home

Vroegtijdige weeën of gebroken vliezen : voordat u 37 weken zwanger bent

Een zwangerschap duurt vaak ongeveer 40 weken. Als u weeën krijgt voordat u 37 weken zwanger bent, dan heeft u vroegtijdige weeën. Het kan zijn dat u dan te vroeg gaat bevallen. Soms krijgt u een behandeling om de weeën te stoppen. Uw arts bespreekt de mogelijkheden met u.

Over vroegtijdige weeën

Een zwangerschap duurt ongeveer 40 weken. Na ongeveer 40 weken krijgt u weeën. Uw lichaam maakt zich met weeën klaar voor de bevalling. Bij een wee trekt de baarmoeder samen. Bij weeën voelt u vaak pijn in uw buik of onderrug. Soms kunt u ook wat bloed, slijm of vruchtwater verliezen.
Als u weeën krijgt voordat u 37 weken zwanger bent, dan heet dit vroegtijdige weeën. Als u vroegtijdige weeën heeft, kunnen uw vliezen ook breken. Er komt dan veel vocht uit uw vagina. Dit is uw vruchtwater. Bij vroegtijdige weeën kunt u te vroeg bevallen. Als u minder dan 34 weken zwanger bent, krijgt u daarom een behandeling om de weeën te stoppen.  

Onderzoek

Als u weeën heeft, betekent dat niet altijd dat de bevalling begonnen is. De arts bekijkt daarom eerst of uw bevalling is begonnen. Vaak is dat met een inwendig onderzoek.
De arts meet ook de weeën en de hartslag van uw kind. Hiervoor krijgt u een band om uw buik.

Echografie

Soms is het nodig om een echografie te maken. Een echografie is een onderzoek van de binnenkant van uw lichaam. Dit onderzoek gebeurt via geluidsgolven. De geluidsgolven maken uw baarmoeder zichtbaar. Bij een echografie bekijkt de arts hoe het gaat met uw baby, hoe uw baby en de placenta liggen, hoeveel vruchtwater u heeft. De arts kan ook de lengte van uw baarmoederhals meten. Om de lengte van uw baarmoederhals te meten krijgt u een echo via de vagina.

Andere onderzoeken

Soms krijgt u een bloedonderzoek of urineonderzoek. Hiermee kan de arts bijvoorbeeld zien of u infecties heeft.

Behandeling

Er zijn verschillende behandelingen. Soms moet u rust nemen. Als u een infectie heeft, krijgt u vaak medicijnen.
Vaak is het doel van de behandeling dat u minder weeën krijgt. Soms krijgt u weeënremmers.

Weeënremmers

Met weeënremmers probeert de arts soms uw bevalling een paar dagen uit te stellen. De organen van uw baby hebben dan meer tijd om te groeien.  
Vaak geeft de arts weeënremmers als u tussen de 24 en 34 weken zwanger bent.
De arts bespreekt met u of u weeënremmers krijgt.
Als u minder dan 32 weken zwanger bent en de bevalling is begonnen, dan bevalt u vaak in een centrumziekenhuis, zoals het Amsterdam UMC. Deze ziekenhuizen hebben een Neonatale Intensive Care afdeling. Dit is een speciale afdeling waar te vroeg geboren baby’s zorg kunnen krijgen.

Omdat weeënremmers soms bijwerkingen kunnen hebben, houdt de arts u en uw baby goed in de gaten in het ziekenhuis.

Rijpen van de organen

Als uw baby te vroeg geboren wordt, zijn de organen van uw baby vaak nog niet klaar met groeien. Als u vroegtijdige weeën heeft, geeft de arts u soms corticosteroïden om te zorgen dat de organen van uw baby sneller groeien. Corticosteroïden zijn medicijnen.
Vaak merkt u zelf niets van corticosteroïden. Uw baby kan wat minder gaan bewegen. Soms wordt de hartslag van uw baby iets lager. Dit is niet erg.

Zo gaat het verder

Geen weeën meer, vliezen niet gebroken

Na 2 dagen gebruikt u geen weeënremmers meer. Als u dan geen weeën meer heeft en uw vliezen zijn niet gebroken, mag u naar huis.
Als u voor de vroegtijdige weeën begeleid werd door een verloskundige, kunt u vaak terug naar de verloskundige.

Doe het eerste paar dagen rustig aan. U kunt uw dagelijkse activiteiten weer doen.
Als u minder dan 37 weken zwanger bent en opnieuw weeën krijgt, belt u weer met de  Spoedzorg Verloskunde. U krijgt meestal niet nog een keer weeënremmers.

De bevalling begint

In het ziekenhuis controleert de arts vaak uw hartslag. Soms is de kinderarts bij de geboorte aanwezig. Vaak kunt u via de vagina bevallen.
Na de bevalling legt de arts de baby vaak in een couveuse. Een couveuse is een afgesloten bedje voor baby’s die extra zorg nodig hebben. Als u bevalt voordat u 35 weken zwanger bent, legt de arts uw baby altijd in een couveuse.
U kunt meteen proberen borstvoeding te geven. Te vroeg geboren baby’s drinken vaak slecht aan de borst. Als dit voor uw baby het geval is, kunt u kolven. De verpleegkundige geeft de moedermelk dan via een slangetje aan uw baby.
Als uw baby in de couveuse ligt, kunt u de kraambedperiode in het ziekenhuis blijven. Als uw baby erg vroeg geboren is, kan het zijn dat u naar huis mag terwijl uw baby in het ziekenhuis blijft.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: