Inloggen met DigiD
U kunt eenvoudig inloggen in MijnOLVG met DigiD. U kunt de MijnOLVG-app downloaden in de App Store of Google Play Store.
Tijdens de zwangerschap en na de bevalling verandert er veel in uw leven. Een goede voorbereiding kan helpen bij de periode na uw bevalling.
Meestal moet u zelf een deel van de rekening van de bevalling betalen. Uw zorgverzekeraar kan u meer vertellen over de kosten en vergoeding.
Een geboorteplan helpt u om over uw wensen en verwachtingen voor de bevalling na te denken en deze te bespreken met uw partner en verloskundige. U kunt aangeven wat voor u belangrijk is.
Uw geboorteplan zit in uw medisch dossier. De verloskundige of gynaecoloog die u tijdens de bevalling begeleidt, kan dan altijd uw geboorteplan bekijken.
Denk eraan dat een bevalling altijd anders kan lopen. De gezondheid van u en uw baby zijn het belangrijkst. Op internet staan voorbeelden van een geboorteplan.
Doe de spullen hieronder in een tas en zet die thuis klaar. Als u moet bevallen, neemt u de tas mee.
U mag ook spullen meenemen om uw kamer wat gezelliger te maken. Dit mogen geen spullen zijn die in brand kunnen vliegen.
U mag zoveel mensen meenemen als u wilt.
U kunt het altijd zeggen als u minder mensen bij uw bevalling wilt.
Probeer in bed en naast het bed af te wisselen hoe u staat, zit of ligt. Dit kan zorgen dat de bevalling makkelijker gaat en voor u prettiger is. De zorgverleners kunnen tips geven.
Verschillende dingen kunnen helpen om met weeën om te gaan:
Er zijn ook hulpmiddelen in het Anna Paviljoen:
Door een hartfilmpje kan de verloskundige zien hoe het met de hartslag van de baby gaat. Een hartfilmpje heet een CTG.
Om een hartfilmpje te maken krijgt u een band om de buik. Er zijn ook draadloze apparaten om de hartslag te meten. Hiermee kunt u onder de douche of in bad.
Soms is de hartslag niet goed te meten vanaf de buitenkant van de buik. De verloskundige plaatst dan een draadje op het hoofd van de baby.
Soms is het nodig om de bevalling sneller te laten gaan. Dan kan 1 of meer van de volgende behandelingen nodig zijn.
Vaak duurt een zwangerschap ongeveer 40 weken. Soms is het nodig om de bevalling op te wekken in het ziekenhuis. Het opwekken van de bevalling heet het inleiden van de bevalling,
Als u aan het bevallen bent en al mag persen, kan het zijn dat uw baby extra hulp nodig heeft om geboren te worden. U kunt dan een vaginale kunstverlossing krijgen. De arts gebruikt dan een pomp of heel soms een tang om uw baby uit de baarmoeder te begeleiden.
Soms knipt de arts een stukje van de huid tussen de vagina en anus open. Zo heeft de baby meer ruimte om geboren te worden. Dit heet inknippen.
De arts of verloskundige bespreekt met u of het nodig is om in te knippen. Voor het inknippen krijgt u een plaatselijke verdoving. U voelt geen pijn tijdens het inknippen. De arts of verloskundige hecht de wond van het inknippen na de bevalling.
Bij een keizersnede haalt de arts uw baby uit uw buik.
U kunt een keizersnede krijgen als u niet via de vagina kunt bevallen of als een bevalling via de vagina niet veilig voor u of uw baby is.
Een bevalling kan pijn doen. Het is voor uw bevalling niet duidelijk hoeveel pijn u gaat krijgen. U kunt zelf een aantal dingen doen om minder last van de pijn te hebben. U kunt ook medicijnen krijgen.
In de buik zat om de baby de placenta. De placenta heet ook wel moederkoek. De placenta moet uit het lichaam. Hiervoor krijgt u medicijnen.
U en uw partner krijgen te placenta te zien.
U mag de placenta mee naar huis nemen, als u dit wilt.
Als u borstvoeding wilt geven, moet u binnen een uur na de bevalling proberen. Als er extra voeding nodig is, bespreekt de verpleegkundige dit met u.
Na ongeveer 1 uur onderzoekt de verloskundige of kinderarts de baby. Dit gebeurt op uw kamer.
De verpleegkundige vraagt uw partner om te helpen met het verzorgen van de baby. Ook bij de temperatuur meten van de baby kan uw partner helpen.
Meestal gaat u 2 tot 4 uur na de bevalling naar huis. Het maakt niet uit hoe laat de baby geboren is. Soms blijft u met uw baby langer in OLVG.
Lees alle adviezen over de verzorging van uzelf en uw baby op de webpagina Kraamtijd.
Om te bepalen of u moet bellen, kunt u een hulpkaart gebruiken:
Bij twijfel mag u altijd bellen.
Kom alleen naar het ziekenhuis als u eerst heeft gebeld met het Anna Paviljoen.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vraag aan de afdeling via MijnOLVG. U kunt ook bellen.
Polikliniek Verloskunde, locatie Oost, P1
020 599 30 60 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Polikliniek Verloskunde, locatie West, route 24
020 510 86 24 (op werkdagen van 08.15 uur tot 16.15 uur)
Bij spoed
Anna Paviljoen, locatie Oost, 2e etage
Spoedzorg Verloskunde, 020 599 22 35 (bij spoed, dag en nacht bereikbaar)
Bevalsuites, 020 599 30 09 (dag en nacht bereikbaar)