home

Digitale hartfalenmonitoring: ‘samen werken we aan iets nieuws’

Verpleegkundige Cris en Verpleegkundig Specialist Merel over thuismonitoring van hartfalenpatiënten

Zorg op afstand via thuismonitoring: steeds meer zorgverleners krijgen ermee te maken. Zo ook verpleegkundige Cris Noort - Weggelaar en verpleegkundig specialist Merel Scholten. Ze vertellen over hun ervaring met digitale monitoring van hartfalenpatiënten via de Luscii-app: hoe het werkt, wat het vraagt, en vooral - wat het oplevert.

Cris, je maakte op je 64e de overstap van ‘gewone’ verpleegkundige naar thuismonitoringsverpleegkundige. Hoe bevalt dat?

Cris: ‘Na 45 jaar in het vak dacht ik: als ik nog iets nieuws wil, moet ik het nu doen. Ik zag de vacature bij het Medisch servicecentrum (MSC) en heb meteen gereageerd. Ik was niet bang voor het digitale aspect, maar ik vroeg me wel af: ga ik het directe contact met patiënten niet missen? Of de reuring op de afdeling? Maar dat is helemaal niet zo. Je hebt juist méér tijd en aandacht voor de patiënt. Een bijkomend voordeel op mijn leeftijd: het werk is fysiek een stuk minder belastend. Ik heb mijn uniform opgehangen en daar geen moment spijt van gehad.’

En voor jou, Merel? Hoe kijk jij als verpleegkundig specialist naar digitale zorg?

Merel: ‘Ik vond het meteen interessant. De combinatie van techniek en zorg spreekt me aan. En het helpt de patiënt echt. Je kunt op afstand meekijken en eerder ingrijpen. Dat maakt de zorg persoonlijker en efficiënter. En door thuismonitoring zijn voor stabiele hartfalenpatiënten minder fysieke polikliniekafspraken nodig, waardoor we tijd overhouden voor de mensen die dat echt nodig hebben.’

Wat zijn de voordelen voor patiënten zelf?

Merel: ‘Ze voelen zich veiliger, omdat ze weten dat er iemand meekijkt. En ze krijgen meer inzicht in hun eigen gezondheid. Bovendien zijn thuismetingen vaak betrouwbaarder dan metingen op de polikliniek, doordat patiënten thuis in alle rust hun bloeddruk kunnen meten. Zo kunnen we medicatie ook beter afstemmen op de patiënt.’

Cris: ‘En patiënten hoeven minder vaak naar het ziekenhuis, wat ze als erg prettig ervaren. Onlangs hebben we bij OLVG voor het eerst de medicatie van een patiënt op afstand kunnen bijstellen - met een mooi woord “optitreren” - zonder dat daar een fysieke afspraak voor nodig was. Zelfs dat kan dus via thuismonitoring.’

Je werkt op afstand, voelt dat dan niet… afstandelijk?

Cris: ‘Ik merk juist dat ik nu met een patiënt meer de diepte in kan. Je zit niet meer in de waan van de dag. En omdat je patiënten maanden, soms jaren volgt, bouw je een band op. Om een goede inschatting van de situatie te kunnen maken kijk je enerzijds naar de metingen, maar vooral de telefoongesprekken zijn heel waardevol. Omdat je elkaar niet kunt zien, is goed luisteren heel belangrijk. Je kunt veel opmaken uit hoe iemand klinkt maar ook de aanwezigheid van hun naasten - klinken ze in paniek of juist rustig - geeft informatie.’

Veel hartfalenpatiënten zijn ouder. Kunnen zij wel omgaan met zo’n app?

Cris: ‘Je wordt soms echt verrast. Dan heb je iemand van 83 aan de lijn die prima met de app overweg kan. En iemand van 60 blijkt er dan juist moeite mee te hebben. Het is dus echt persoonsgebonden, niet leeftijdsgebonden. Als patiënten hulp nodig hebben bij het gebruik van de app, kunnen ze altijd terecht bij het MSC of het DigiPunt voor begeleiding.’

Hoe is de samenwerking in het team?

Cris: ‘Binnen het MSC werken we met een hecht, bevlogen team van thuismonitoringsverpleegkundigen, thuismonitoringsmedewerkers en werkstudenten. Ook de samenwerking met artsen en verpleegkundig specialisten is heel goed. We spreken elkaar veel vaker dan voorheen. Wat ook motiverend werkt: we kunnen zelf input geven over de werkwijze en suggesties doen voor de app. Luscii pakt dat ook echt op.’

Merel, zijn alle verpleegkundig specialisten zo enthousiast over thuismonitoring als jij?

Merel: ‘In het begin moest iedereen even wennen. Je moet leren vertrouwen op de meldingen in de app en op de telefonische intake. Dat vraagt een andere mindset. Maar inmiddels zien collega’s die daar eerst sceptisch over waren ook dat het werkt. We zijn, zeker binnen de hartfalenzorg, gewend om patiënten fysiek te zien en er altijd een beetje “achteraan te zitten”. Digitaal werken betekent ook loslaten. Dat is wennen, maar het werpt echt zijn vruchten af.’