home

Uw naaste op de Intensive Care : algemene informatie

Uw naaste is opgenomen op de Intensive Care. De afkorting voor Intensive Care is IC. Op de Intensive Care zorgen artsen en verpleegkundigen goed voor uw naaste. Artsen en verpleegkundigen hebben ook veel contact met u. Omdat de zorg voor patiënten op de Intensive Care intensief is, gelden er soms speciale regels.

De Intensive Care

Op de Intensive Care behandelen we patiënten die een intensieve behandeling nodig hebben. Bijvoorbeeld na een operatie, ziekte of ongeluk. Met de hulp van verschillende apparaten letten we dag en nacht op de patiënten. Als het nodig is, kunnen we de patiënten snel helpen.

  • Als 1 of meerdere lichaamsfuncties uitvallen, behandelen we deze met medicijnen en soms met speciale apparatuur voor zover mogelijk.
  • Er is altijd een arts aanwezig op de afdeling.
  • Elke verpleegkundige verzorgt 1 of 2 patiënten. Doordat verpleegkundigen elkaar aflossen is er altijd, dag en nacht, iemand in de buurt.
  • Verschillende apparaten meten nauwkeurig hoe het met de patiënt gaat.

De eerste dagen

Toen uw naaste ineens erg ziek werd, is hij naar de Intensive Care gebracht. De eerste dagen heeft het lichaam tijd nodig om te herstellen. Soms is het nodig om medicijnen toe te dienen om het lichaam rust te geven.

Naar een andere Intensive Care

Voor de juiste behandeling is het soms nodig dat uw naaste naar de Intensive Care van een ander ziekenhuis gaat. Het kan zijn dat een ander ziekenhuis beter de behandeling kan doen die uw naaste nodig heeft.

Vertegenwoordiger en contactpersoon

Artsen en verpleegkundigen begrijpen heel goed dat u vragen heeft over de situatie van uw naaste. Zij mogen van de wet niet met iedereen informatie over patiënten delen. Artsen en verpleegkundigen delen informatie over patiënten alléén met de vertegenwoordiger of de contactpersoon.

Vertegenwoordiger

Een patiënt op de Intensive Care kan vaak niet zelf opkomen voor zijn belangen. Bijvoorbeeld als een patiënt in slaap gehouden wordt. Als een patiënt niet zelf kan opkomen voor zijn belangen, dan heeft een patiënt een vertegenwoordiger nodig. Een vertegenwoordiger komt op voor de belangen van de patiënt. Een patiënt kan maar 1 vertegenwoordiger hebben.

Volgens de wet mogen de volgende personen vertegenwoordiger zijn:

  • curator of mentor (door de rechter benoemd)
  • schriftelijk gemachtigde
  • echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel
  • ouder, kind, broer of zus.

Andere personen kunnen geen vertegenwoordiger zijn.

Artsen en verpleegkundigen informeren de vertegenwoordiger over de situatie van de patiënt. De vertegenwoordiger kan dag en nacht vragen hoe het met de patiënt gaat.
De vertegenwoordiger informeert andere familie en vrienden van de patiënt. Het is prettig als de vertegenwoordiger zorgt dat er niet te veel bezoekers per dag komen.

Contactpersoon

De contactpersoon is vaak dezelfde persoon als de vertegenwoordiger. Maar dat hoeft niet.
Als er geen vertegenwoordiger is, kan iemand anders de contactpersoon van de patiënt zijn. Bijvoorbeeld een buurvrouw of vriend van de patiënt. Een patiënt kan maximaal 2 contactpersonen hebben.

De contactpersoon kan de Intensive Care altijd bellen met vragen. Bijvoorbeeld:

  • Hoe voelt de patiënt zich?
  • Hoe heeft de patiënt geslapen?
  • Is de patiënt al wakker?
  • Is de patiënt al uit bed geweest?

Als het nodig is, informeren artsen en verpleegkundigen de contactpersoon over de situatie van de patiënt. De contactpersoon informeert andere familie en vrienden van de patiënt.

Uw naaste bezoeken

Bezoektijden en bezoekregels

De bezoektijden en bezoekregels van de Intensive Care vindt u op de webpagina: Bezoektijden van OLVG.

Wat kunt u meenemen voor de patiënt?

  • Toiletartikelen, zoals een kam, zeep, tandpasta, tandenborstel, scheerspullen, deodorant en bodylotion.
  • Pantoffels zonder gladde zool. Makkelijk aan te trekken schoenen kan ook.
  • Een mobiele telefoon of tablet voor muziek.
  • De bril, het gebit of het gehoorapparaat van de patiënt.
  • Een foto van familie of vrienden bij het bed kan prettig zijn voor de patiënt.
  • Eten of drinken voor de patiënt. Dit mag alleen in overleg met de verpleegkundige. Fruit meenemen mag niet. Bespreek het met de verpleegkundige als u eten of drinken mee wilt nemen. Hier gelden regels voor.

Het is niet nodig om kleding mee te brengen. De patiënt krijgt speciale kleding van het ziekenhuis. Eigen kleding is niet handig, omdat de patiënt vastzit aan slangetjes en apparaten.

Familiekamer

De familiekamer is een kamer op de Intensive Care waar u met familie en vrienden samen kunt zijn. Ook kunt u er even wachten als de verpleegkundige uw naaste verzorgt. Soms voert de arts een gesprek met de familie in een familiekamer.

Blijven slapen

Soms gaat het met uw naaste zo slecht, dat u in de buurt wilt blijven. Bespreek met de verpleegkundige of u kunt blijven slapen. U kunt niet zonder overleg blijven slapen in de familiekamer.

