Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Als u tussen de 40 en 60 jaar bent, heeft u bijna geen eicellen meer over. U komt dan in de overgang. Na een tijd wordt u niet meer ongesteld.
Als u geen eicellen meer heeft voordat u 40 jaar bent, dan wordt u niet meer ongesteld. Dit heet vervroegde overgang of POI. POI is de afkorting voor premature ovariële insufficiëntie.
Als u niet meer ongesteld wordt, kunt u ook niet meer zwanger worden zonder behandeling.
1 op de 100 vrouwen heeft POI voordat zij 40 jaar zijn. 1 op de 1000 vrouwen heeft POI voordat zij 30 jaar zijn.
Als u niet ongesteld wordt, kunt u waarschijnlijk ook geen kinderen krijgen. Sommige vrouwen met POI hebben heel soms nog wel een eisprong. Deze vrouwen worden vaak onregelmatig ongesteld. Er is dan een kleine kans op een zwangerschap.
5 tot 10 procent van de vrouwen met POI wordt zwanger. Als u niet zwanger wilt worden, kunt u anticonceptie gebruiken.
Er zijn verschillende oorzaken van POI:
Vaak kan de arts geen oorzaak vinden. Bij ongeveer 70 procent van de vrouwen is de oorzaak van POI niet duidelijk.
Als u jonger dan 40 jaar bent en bijna niet meer ongesteld wordt, krijgt u een bloedonderzoek. De arts bekijkt de hoeveelheid FSH, LH, oestradiol en progesteron in uw bloed. Dit zijn hormonen. Als u veel FSH en LH heeft, en weinig oestradiol en progesteron, dan heeft u POI. U heeft meestal 1 bloedonderzoek nodig.
Als u een paar keer per jaar ongesteld wordt, heeft u vaker een bloedonderzoek nodig. Dit komt omdat de hoeveelheid hormonen in uw bloed verandert als u ongesteld bent. Het is dan niet zeker of u POI heeft. Soms onderzoekt de arts ook hoe goed uw schildklier werkt.
Als u POI heeft, kunt u last krijgen van zwakke botten. Soms krijgt u een onderzoek naar de dichtheid van uw botten. Dit heet een DEXA-meting.
Door de vervroegde overgang kunt u verschillende klachten krijgen. Sommige klachten krijgt u snel, andere klachten krijgt u pas lange tijd na de laatste keer dat u ongesteld bent geworden.
Bij POI krijgt u dezelfde klachten die u zou krijgen bij de overgang. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van opvliegers, nachtzweten, pijn tijdens het vrijen en pijn bij het plassen. Soms krijgt u ook last van stemmingswisselingen, een droge huid of pijnlijke gewrichten.
Als u zwanger wilt worden met POI, kunt u ivf met eiceldonatie proberen. U gebruikt dan een eicel van een donor. U lees meer hierover op de webpagina: IVF.
Een vrouw doneert eicellen aan u. In het laboratorium worden deze eicellen bevrucht door de zaadcellen van uw partner. Als een eicel bevrucht is, plaatst de arts de bevruchte eicel in uw baarmoeder.
U moet zelf een eiceldonor zoeken.
Door de overgang kunnen uw botten zwakker worden. Om te zien hoe sterk uw botten zijn, kan de arts de dichtheid van uw botten meten met een DEXA-meting. Als uw botten nog sterk genoeg zijn, dan controleert de arts de dichtheid van uw botten 1 keer per jaar of 1 keer per 2 jaar. Als uw botten zwakker zijn geworden kunt u medicijnen krijgen. De arts bespreekt dit met u.
Met POI heeft u iets meer kans op hart- en vaatziekten. Soms verwijst uw arts u door om extra onderzoek te doen.
Gezond leven helpt vaak bij de klachten die u tijdens de overgang krijgt. Probeer gezond te eten, veel te bewegen en niet te roken. Hierdoor heeft u ook minder kans op zwakke botten of hart- en vaatziekten.
Eet producten waar veel calcium in zit, zoals melk en kaas. Als u niet veel calcium binnen krijgt via uw eten, kunt u calciumtabletten kopen bij de drogist.
Het is ook verstandig om vitamine D te gebruiken. U kunt vitamine D zelf kopen bij een drogist.
Als u veel overgangsklachten heeft, kunt u medicijnen krijgen. Er zijn medicijnen zonder of met hormonen. Medicijnen met hormonen hebben vaak bijwerkingen. Als u medicijnen met hormonen gebruikt heeft u ook een iets grotere kans op borstkanker dan bij medicijnen zonder hormonen.
Als u stopt met de medicijnen, komen de klachten terug.
POI kan zwaar zijn. Erover praten kan helpen. U kunt steun vinden bij de patiëntenvereniging Freya.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de polikliniek via MijnOLVG. Op werkdagen kunt u ook bellen.
Polikliniek Gynaecologie, locatie Oost, P1
020 599 34 80 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Gynaecologie, locatie West, route 22
020 510 88 88 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek VEVO, locatie Oost, P1
020 599 34 81 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)
Polikliniek Fertiliteit, locatie West, route 22
020 510 86 14 (op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur)