Voetproblemen bij diabetes : behandeling van wonden

Bij diabetes heeft u te veel glucose in uw bloed. Hierdoor beschadigen uw zenuwen. U voelt dan een tinteling of een doof gevoel in uw voeten. Ook kunt u pijn voelen. De vorm van uw voet verandert ook. U kunt hierdoor een wond krijgen zonder dat u het voelt. U blijft dan lopen op de wond. Door de druk op de wond kan de wond niet herstellen. Dit heet een diabetische voet.

Bij diabetes raken uw zenuwen beschadigd. Hierdoor beschadigen uw bloedvaten en stroomt er minder bloed door uw voeten. Er komt niet genoeg bloed bij de wond om te herstellen. Om te zien of uw bloedvaten beschadigd zijn, krijgt u een vaatonderzoek, de enkel-armindex. 

Bij een open wond heeft u meer kans op een ontsteking. Ontstekingen die niet herstellen kunnen verspreiden naar uw botten. Dit is heel gevaarlijk.

Bij een diabetische voet kunt u de volgende klachten krijgen:

• wond die niet meer herstelt
• eelt of harde huid
• droge huid
• verkleuringen die warm aanvoelen
• minder gevoel en tintelingen
• stijfheid
• pijn
• slechtere balans

Er zijn verschillende behandelingen voor een diabetische voet. De behandeling duurt vaak lang en het vinden van de juiste behandeling voor uw klachten kan moeilijk zijn. Daarom werkt u samen met een team van zorgverleners. De zorgverleners bespreken met u welke behandeling het beste bij uw klachten past. Het team bij een diabetische voet bestaat uit:

• internist
• revalidatiearts
• vaatchirurg
• podotherapeut
• wondconsulent
• schoentechnicus
• gipsverbandmeester
• soms een orthopedisch chirurg

Vaak krijgt u meerdere behandelingen tegelijk. Er zijn speciale spreekuren op de polikliniek Orthopedie en de polikliniek Vaatchirurgie om u te helpen bij een diabetische voet.
Na de behandelingen is het belangrijk dat u niet opnieuw een wond krijgt op uw voeten. De arts bespreekt met u wat u zelf kunt doen. 

Minder druk op de wond

Als eerste zorgt de arts voor minder druk op uw wond. Vaak krijgt u gips om uw been. Zo staat er minder druk op de wond en kan de wond rustig genezen. 
Elke week heeft u een afspraak in het ziekenhuis om uw gips te wisselen. De arts bekijkt dan ook de wond. U hoeft geen gips meer te dragen als de wond genezen is. 
Na het gips krijgt u vaak een speciale schoen om de druk op uw voet te verminderen. De kans op een nieuwe wond wordt dan kleiner.

Behandelen van een infectie

Bij een infectie krijgt u vaak antibiotica. Soms blijft u voor de antibiotica in het ziekenhuis. U krijgt dan het medicijn via uw bloed.
Als de infectie heel erg is en er veel pus in de wond zit, is er soms een operatie nodig. Tijdens de operatie bekijkt de arts hoe erg de infectie is. Soms is het nodig om tenen of een deel van de voet te amputeren. De arts bespreekt dit met u voor de operatie. 

Verzorgen van de wond

U krijgt een afspraak bij de wondverpleegkundige. De wondverpleegkundige legt uit hoe u de wond thuis verzorgt. Een goede verzorging van de wond is belangrijk om de wond snel te laten genezen. 

Betere doorbloeding van uw voet

De arts probeert de doorbloeding te verbeteren. Vaak maakt de arts de bloedvaten wijder met een ballon. Dit heet een dotterbehandeling. Vaak krijgt u na de behandeling medicijnen om uw bloed dunner te maken. U slikt de bloedverdunners elke dag.
Soms is een operatie nodig. Tijdens de operatie maakt de arts een omleiding in uw been. De arts gebruikt hiervoor een stuk van een ander bloedvat of een kunststof bloedvat. Hierdoor kan bloed beter naar uw voeten stromen. 

Amputatie

Als uw voet weinig bloed krijgt, kan het weefsel van uw voet doodgaan. Dit heet necrose. Dood weefsel kan zich verspreiden. Als u veel dood weefsel heeft, is het soms nodig om een deel van uw voet of been te amputeren.  

Als u geen gips meer heeft, is het nog steeds belangrijk om de druk op uw voet te verdelen. Samen met de revalidatiearts en de schoentechnicus bespreekt u of u speciale schoenen nodig heeft. 
De revalidatiearts legt u ook uit hoe u uw voeten kunt verzorgen en hoe u kunt zien of u weer wonden krijgt.
Vaak krijgt u ook een verwijzing naar een podotherapeut en pedicure. 

Wat u zelf kunt doen

Zelf kunt u ook zorgen dat u geen nieuwe wonden krijgt:

• Draag altijd sokken als u schoenen draagt.
• Draag uw aangepaste schoenen zowel binnen als buiten.
• Was uw voeten goed met water en zeep. Droog uw voeten dan goed af, ook tussen uw tenen.
• Bekijk na het wassen van uw voeten of u wonden heeft. Sommige wonden kunt u niet voelen. 
• Knip de nagels van uw tenen.
• Let goed op uw bloedsuiker. Als u veel last heeft van uw suikerziekte krijgt u sneller wonden.