Kinderen op bezoek

Kinderen mogen op bezoek komen, maar alleen als er een volwassene bij is. Een bezoek aan de Intensive Care kan spannend zijn. Bereid het kind goed voor op zijn bezoek aan de IC. Tips hoe u dit kunt doen leest u op de webpagina: Kind op bezoek op de Intensive Care.

Goed om te weten

  • Uw naaste kan er anders uitzien dan u gewend bent. Als uw naaste bijvoorbeeld vocht vasthoudt, ziet hij er opgezwollen uit. Het vocht verdwijnt vanzelf, als uw naaste weer beter wordt.
  • Veel patiënten op de Intensieve Care raken ineens verward. Dit heet een delier. U leest hier meer over op de webpagina: Acute verwardheid.
  • Soms is een patiënt onrustig of verward. De patiënt kan dan een slangetje of infuus uit zijn lichaam trekken. Omdat de patiënt het slangetje of infuus wel nodig heeft, moeten we de armen van de patiënt soms vastmaken aan het bed. Zodra het kan, maakt de verpleegkundige de armen van de patiënt weer los.
  • De verpleegkundige vertelt uw naaste vaak wat er gebeurt. De verpleegkundige vertelt dat ook als uw naaste slaapt. Uw naaste hoort geluiden en voelt dat iemand hem aanraakt. Uw naaste herinnert zich dat later vaak niet.

Regels op de Intensive Care

Op de Intensive Care gelden regels. Die regels zijn er voor de veiligheid. Sommige regels zijn om te zorgen dat patiënten op de Intensive Care geen infectie krijgen.

  • Blijf van alle apparaten en slangetjes af. Dit is in het belang van uw naaste.
  • Als u komt of weggaat, moet u uw handen insmeren met desinfectiemiddel. Desinfectiemiddel vindt u bij de deuren en op de patiëntkamers.
  • U mag uw naaste niet zomaar eten of drinken geven. Overleg altijd met de verpleegkundige.
  • Aan het bed van een patiënt zitten bedhekken. Bedhekken zorgen dat een patiënt niet uit bed kan vallen. Als de bedhekken tijdens uw bezoek omlaag zijn gedaan, zeg dat dan tegen de verpleegkundige als u weggaat. De verpleegkundige doet de bedhekken weer omhoog.
  • Het is belangrijk dat het rustig blijft op de IC. We vragen u daarom om naar buiten te lopen als u even moet bellen.
  • Op de Intensive Care hoort u soms een alarm. Niet elk alarm is erg. Als er een alarm afgaat, komt de verpleegkundige kijken wat er aan de hand is.
  • Neem geen bloemen mee.
  • Laat waardevolle spullen thuis. Als u iets kwijtraakt, is het ziekenhuis niet aansprakelijk.

Gesprek met de arts

Acute opname

Wanneer de patiënt op de Intensive Care is, heeft de arts zo snel mogelijk een gesprek met de vertegenwoordiger van de patiënt. Minimaal 1 keer per week bespreekt de arts met de patiënt en vertegenwoordiger hoe het gaat. Ook vertelt de arts wat hij verwacht dat er gaat gebeuren. De eerste dagen heeft u vaker een gesprek.

Langere opname

Bij een langer verblijf op de Intensive Care proberen we u een vaste contactpersonen te geven vanuit de IC. Vaak is dit 1 arts en 1 verpleegkundige of 1 verpleegkundig specialist. U leest hier meer over op de webpagina: Langere opname op de Intensive Care.

Extra gesprek

Als u een extra gesprek met de arts wilt, bespreek dat dan met de verpleegkundige. De verpleegkundige kan een afspraak voor een gesprek voor u maken. We adviseren u om iemand mee te nemen naar dit gesprek: 2 horen meer dan 1.

Hulp

Geestelijke verzorging

Een opname op de Intensive Care kan veel vragen of gedachten bij u oproepen. Als u graag met een van onze geestelijk verzorgers wilt praten, kunt u contact opnemen met Geestelijke Verzorging. Het telefoonnummer van Geestelijke Verzorging is 020 599 24 94. U kunt ook vragen of de verpleegkundige contact voor u wil opnemen.
Meer informatie kunt u lezen op de webpagina: Geestelijke verzorging.

Van de Intensive Care naar de verpleegafdeling

De arts kijkt of en wanneer de patiënt naar een verpleegafdeling kan. Als de patiënt naar een verpleegafdeling mag, laat de arts of verpleegkundige dat altijd aan de vertegenwoordiger weten.

Nazorg: terugkomen naar de Intensive Care

Voor uw naaste is het heftig om op de Intensive Care te zijn. Ook voor u kan het moeilijk zijn dat uw naaste op de Intensive Care is.
De zorg voor onze patiënten stopt wat ons betreft niet bij de klapdeuren van de Intensive Care.
Soms is het nuttig om de Intensive Care bezoeken als u al een tijdje thuis bent. Dit kan helpen bij de verwerking.
Patiënten en hun naasten zijn altijd welkom.
Tijdens een nazorggesprek kunt u al uw vragen stellen aan een verpleegkundig specialist of arts van de Intensive Care.
Neem contact op met de Intensive Care om een afspraak te maken.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? De vertegenwoordiger of contactpersoon van de patiënt kan de Intensive Care altijd bellen.

Intensive Care, locatie Oost
020 599 30 07 (dag en nacht bereikbaar)

Intensive Care, locatie West, route 26
020 510 87 19 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Intensive Care van OLVG. Laatst gewijzigd: