Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Veel vrouwen zijn misselijk in de eerste maanden van de zwangerschap. Vaak moet u ook braken. Dit heet zwangerschapsbraken. Soms is het braken zo erg dat u niet genoeg kunt eten en drinken. Vaak kunt u ook geen gewone activiteiten doen. Dit heet ook wel hyperemesis gravidarum.
Meestal verdwijnt de misselijkheid vanzelf als u 13 tot 20 weken zwanger bent. Soms blijft u tijdens uw hele zwangerschap misselijk.
Als u last heeft van zwangerschapsbraken, kunt u de volgende klachten krijgen:
Elke vrouw heeft het hormoon GDF15 in haar lichaam. Tijdens de zwangerschap zit dit hormoon ook in de placenta.
Sommige vrouwen hebben veel van dit hormoon. Sommige vrouwen zijn extra gevoelig voor het hormoon. Als dit voor u geldt, kunt u last van zwangerschapsbraken krijgen.
U heeft meer kans op zwangerschapsbraken als meer vrouwen in uw familie last hebben gehad van zwangerschapsbraken. Als u bij een vorige zwangerschap last had van zwangerschapsbraken, heeft u meer kans om opnieuw last te krijgen van zwangerschapsbraken.
Soms heeft u tijdens uw hele zwangerschap last van zwangerschapsbraken.
Het is belangrijk dat u voldoende eet en drinkt. Als dit niet lukt, kunt u hier hulp bij krijgen.
Soms kunt u medicijnen krijgen tegen misselijkheid of overgeven.
Van alle medicijnen zijn er meerdere soorten. De zorgverlener bespreekt met u welk medicijn het beste bij uw situatie past.
Als u veel braakt, kunt u ook veel vocht verliezen. Als u te veel vocht verliest, krijgt u in het ziekenhuis een infuus. Ook krijgt u medicijnen tegen de misselijkheid en het braken. Soms krijgt u ook voedingsstoffen. De zorgverlener doet een bloedonderzoek om te kijken welke voedingsstoffen u nog mist.
Na ongeveer 5 uur mag u vaak weer naar huis.
De verloskundige van het ziekenhuis belt u na ongeveer 3 dagen om te vragen hoe het met u gaat. Als het nodig is, belt de verloskundige u vaker.
Soms kunt u thuis een infuus krijgen. De verloskundige bespreekt dit met u.
Als een infuus en medicijnen niet genoeg helpen, blijft u slapen in het ziekenhuis.
Uw eigen verloskundige blijft u begeleiden tijdens uw zwangerschap.
Als u veel afvalt of extra voedingsstoffen nodig heeft, kunt u sondevoeding krijgen. U krijgt dan voeding via een sonde. Een sonde is een slangetje van uw neus naar uw maag.
Bij zwangerschapsbraken kunt u voedingsstoffen missen. Neem daarom tijdens uw zwangerschap elke dag multivitaminen met foliumzuur.
Als u het fijn vindt, kunt u een dagboek bijhouden over uw klachten. Schrijf elke dag uw klachten op. Geef ook aan welke medicijnen goed hielpen en welke niet. Weeg uzelf 1 keer per week en schrijf het gewicht op.
Uw tijd met zwangerschapsbraken kan zwaar zijn. Erover praten kan helpen. U kunt steun vinden bij de patiëntenvereniging Stichting ZEHG.
Neem meteen contact met Spoedzorg Verloskunde als u 1 van de volgende klachten heeft:
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.
Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde, 020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)