home

TVT-O operatie : bij ongewild urineverlies bij inspanning

Ongewild urine verliezen bij inspanning heet ook wel inspanningsincontinentie. U kunt dan een behandeling krijgen. Een behandeling bij ongewild urineverlies bij inspanning is de TVT-O operatie. Hierbij plaatst de arts een soort netje in uw bekken. Hierdoor stroomt urine minder makkelijk uit uw blaas.

Over de TVT-O operatie

Ongewild urineverlies heet ook wel incontinentie. Er zijn verschillende soorten incontinentie. Als u urine verliest bij inspanning, dan heet het inspanningsincontinentie. 
Ongewild urineverlies kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een zwakke bekkenbodem.
Als u veel last heeft van ongewild urineverlies bij inspanning kunt u een TVT-O operatie krijgen. Bij de TVT-O operatie plaatst de arts een soort netje bij uw plasbuis. Dit netje duwt op uw blaas en plasbuis. Er staat dan minder druk op de blaas. Als er minder druk op de blaas staat, kunt u uw urine beter ophouden. 

Zo bereidt u zich voor

  • U vult een vragenlijst in via patiëntenportaal MijnOLVG als voorbereiding op uw behandeling of onderzoek. Daarna hoort u welke soort verdoving u krijgt.
    Meestal hoort u dit online via MijnOLVG. Heel soms is een telefonische afspraak of een bezoek aan de polikliniek Anesthesiologie nodig. Een medewerker van de afdeling Anesthesiologie neemt dan contact met u op.
    Kijk voor meer informatie op de webpagina: Verdoving bij een onderzoek of operatie.
  • Gebruikt u bloedverdunners of andere medicijnen? Of bent u bent u allergisch voor bepaalde medicijnen of jodium? Geef dit dan aan via MijnOLVG. Doe dit zo snel mogelijk.
    Als u MijnOLVG niet gebruikt, overleg dan met uw arts.
    Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
  • Voor uw eigen veiligheid moet u voor uw behandeling of onderzoek nuchter zijn.
    U krijgt hiervoor instructies van een medewerker van de afdeling Anesthesiologie.
    Voor meer informatie kunt u ook alvast kijken op de webpagina Verdoving bij een onderzoek of operatie. 

Zo gaat de operatie

Voor de operatie

  • U krijgt een infuus in uw arm. Via het infuus krijgt u antibiotica. 
  • Soms krijgt u een medicijn waar u rustig van wordt. 
  • Als u een volledige verdoving krijgt, dan krijgt u een infuus in uw arm. Via het infuus krijgt u een slaapmiddel.
  • Als u een plaatselijke verdoving krijgt, dan krijgt u een ruggenprik. U voelt uw benen en buik dan tijdelijk niet meer.

De operatie

  • De arts maakt een kleine snee boven in uw vagina. De arts maakt ook 2 kleine sneetjes in uw liezen. Door deze sneetjes kan de arts het bandje plaatsen.
  • De arts plaatst het bandje onder uw plasbuis. Het bandje groeit vanzelf vast. 
  • Als het bandje op de juiste plek zit, sluit de arts de sneetjes. Hiervoor krijgt u hechtingen. De hechtingen lossen vanzelf op.
  • Tijdens de operatie kan uw blaas beschadigd raken. De arts herstelt dit tijdens de operatie. U blijft dan langer in het ziekenhuis. 
  • Tijdens de operatie kunt u een bloeding krijgen. Vaak stopt de bloeding vanzelf. Als dit niet zo is, maakt de arts een grotere snee in de huid om de bloeding te stoppen.\
  • De operatie duurt 15 tot 30 minuten. 

Na de operatie

  • Na de operatie moet u zo snel mogelijk gaan plassen.
  • Als u een paar keer geplast heeft, kijkt de verpleegkundige met een echo of u de blaas goed kunt legen tijdens het plassen. Als u nog niet goed u uw blaas kunt legen, krijgt u een katheter. Een katheter is een dun slangetje in uw blaas. Via de katheter stroomt uw urine naar een opvangzakje.
  • Soms krijgt u een bloedverdunner via een injectie in uw buik of been. Hierdoor heeft u minder kans op een bloedprop. U krijgt elke dag een injectie zolang u in het ziekenhuis ligt.

