets meer uitsteken

De behandeling van een TFCC-letsel is afhankelijk van:

  • de oorzaak
  • de ernst van het letsel
  • wanneer het letsel wordt ontdekt

De plastisch chirurg onderzoekt de pijnlijke plekken van uw hand en pols. U krijgt een röntgenfoto. Soms volgt een MRI of een kijkoperatie.

Soorten behandelingen van TFCC

Er bestaan verschillende methoden om TFCC te behandelen. De plastisch chirurg bespreekt met u welke techniek voor u het best is.

Gips

6 weken gips om de onderarm en bovenarm en daarna 2 tot 6 maanden handtherapie

Spalk en handtherapie

  • U draagt 2 tot 3 maanden een spalk. U heeft in deze periode ook handtherapie.
  • Door de spalk kunt u uw pols niet bewegen. U heeft dan minder pijn. Als u de spalk niet draagt en uw pols gebruikt komen de klachten terug.
  • Informeer bij uw zorgverzekeraar of u verzekerd bent als u met een spalk fietst of autorijdt.

Pijnstillers

U slikt pijnstillers zoals ibuprofen of diclofenac.

Corticosteroïden injectie

  • Een injectie met corticosteroïden kan een ontsteking in een gewricht rustiger maken. U heeft dan minder pijn en u kunt dan ook beter bewegen.
  • De injectie werkt niet direct. Na 3 weken merkt u vaak effect. Als de injectie niet voldoende helpt, krijgt i soms opnieuw een injectie.
  • De plastisch chirurg geeft de injectie op de polikliniek. U kunt daarna meteen naar huis.

Kijkoperatie pols of polsscopie

Bij een kijkoperatie van de pols kan de plastisch chirurg beoordelen of er schade is aan het TFCC. Soms kan de plastisch chirurg meteen de schade herstellen. Soms is na de kijkoperatie een andere operatie TFCC nodig.
Een kijkoperatie van de pols heet ook wel een polsscopie.

Operatie TFCC

Er zijn verschillende soorten operaties. De gekozen soort operatie hangt af van de ernst van de schade aan het TFCC. De arts bespreekt met u welke methode het meest geschikt is.

Zo bereidt u zich voor op de operatie

Rookt u? Voor uw herstel is het beter om te stoppen met roken rond de operatie.
Als u niet rookt heeft u minder kans op complicaties zoals een ontsteking.
Stop als het kan 6 weken voor uw operatie met roken.
Rook niet tot minstens 6 weken na de operatie.
Kijk voor meer informatie op de webpagina: Roken en een operatie.
  • De voorbereiding is afhankelijk van de soort verdoving die u krijgt. U bespreekt dit met uw zorgverlener.
  • Soms is het nodig dat u nuchter bent. Nuchter zijn betekent dat u niets mag eten en drinken vanaf een bepaald moment tot aan uw onderzoek of operatie. Uw zorgverlener vertelt u of het nodig is dat nuchter naar het ziekenhuis komt.
  • Gebruik op de dag van de operatie geen bodylotion of crème.
  • Draag op de dag van de operatie geen sieraden of piercings.
  • Draag op de dag van de operatie geen nagellak.
  • Als u na de operatie naar huis gaat, kunt u nog wat pijn hebben. Zorg daarom dat u voor de operatie paracetamol in huis heeft.
  • Zorg dat iemand u komt ophalen na de operatie.

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

Voor de operatie krijgt u een verdoving. Dit kan een plaatselijke verdoving of narcose zijn.

De operatie

  • De arts maakt een snee in uw pols.
  • De arts doet de operatie die met u is afgesproken. Soorten operaties:
    • Hechten van TFCC met kleine metalen onderdelen.
    • Nieuw TFCC maken met weefsel van een pees uit uw lichaam met of een prothese.
    • Korter maken van de ellepijp. Dit heet de Wafer procedure.
  • De plastisch chirurg sluit de wond met oplosbare hechtingen.
  • De operatie kan 30 minuten tot enkele uren duren.

