Voedingsadvies bij hartfalen : drinken en zout

Als u last van hartfalen heeft, pompt uw hart minder goed bloed door uw lichaam. Hierdoor kan uw lichaam vocht vasthouden. Als uw lichaam vocht vasthoudt, kan ademhalen moeilijk zijn. Om te zorgen dat uw lichaam niet te veel vocht vasthoudt, krijgt u medicijnen. Ook moet u minder zout gebruiken en minder drinken. 

Minder drinken

Uw lichaam heeft vocht nodig. Als uw lichaam te weinig vocht krijgt, kunt u uitdrogen. 
Als uw lichaam te veel vocht krijgt, kan uw lichaam vocht gaan vasthouden.

Als u hartfalen heeft, moet uw lichaam niet te veel vocht vasthouden. U krijgt soms een vochtbeperking. Een vochtbeperking betekent dat u in 24 uur een maximale hoeveelheid vocht mag gebruiken.

Het is belangrijk dat u niet meer, maar ook niet minder vocht gebruikt dan met u is afgesproken. Heeft u een vochtbeperking van 1,5 liter per dag? Dan moet u ervoor zorgen dat u die 1,5 liter vocht gebruikt, omdat u anders gaat uitdrogen

Minder zout

In zout zit natrium. Hoe meer natrium u in uw lichaam heeft, hoe meer vocht uw lichaam vasthoudt. Daarom is het belangrijk dat u geen zout aan uw eten toevoegt. In het ziekenhuis krijgt u eten zonder zout. Thuis moet u hier zelf op letten.

Drinken

U kunt zelf bijhouden hoeveel vocht u elke dag gebruikt.

1 liter is hetzelfde als 1000 ml.

Tip: Kijk hoeveel water er in uw glas past. Dan kunt u uitrekenen hoeveel glazen u moet gebruiken. Als u een vochtbeperking heeft van 1,5 liter, of 1500 ml, mag u dagelijks 10 kleine glazen van 150 ml gebruiken. 

Al het vloeibare eten en drinken telt mee

U houdt de hele dag bij hoeveel vocht u gebruikt. U moet bijvoorbeeld het vocht uit deze producten allemaal meetellen:

• water
• koffie
• thee
• limonade
• zuivelproducten, zoals vla, yoghurt en pap
• soep
• bouillon

Fruit

Het eerste stuk fruit dat u op een dag eet, hoeft u niet mee te tellen.

Elk volgend stuk fruit telt mee als 100 ml vocht. 
Als u bijvoorbeeld 3 stuks fruit op een dag eet, telt u 2 keer 100 = 200 ml vocht mee.

U kunt al het verschillende vloeibare eten en drinken dat u in het ziekenhuis krijgt rekenen als 1 glas drinken van 150 milliliter.

Als u in het ziekenhuis bent, kunt u 6 keer per dag iets te eten of drinken bestellen. Bestel 1 drankje per keer. Daarnaast kunt u dan bijvoorbeeld nog soep, yoghurt of een toetje bestellen.

Het vloeibare eten en drinken dat u gebruikt om uw medicijnen in te nemen telt ook mee. Sommige medicijnen hoeft u niet met water in te nemen. U mag ze soms innemen met pap, vla, yoghurt of moes. Bespreek met uw arts en uw verpleegkundige hoe u uw medicijnen kunt innemen.

Let thuis ook op uw vochtbeperking. Hiervoor geldt hetzelfde als in het ziekenhuis. 
Let ook op uw zoutgebruik. Als u minder zout gebruikt, kan het eten minder sterk smaken. Dit kan een paar weken duren. 

Tips

• Voeg geen zout toe tijdens het bereiden van uw eten.
• Gebruik kruiden en specerijen om meer smaak aan gerechten te geven.
• Strooi geen zout over uw eten.
• Eet geen producten die van zichzelf erg zout zijn.
• Pas op met kant en klare producten. Hier zit vaak veel zout in.
• Gebruik geen smaakmakers, zoals bouillon, ketjap, Maggi.
• Gebruik dieetzout waarbij natrium vervangen is door magnesiumzout of ammoniumzout. U mag geen dieetzout gebruiken waar kalium in zit. Dieetzout is verkrijgbaar bij reformzaken, drogisterijen en grote supermarkten.

Wat u wel kunt eten

• Licht gezouten vleeswaren, zoals fricandeau, rosbief, kipfilet, kalkoenfilet.
• Licht gezouten kaas.
• Zoet beleg. 

Een diëtist van OLVG kan u tips geven over wat u tijdens uw verblijf in OLVG mag eten en drinken bij hartfalen. Uw arts kan u doorverwijzen naar een diëtist van OLVG.