Opleiden zorgverleners in OLVG

OLVG biedt kansen aan de zorgverleners van de toekomst. Nieuwe zorgverleners zijn hard nodig.
Arts-assistenten, zorgverleners en zorgverleners in opleiding kijken mee en doen zelf onderzoeken en behandelingen.  Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een zorgverlener met ervaring.
Zo kan OLVG patiënten ook in de toekomst de juiste zorg blijven bieden.

Uitstel van uw operatie of behandeling

Heel soms gebeurt het dat uw operatie of uw behandeling niet kan doorgaan.
Bijvoorbeeld door een onverwachte situatie. Of als een andere patiënt spoedeisende hulp nodig heeft. U krijgt dan zo snel mogelijk een nieuwe afspraak.

Naar huis

Meestal blijft u 1 nacht in het ziekenhuis. De arts bespreekt met u wanneer u naar huis kunt. 

Zo gaat het verder

  • Als u een katheter heeft wanneer u naar huis gaat, dan komt u na ongeveer 1 week terug naar het ziekenhuis. De verpleegkundige verwijdert dan de katheter.
  • Ongeveer 6 weken na de operatie heeft u een afspraak op de polikliniek Gynaecologie. 

Adviezen voor thuis

  • Doe het na de operatie rustig aan.
  • Na 1 week kunt u weer rustig activiteiten in het huishouden doen, zoals koken en afwassen. Wacht met tillen of zware activiteiten tot 6 weken na de operatie.
  • Wacht ongeveer 4 weken met werken. Als u veel zware activiteiten doet voor werk, is het beter om langer te wachten met werken. Bespreek dit voor uw operatie met de gynaecoloog en de bedrijfsarts.
  • Drink 1,5 tot 2 liter per dag.
  • Wacht met seks tot na uw afspraak in het ziekenhuis. 
  • Soms krijgt u na een operatie toch weer klachten van een verzakking. Neem dan contact op met de huisarts. 

Risico’s 

  • Er is een kans dat de operatie niet helpt. U blijft dan ongewild urine verliezen. 
  • U kunt een blaasontsteking krijgen na de operatie. U heeft dan pijn bij het plassen. U moet ook vaker plassen. Voor de operatie krijgt u antibiotica zodat u geen blaasontsteking krijgt.
  • U kunt moeite hebben met het legen van uw blaas. Dit komt doordat de blaas en plasbuis op een nieuwe plek liggen. Als u hier last van heeft, krijgt u een katheter of leert u hoe u zelf een katheter kan plaatsen. Vaak gaan de klachten vanzelf weg. 
  • U kunt het gevoel krijgen dat u vaak moet plassen. Vaak gaan de klachten vanzelf weg.
  • U kunt een last krijgen van een schimmel in de vagina. U heeft dan jeuk rond de vagina. Ook kunt u pijn hebben bij het plassen. U kunt ook uw vagina met water spoelen tijdens het plassen. Neem contact op met de huisarts als u deze klachten heeft. Vaak kunt u een medicijn krijgen.

Wanneer moet u ons bellen?

Iedere operatie heeft risico’s. Bij een TVT-O operatie bestaat een kleine kans op een blaasontsteking, bloeding of ongewild urineverlies.
Bel meteen de polikliniek Gynaecologie als u meer dan 38,5 graden koorts heeft.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.

Polikliniek Bekkenbodemcentrum, locatie Oost, P1, P3, HAP (op dinsdag)
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Bekkenbodemcentrum, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 8.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie Oost, P1
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

Polikliniek Gynaecologie, locatie Spuistraat
020 599 91 11 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Bekkenbodemcentrum Amsterdam van OLVG. Laatst gewijzigd: