home

Bevallen in OLVG : van voorbereiding tot geboorte

Als u in OLVG bevalt, doet u dit in het Anna Paviljoen. Het is nooit te voorspellen hoe een bevalling gaat. U kunt zich tijdens uw zwangerschap wel zo goed mogelijk voorbereiden op de bevalling. Ook kunt u al een aantal dingen regelen voor na de geboorte.

Zelf regelen voor de bevalling

Tijdens de zwangerschap en na de bevalling verandert er veel in uw leven. Een goede voorbereiding kan helpen bij de periode na uw bevalling.

  • Er is veel informatie over bevallen. Dat kan u helpen om u voor te bereiden. Lees boeken, bekijk websites of volg een cursus via Baby Sensory of het Verloskundig samenwerkingsverband.
  • Het is prettig om tijdens de eerste dagen thuis deskundige hulp te krijgen bij de verzorging van uw baby. Dit is kraamhulp. Vraag uw zorgverzekeraar of zij de kraamhulp betalen en regel dit zo snel mogelijk
  • Het is verstandig om u in te schrijven bij een kinderdagverblijf als u uw kind daarheen wilt brengen.

Verlof aanvragen

  • Als u zwanger bent, heeft u recht op een periode zwangerschapsverlof. Dit geldt voor vrouwen die werken of een uitkering hebben.
  • Na de bevalling hebben u en uw partner allebei recht op verlof.
  • Wacht niet langer dan 7 weken voor de uitgerekende datum van de bevalling om het verlof aan te vragen.
  • Soms moet u om medische redenen eerder met verlof. Uw verloskundige of arts bespreekt dit met u.
  • Alle informatie over de vormen van verlof staan bij elkaar op de website van de Rijksoverheid.

Kosten

Meestal moet u zelf een deel van de rekening van de bevalling betalen. Uw zorgverzekeraar kan u meer vertellen over de kosten en vergoeding.

Zo bereidt u zich voor

Geboortewensen

Een geboorteplan helpt u om over uw wensen en verwachtingen voor de bevalling na te denken en deze te bespreken met uw partner en verloskundige. U kunt aangeven wat voor u belangrijk is. 
Uw geboorteplan zit in uw medisch dossier. De verloskundige of gynaecoloog die u tijdens de bevalling begeleidt, kan dan altijd uw geboorteplan bekijken.
Denk eraan dat een bevalling altijd anders kan lopen. De gezondheid van u en uw baby zijn het belangrijkst. Op internet staan voorbeelden van een geboorteplan.

Wat u mee moet nemen

Doe de spullen hieronder in een tas en zet die thuis klaar. Als u moet bevallen, neemt u de tas mee.

  • uw paspoort, ID-kaart, rijbewijs of vreemdelingendocument
  • fototoestel
  • toiletartikelen
  • kleding die makkelijk zit
  • pyjama of ochtendjas
  • warme sokken of sloffen
  • ondergoed
  • borstvoedingskussen als u er één heeft
  • voor de baby: 2 mutsjes, rompers met lange mouwen, pakjes, omslagdoeken
  • een maxi-cosi om de baby mee naar te nemen

U mag ook spullen meenemen om uw kamer wat gezelliger te maken. Dit mogen geen spullen zijn die in brand kunnen vliegen.

Wie u kunt meenemen

U mag zoveel mensen meenemen als u wilt.
U kunt het altijd zeggen als u minder mensen bij uw bevalling wilt.

Zo gaat de bevalling

Bevalhouding

Probeer in bed en naast het bed af te wisselen hoe u staat, zit of ligt. Dit kan zorgen dat de bevalling makkelijker gaat en voor u prettiger is. De zorgverleners kunnen tips geven.

Weeën

Verschillende dingen kunnen helpen om met weeën om te gaan:

  • douchen
  • ademhalingsoefeningen
  • ontspanningsoefeningen

Er zijn ook hulpmiddelen in het Anna Paviljoen:

  • bevalbad
  • bevalbal
  • peanut bal: een dubbele bal die lijkt op een pinda
  • baarkruk

Hartfilmpje van de baby

Door een hartfilmpje kan de verloskundige zien hoe het met de hartslag van de baby gaat. Een hartfilmpje heet een CTG.
Om een hartfilmpje te maken krijgt u een band om de buik. Er zijn ook draadloze apparaten om de hartslag te meten. Hiermee kunt u onder de douche of in bad.
Soms is de hartslag niet goed te meten vanaf de buitenkant van de buik. De verloskundige plaatst dan een draadje op het hoofd van de baby.

Behandelingen tijdens de bevalling

Soms is het nodig om de bevalling sneller te laten gaan. Dan kan 1 of meer van de volgende behandelingen nodig zijn.

Inleiden van de bevalling

Vaak duurt een zwangerschap ongeveer 40 weken. Soms is het nodig om de bevalling op te wekken in het ziekenhuis. Het opwekken van de bevalling heet het inleiden van de bevalling,

Vaginale kunstverlossing

Als u aan het bevallen bent en al mag persen, kan het zijn dat uw baby extra hulp nodig heeft om geboren te worden. U kunt dan een vaginale kunstverlossing krijgen. De arts gebruikt dan een pomp of heel soms een tang om uw baby uit de baarmoeder te begeleiden.

Inknippen

Soms knipt de arts een stukje van de huid tussen de vagina en anus open. Zo heeft de baby meer ruimte om geboren te worden. Dit heet inknippen.
De arts of verloskundige bespreekt met u of het nodig is om in te knippen. Voor het inknippen krijgt u een plaatselijke verdoving. U voelt geen pijn tijdens het inknippen. De arts of verloskundige hecht de wond van het inknippen na de bevalling.

Keizersnede

Bij een keizersnede haalt de arts uw baby uit uw buik.
U kunt een keizersnede krijgen als u niet via de vagina kunt bevallen of als een bevalling via de vagina niet veilig voor u of uw baby is.

Omgaan met pijn tijdens de bevalling

Een bevalling kan pijn doen. Het is voor uw bevalling niet duidelijk hoeveel pijn u gaat krijgen. U kunt zelf een aantal dingen doen om minder last van de pijn te hebben. U kunt ook medicijnen krijgen.

Na de geboorte

  • De verloskundige legt de baby direct bloot op uw borst. Als dit niet kan, legt de verloskundige de baby op de borst van uw partner.
  • De verpleegkundige droogt de baby af. De verpleegkundige wikkelt de baby in warme doeken en zet een warm mutsje op het hoofd.
  • Uw partner mag de navelstreng doorknippen.
    De verloskundige of arts laat de navelstreng eerst uitkloppen. Dit betekent dat de baby via de navelstreng nog zoveel mogelijk bloed van de moeder krijgt, voor de navelstreng wordt doorgeknipt.

Placenta

In de buik zat om de baby de placenta. De placenta heet ook wel moederkoek. De placenta moet uit het lichaam. Hiervoor krijgt u medicijnen.
U en uw partner krijgen te placenta te zien.
U mag de placenta mee naar huis nemen, als u dit wilt.

Borstvoeding

Als u borstvoeding wilt geven, moet u binnen een uur na de bevalling proberen. Als er extra voeding nodig is, bespreekt de verpleegkundige dit met u.

Onderzoek van de baby

Na ongeveer 1 uur onderzoekt de verloskundige of kinderarts de baby. Dit gebeurt op uw kamer.

Verzorging

De verpleegkundige vraagt uw partner om te helpen met het verzorgen van de baby. Ook bij de temperatuur meten van de baby kan uw partner helpen.

Naar huis

Meestal gaat u 2 tot 4 uur na de bevalling naar huis. Het maakt niet uit hoe laat de baby geboren is. Soms blijft u met uw baby langer in OLVG.
Lees alle adviezen over de verzorging van uzelf en uw baby op de webpagina Kraamtijd.

Wanneer moet u ons bellen?

Om te bepalen of u moet bellen, kunt u een hulpkaart gebruiken:

Bij twijfel mag u altijd bellen.
Kom alleen naar het ziekenhuis als u eerst heeft gebeld met het Anna Paviljoen.

Veelgestelde vragen over bevallen in OLVG

Deze vragen kunnen u helpen als u een geboorteplan maakt:

Bevalkamer

  • Welke mensen wilt u graag bij de bevalling hebben?
  • Wanneer wilt u dat deze mensen er zijn?
  • Heeft u wensen over de sfeer in de kamer waar u gaat bevallen?

Weeën en persen

  • Welke houdingen lijken u fijn als u weeën heeft of als u moet persen? Bijvoorbeeld: lopen, op de baarkruk zitten, onder de douche gaan, in bad gaan.
  • Hoe wilt u omgaan met de pijn van de weeën? Bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen, ontspanningsoefeningen, medicijnen.
  • Welke medicijnen zou u willen om met de pijn om te gaan? Bijvoorbeeld pethidine, remifentanil, epiduraal.

Ziekenhuis

Als u in het ziekenhuis onder controle bent, is dat om een medische reden. U heeft meer kans op een ingreep, zoals een infuus, kunstverlossing of keizersnede.
Om goed op uw baby te kunnen letten, controleert de verpleegkundige steeds de hartslag van de baby en weeën. Dit gebeurt met een CTG apparaat.

  • Heeft u wensen voor deze ingrepen?
  • Heeft u wensen als een keizersnede nodig is?
  • Heeft u wensen over het verblijf in het ziekenhuis?
  • Heeft u wensen als uw baby niet bij u kan zijn als het even niet zo goed gaat?

Uw baby

  • Hoe wilt u met uw baby omgaan als hij net is geboren? Bijvoorbeeld: lichamelijk contact, navelstreng doorknippen, verzorging.
  • Welke voeding wilt u uw baby geven: borstvoeding of flesvoeding?

Andere wensen

Heeft u nog andere wensen of opmerkingen over uw bevalling?

Omdat het erg druk is in het Anna Paviljoen kan dit niet.
U komt in dit filmpje meer te weten over het Anna Paviljoen:

Het is prettig om steeds dezelfde zorgverleners te zien. Dit lukt helaas niet altijd. Soms duurt de bevalling lang en wisselen de zorgverleners van dient. Soms is het erg druk op de afdeling Verloskunde, dan helpt een andere zorgverlener u. Alle zorgverleners die u begeleiden letten op uw wensen en op de veiligheid van u en uw baby.

U ziet de volgende personen tijdens uw bevalling:

  • Uw eigen verloskundige of de verloskundige van het ziekenhuis.
    De verloskundige kan iemand anders zijn dan zorgverlener bij wie u op de polikliniek kwam. Dit hangt af van de werktijden van de zorgverlener.
  • Een verpleegkundige.
  • Een arts-assistent: deze arts is afgestudeerd en onderzoekt of hij of zij gynaecoloog wil worden.
  • Soms een co-assistent, een verpleegkundige of verloskundige in opleiding.

Er is altijd een gynaecoloog in het Anna Paviljoen. Als het nodig is, vraagt de verloskundige of arts-assistent de gynaecoloog om hulp.

De verloskundige en verpleegkundige komen regelmatig langs om te kijken hoe het gaat. Ze zijn niet de hele tijd op de kamer, omdat ze ook voor andere zwangere vrouwen zorgen. Aan het eind van de bevalling blijven ze wel steeds op de kamer.

Samen beslissen

Samen beslissen is belangrijk. Zorgverleners vragen toestemming voor bijvoorbeeld inwendig onderzoeken, het breken van de vliezen, het geven van medicijnen om weeën op te wekken of inknippen.

Ja, dat mag. U moet wel zorgen dat zorgverleners niet herkenbaar in beeld zijn.

U vindt de informatie op de webpagina: Anna Paviljoen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.

Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)

Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde,  020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)

De informatie op deze pagina is afkomstig van de afdeling Verloskunde van OLVG. Laatst gewijzigd: