Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Het doel van de training is dat uw kind leert om de blaas goed leeg te plassen en droog te blijven. De training vraagt veel van uw kind. Uw kind moet heel erg zijn best doen en vooral doorzetten. Het is belangrijk dat de ouders of verzorgers het kind steunen en blijven steunen.
Als het een langere tijd niet lukt om droog te blijven, kan een kind hier aan gewend raken en doen alsof het probleem niet bestaat. Het heet ‘ontwijkhouding’ als een kind een probleem negeert. Kinderen luisteren niet meer naar de seintjes van de blaas en merken bijna niet meer dat ze in hun broek plassen.
Tijdens de training leert uw kind deze houding te veranderen. Uw kind leert het probleem op te lossen in plaats van het uit de weg te gaan.
Trainen van de blaas heet urotherapie. Dit is een blaastraining voor plasproblemen door een urotherapeut. De urotherapeut is een gespecialiseerde zorgverlener.
De onderwerpen van de training zijn onder andere:
Uw kind doet de opdrachten van de training helemaal zelf. Uw kind heeft uw hulp nodig om de opdrachten vol te houden. Hoeveel hulp en controle er nodig is, heeft te maken met de leeftijd van het kind en met het kind zelf.
Het leren plassen kan op een sport lijken of op een soort wedstrijd tussen uw kind en de blaas. Wees de supporter en moedig uw kind aan om de oefeningen zo goed mogelijk te doen. Blijf positief en geloof dat het uw kind dit keer gaat lukken om tijdens de dag droog te blijven. Laat dit ook duidelijk merken. Uw steun is erg belangrijk voor uw kind.
De volgende opdrachten zijn voorbeelden. Niet ieder kind krijgt dezelfde opdracht.
Tijdens de training leert uw kind te voelen wanneer hij moet plassen. Uw kind beslist zelf wanneer hij naar de wc gaat. U hoeft uw kind niet te sturen.
Wel mag u uw kind helpen, bijvoorbeeld via een geheimtaal. Vraag aan uw kind ‘1-2-3’. Uw kind denkt dan vanzelf zoals geleerd in de training: ‘moet ik wel of moet ik nie(t)’?
Uw kind moet na uw vraag goed nadenken, voelen en zelf beslissen om wel of niet te gaan plassen.
Uw kind moet bij ieder wc-bezoek controleren of de onderbroek nog droog is. U kijkt af en toe mee. Een natte plek kleiner dan 2 euro, is nog droog.
Als de onderbroek toch nat is, praat hier dan over met uw kind. Toon interesse en stel vragen, zoals:
Als uw kind begrijpt hoe het komt dat de onderbroek nat is, kan dat helpen om de volgende keer beter op te letten.
Het is belangrijk dat u iedere dag de training bespreekt. U kunt helpen door uw kind te leren begrijpen waarom het soms wel lukt om droog te blijven. Van alleen lijsten invullen leert uw kind niet veel. Denk aan sport: ook bij een verloren wedstrijd speelt iemand beter als de supporters blijven juichen!
Word niet boos en maak geen ruzie. Help uw kind door mee te denken en spreek uw kind moed in. Help uw kind om de wedstrijd te winnen!
Onderstaande adviezen kunnen u helpen om uw kind zo goed mogelijk te ondersteunen. U kunt ook een afspraak maken met de urotherapeut voor een gesprek of als u vragen heeft.
Uw kind wil niet naar de wc gaan, terwijl u het idee heeft dat uw kind moet plassen.
Uw kind raakt geïrriteerd als u 123 zegt, en zegt meteen ‘nee’.
Uw kind was langere tijd droog en is nu weer regelmatig nat.
Neem de spelregels nog eens door met uw kind. Ga na of er iets bijzonders is gebeurd. Als dat zo is, geef dit dan door aan de urotherapeut.
Een flinke natte plek is opgedroogd.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG of per e-mail. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie Oost, P4
020 599 30 38 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl
Polikliniek Kindergeneeskunde, locatie West, route 32
020 510 88 90 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
kinderpoli@olvg.nl