Na de operatie

  • Na de operatie krijgt u meteen gips vanaf uw pols tot uw bovenarm.
  • Na een operatie in een operatiekamer gaat u een tijdje naar de uitslaapkamer om wakker te worden. De uitslaapkamer heet Recovery. De zorgverleners controleren uw hart, bloeddruk en ademhaling. Als het nodig is, krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als de controles goed zijn, brengt een verpleegkundige u naar de verpleegafdeling.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

  • Als u zich goed voelt, mag u na de operatie meteen naar huis.
  • Zelf autorijden, fietsen of reizen met het openbaar vervoer raden wij af. Vraag of iemand u naar huis brengt.
  • U kunt nog enkele uren een verdoofd gevoel in uw hand hebben.

Adviezen voor thuis

  • Houd de eerste dagen uw hand hoog. Door uw hand hoog te houden is er minder kans op een zwelling.
  • Leg uw hand in de nacht op een kussen.
  • Het gips moet droog blijven. Gebruik tijdens het douchen een plastic zak om het gips.
  • U krijgt adviezen over wanneer en hoe u uw hand en arm mag gebruiken. Een handtherapeut kan u hierbij helpen.
  • Gebruik de eerste maanden een zonnebrandcrème op het litteken.
  • Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken. Gebruik maximaal 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. Doe dit maximaal 7 dagen.

Oefeningen voor thuis

Als u met de arts heeft afgesproken dat u moet oefenen, volg dan de volgende instructies:

  • Het is belangrijk om uw vingers te bewegen. Zo worden uw vingers minder stijf.
  • Probeer de oefeningen 5 keer per dag te doen. Herhaal elke oefening 10 keer.
  • Als het goed gaat, mag u ook vaker oefenen.

Oefening: Beweeg uw hand zoals op het plaatje is te zien van een gestrekte hand naar een vuist en weer terug. Let op dat u geen kracht zet. Als het nodig is, kunt u de vinger helpen te buigen met uw andere hand.

Zo gaat het verder

  • U heeft 1 tot 2 weken na de operatie een afspraak voor controle op de polikliniek.
  • Zo nodig verwijdert de plastische chirurg de schroefjes, pennetjes en plaatjes.
  • Hoelang u gips moet dragen, hangt af van de soort operatie.
  • Na enkele weken kunt u nieuw gips krijgen. Het gips is korter. U kunt dan uw arm beter gebruiken.
  • U start ongeveer 6 weken na de operatie met handtherapie.
  • U heeft ongeveer een halfjaar handtherapie.

Complicaties

Heel soms kan er pijn blijven bestaan of heeft u geen gevoel op de plaats van de operatie. Ook kan u extra gaan zweten op het plek van de operatie. De handtherapeut of arts behandelt u dan.

Het resultaat

  • Uw hand en pols zijn de eerste weken dik en stijf.
  • Het hangt af van de soort operatie hoe goed hand of pols herstelt.
  • Soms groeien de botjes niet goed aan elkaar. Ook kan gebeuren dat de botjes in een verkeerde stand aan elkaar groeien. Dan is vaak nog een extra operatie nodig.
  • Handtherapie helpt bij het herstel.
  • Het draaien van de onderarm en het strekken en buigen van de pols, kan na een TFCC operatie stijver zijn. Soms blijft het zo bestaan.
  • Soms heeft u een tijdje minder gevoel aan de bovenkant van de pink. Er is dan schade aan een zenuw. Soms gaat het niet meer over.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij deze operatie bestaat een kleine kans op een nabloeding of een ontsteking. De plek van de operatie kan na de behandeling blauw kleuren en wat dikker worden. Dit trekt meestal binnen een paar weken vanzelf weg.

Bel meteen met de afdeling Plastische Chirurgie als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • U heeft meer dan 38,5 graden koorts.
  • U denkt dat uw wond ontstoken is. De wond is rood en warm of de plek om de wond is dik.
  • U heeft veel pijn.
  • De wond geneest niet goed.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Plastische Chirurgie, locatie Oost, P4
020 510 86 70 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Als de polikliniek niet bereikbaar is, belt u met klachten die echt niet kunnen wachten naar verpleegafdeling B5.

Verpleegafdeling Plastische Chirurgie, locatie Oost, B5
020 599 25 03 (dag en nacht bereikbaar)

Is de situatie levensbedreigend, bel dan 112.

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Plastische, reconstructieve, en handchirurgie van OLVG. Laatst gewijzigd: